Afb. 6.3 Snelontluchter
> Draai de kap van de snelontluchter (1) één tot twee
slagen los (het toestel ontlucht zich tijdens de conti-
nuwerking automatisch via de snelontluchter).
> Open alle (thermostatische) radiatorkranen van de
installatie.
> Verbind de vul-/aftapkraan van het systeem volgens
de voorschriften met een koudwaterkraan.
> Draai de vul-/aftapkraan en de waterkraan langzaam
open en vul zolang water bij tot bij de manometer
resp. op het display de vereiste systeemdruk is
bereikt.
> Sluit de waterkraan.
> Om de CV-installatie te ontluchten, kiest u het test-
programma P.0.
De CV-ketel treedt niet in werking, de interne hoogeffici-
ente pomp loopt intermitterend en ontlucht naar keuze
het verwarmingscircuit of het boilerlaadcircuit. Het dis-
play toont de waterdruk van de CV-installatie.
> Om de ontluchtingsprocedure reglementair te kunnen
uitvoeren, dient u erop te letten dat de waterdruk van
de CV-installatie niet onder 0,08 MPa (0,8 bar) daalt.
Het testprogramma P.6 loopt ca. 6,5 minuten.
> Ontlucht alle radiatoren.
> Controleer daarna nogmaals de waterdruk van het
systeem.
Na de vulprocedure moet de waterdruk van de CV-instal-
latie minstens 0,02 MPa (0,2 bar) boven de tegendruk
van het membraanexpansievat (ADG) liggen
(P
P
+ 0,02 MPa (0,2 bar).
installatie
ADG
> Controleer alle aansluitingen op lekkages.
Om schade aan de CV-installatie door te geringe water-
druk te vermijden, is de ecoTEC exclusiv met een water-
druksensor uitgerust. De CV-ketel signaleert bij het
onderschrijden van 60 kPa (0,6 bar) waterdruk het druk-
tekort met een knipperende drukwaarde op het display.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC exclusiv 0020116694_01
Als de waterdruk een waarde van 0,03 MPa (0,3 bar)
onderschrijdt, dan schakelt de CV-ketel uit. Het display
toont de foutmelding "F.22".
> Om de CV-ketel opnieuw in gebruik te nemen, vult u
water bij.
> Als u vaak een drukdaling vaststelt, dan dient u de
1
oorzaak te zoeken en te verhelpen.
6.2.3 Condensaatsifon vullen
a
Gevaar!
Mogelijke vergiftigingen door lekkende
rookgassen!
Door een lege of niet voldoende gevulde con-
densaatsifon kunnen rookgassen in de ruimte-
lucht ontsnappen.
> Vul voor de ingebruikneming van de
CV-ketel de condensaatsifon.
Afb. 6.4 Condensaatsifon vullen
> Schroef het onderstuk (1) van de condensaatsifon af.
> Vul het onderstuk voor ca. 3/4 met water.
> Schroef het onderstuk weer aan de condensaatsifon.
Ingebruikneming 6
1
33