Meetprocedure
Start met de toest END. Er verschijnt :
Fig. 5.8 Scanbeeld
Na het rijden over het meetvlak verschijnt :
Fig. 5.9 Staven van de 1
Fig. 5.10 Aanwijzingen
Na het rijden over het meetvlak verschijnt op het display :
Fig. 5.11 Staven van de 2
•
De rijrichting van de sonde bepaalt U met de toetsen ↓,→.
•
Begin met het rijspoor waar het element onderzocht moet worden.
•
Let er op dat het midden van de sonde maatgevend is voor het
lokaliseren en meten.
•
Getoonde staven kunt U wissen, door met de sonde achterwaarts te
schuiven.
1. Aanduiding van de rijsnelheid. De lopende balk moet binnen de
schaal vallen.
2. Aktuele betondekking.
3. Symbool voor rijden en scannen.
•
De eerst gemeten laag wordt met dikkere strepen aangeduid.
•
Met de toetsen ↑,↓,←,→ sluit U de meting van de eerste laag af
e
laag
4. Kleinste gemeten dekking van de 1
•
Zet de cursor tussen 2 staven, met de grootst mogelijke afstand.
•
Markeer de positie op het meetvlak.
•
Met de toetsen ↑,↓,←,→ sluit U de meting van de 2e laag af. De
kleinste betondekking wordt getoond.
•
Druk de toets PRINT/STORE, om het meetbeeld op te slaan.
•
Druk de toest END, indien het resultaat gewist moet worden.
e
laag.
e
16
laag.