Inhoudsopgave
Advertenties
5
Meting
5.1
Meten met statistiek
Met deze functie kunnen staven gelokaliseerd, de betondekking gemeten en de staafdiameter bepaald
worden. De dekkingswaarden kunnen onder objectnummers opgeslagen worden.
5.1.1
Met binddraad verbonden wapeningsstaven
Instellingen
Zie ook « Instellingen » op blz. 7.
•
Geef de staafdiameter in.
Indien de staafdiameter niet bekend is, stel deze dan 16 mm in.
•
Geef het objectnummer in.
Grenswaarde: om fouten te vermijden, dient de grenswaarde tijdens het meten op « 0 » gezet te worden.
Indien na afsluiting van de meetreeks, de voor dit bouwwerk verlangde waarde is ingegeven, dan
verschijnt in de statistische aanduiding het percentage van de te kleine dekkingen.
Vergelijk daarvoor ook « Te geringe betondekkingen opsporen » op blz. 12.
•
Geef de gewenste akoestische zoekhulp in (« MENU » → Basisinstellingen →
Akoestische zoekhulp) ; piep- of variotoon.
•
Geef in het menu « Correctie nevenliggende staaf » de staafafstand in, indien de correctie nodig is.
•
Druk op de toets START/RESET.
Het volgende beeld verschijnt :
Ingestelde staafdiameter
Staafafstand of grenswaarde (indien ingesteld)
Fig. 5.1 Meetbeeld « Statistiek.
RESET-procedure
•
Houd de sonde in de lucht en druk op de toets START/RESET.
De RESET-procedure is afgesloten wanneer het symbool voor het kleine of het grote meetbereik
verschijnt en de aktuele waarde en de signaalwaarde met « 0 » worden aangeduid.
•
Herhaal deze controle regelmatig tijdens het meten.
Objectnummer
Symbool voor het meetbereik
De balkt toont de nadering van de sonde naar de staaf.
Diameter, indien gemeten
Signaalwaarde
Opgeslagen minimale betondekking
De aktuele dekking wordt continu aangegeven.
9
Advertenties
Inhoudsopgave
