Reiniging
Uitschakelen van het apparaat
1. Als het apparaat niet meer wordt gebruikt, verwijdert u al het vaatwerk.
2. Zet de temperatuurregelaar in stand "0" (UIT).
3. Schakel het apparaat uit met de aan/uit-schakelaar en zet deze in de stand "O".
4. Haal het apparaat van het lichtnet (trek de stekker uit het stopcontact!).
6
Reiniging
6.1
Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het
reinigen
•
Voordat het apparaat kan worden gereinigd, dient het apparaat van het lichtnet
te worden gehaald.
•
Het apparaat geheel laten afkoelen.
•
Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat komt. Dompel het apparaat niet in
water of andere vloeistoffen om het te reinigen. Gebruik geen waterstraal onder
druk om het apparaat te reinigen.
•
Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat
schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen en
leiden tot elektrische schokken wanneer ze in contact komen met geleidende
componenten.
•
Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen.
Dit kan het oppervlak beschadigen.
A203112
NL
17 / 18