3
Ingebruikname
3.1
Aansluiten van de componenten
•
de universele sonde aansluiten op input A.
•
indien de sondenwagen ScanCar nodig is, deze aansluiten op input B.
•
indien U een koptelefoon gebruikt, dient deze aangesloten te worden op de bus met het
koptelefoonsymbool.
3.2
Het aanwijsapparaat aanzetten
•
op de toets ON/OFF drukken.
Op de display verschijnt kortstondig :
model van het apparaat (Model S of SCANLOG)
-
-
het serienummer van het apparaat
-
het versienummer van de geïnstalleerde software
automatisch uitgevoerde test « Test o.k. »
-
-
indicatie van de levensduur van de batterijen.
Daaropvolgend verschijnt het meetbeeld van het voorwerp waarop het laatst gemeten werd (Fig. 5.1 op
blz. 9, Fig. 5.7 op blz.15 en Fig. 5.13 op blz. 17).
Wanneer er geen beeld verschijnt, dienen de batterijen te worden vervangen.
6