Bediening
8.2.4 Oppervlaktemeting
Schakel de laserafstandsmeter in.
1
2
Roep de oppervlaktemeting op en volg
de instructies.
3
Druk op de toets "Meting" om de lengte
en breedte na elkaar zoals bij een enkele
meting. Tussen de twee metingen in blijft
de laserstraal ingeschakeld.
Na het voltooien van de meting wordt de oppervlakte automatisch
berekend en weergegeven op de onderste regel van het display. De
afzonderlijke meetwaarden staan op de meetwaarderegels 1 tot 3.
8.2.5 Volumemeting
Schakel de laserafstandsmeter in.
1
2
Roep de volumemeting op en volg de
instructies.
3
Druk op de toets "Meting" om de lengte,
breedte en hoogte na elkaar zoals bij een
enkele meting. Tussen de drie metingen
in blijft de laserstraal ingeschakeld.
Na voltooiing van de meting wordt het volume automatisch
berekend en weergegeven op de onderste regel van het display. De
afzonderlijke meetwaarden staan op de meetwaarderegels 1 tot 3.
NL
25