4
Instellingen
Het aanwijsapparaat beschikt over een menugestuurde bediening.
Gelieve de aanwijzingen te volgen in het betreffende menu.
•
Na het indrukken van de toets MENU, verschijnt het hoofdmenu op de display :
Fig. 4.1 Hoofdmenu.
4.1
Staafdiameter
Het aanwijsinstrument gebruikt de omrekencurve die bij de ingestelde staafdiameter behoort en toont de
gevonden dekking.
Maateenheid « inch »
Wanneer het instrument werkt met de aanduiding « inch », moet de staafdiameter met de getallen 01 tot
16 ingesteld worden. Het bepaalde getal komt overeen met het nummer waarmede in bepaalde landen
de staafdiameter wordt gedefinieerd. Met het nummer van de staaf (Bar size #) wordt aangegeven,
hoeveel achtsten van een duim de diameter bedraagt.
Voorbeeld : Bar size # 5 komt overeen met een diameter van 5/8 " (15,9 mm).
•
Om in de maateenheid inch te werken, drukt men op de toets MENU en vervolgens kiest men voor
«basisinstelling» en daarna kiest men « eenheid ».
4.2
Objectnummer
De meetwaarden kunnen onder objectnummers in het geheugen opgeslagen worden.
Het eerste cijfer van de 6-delige objectnummer wordt na de keuze van de meetfunctie automatisch door
het volgende getal overschreven :
-
1 bij « meten met statistiek »
2 bij « wapening scannen »
-
-
3 bij « meten met raster »
4.3
Grenswaarde
De beschrijving hiervoor vindt U onder « Meten met statistiek » op blz. 9
en « Te geringe betondekking opsporen » op blz. 12.
Uitsluitend bij Scanlog
Menuoptie kiezen
Gekozen menuoptie uitvoeren
Beeïndigen van de functie
7