Belangrijk attendeert u op bijzondere technische
informatie en Opmerking duidt algemene informatie
aan die bijzondere aandacht verdient.
Inhoud
Veiligheid .................................................................. 3
Montage .................................................................... 5
bevestigen ...................................................... 7
monteren....................................................... 10
leiden ............................................................ 10
instellen......................................................... 22
Onderhoud .............................................................. 26
en aanpassen ............................................... 28
Stalling .................................................................... 30
Veiligheid
•
Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de
bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen en
dat u weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
•
Wees extra voorzichtig met grasvangers of andere
werktuigen. Deze kunnen invloed hebben op de
bediening van de machine en deze minder stabiel
maken.
•
U kunt de stabiliteit verbeteren door wielgewichten
of contragewichten toe te voegen of te verwijderen
volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
•
Gebruik op steile hellingen geen grasvanger. Een
zware grasvanger kan ervoor zorgen dat u de
controle over de machine verliest of de machine
doen kantelen.
•
Verminder uw snelheid en wees extra voorzichtig
op hellingen. Rij op hellingen in de aanbevolen
richting. De gazonomstandigheden kunnen van
invloed zijn op de stabiliteit van de machine. Wees
extra voorzichtig als u dicht in de buurt van een
steile helling werkt.
•
Voer alle bewegingen op hellingen langzaam en
geleidelijk uit. Niet plotseling van snelheid of
richting veranderen of bochten te snel inzetten.
•
De grasvanger kan het zicht naar achteren
belemmeren. Wees extra voorzichtig als u de
machine in de achteruitstand bedient.
•
Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een
aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
•
Bedien de machine nooit terwijl de grasgeleider
omhoog staat, verwijderd of aangepast is, tenzij u
een grasvanger gebruikt.
•
Houd uw handen en voeten uit de buurt van
bewegende onderdelen. Stel de machine niet af
terwijl de motor loopt.
•
Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in
de
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
de parkeerrem in, zet de motor uit, verwijder
het sleuteltje en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurdersstoel verlaat.
•
Blokkeer de wielen voordat u de grasvanger leegt
of de afvoertunnel ontstopt.
•
Als u de grasvanger verwijdert, zorg er dan
voor dat de grasgeleider die werd verwijderd
om de grasvanger te installeren weer wordt
teruggeplaatst. Gebruik de maaimachine nooit
zonder de grasgeleider of de complete grasvanger.
•
Zet de motor af voordat u de grasvanger verwijdert
of het uitwerpkanaal deblokkeert.
•
Laat geen gras langere tijd in de grasvanger.
•
De onderdelen van de grasvanger kunnen slijten
of beschadigd raken, waardoor bewegende
3
, schakel