Bediening
8. Bediening
8.1 Basisfuncties
8.1.1 Accu's laden
De acculaadstatus wordt op het display weergegeven. Laad de
accu's op wanneer het symbool permanent op het scherm blijft
knipperen. Gebruik de meegeleverde laadkabel om de laserafstands-
meter op te laden of laad hem draadloos op via een inductief op-
laadoppervlak door de achterkant van het apparaat op het inductieve
oplaadoppervlak te plaatsen. Het oplaadoppervlak is niet bij levering
inbegrepen. Het apparaat kan tijdens het opladen worden gebruikt
en is na ongeveer 3 uur geheel opgeladen.
8.1.2 Aan- en uitschakelen
Druk 1 seconde op de toets "AAN/UIT" om het laser-afstandsmeter
in te schakelen. Druk gedurende 1 seconde op de toets "AAN/UIT"
om de laser weer in te schakelen.
8.1.3 Terug
Druk eenmaal op de toets "AAN/UIT" om de vorige handeling onge-
daan te maken. Druk tweemaal op de toets "AAN/UIT" om de huidige
functie te verlaten en terug te keren naar de enkele meetmodus.
8.1.4 Vizier
Is het zoekkruis rood in de cameramodus? Dan is de zoeker nog
aan het afstellen en kan er geen meting worden uitgevoerd, totdat
het zoekkruis groen wordt, de zoeker scherp is en er een meting kan
worden uitgevoerd.
8.1.5 Camera
Als u één keer op de toets "Camera" drukt, wordt de cameramodus
geactiveerd in 2-voudige zoom (x2). Als u nogmaals op de toets
"Camera" drukt, wordt omgeschakeld naar de 4-voudige zoom (x4).
Beëindig de cameramodus door één keer op de toets "AAN/UIT" te
drukken. Houd de toets "Camera" ingedrukt om met enkele meting
een foto of schermafbeelding te maken.
8.1.6 Optellen/aftrekken
In de meetfuncties lengte-, oppervlakte- en volumemeting kunnen de
"+" en "-" toetsen worden gebruikt om meetwaarden toe te voegen
of af te trekken. Dit proces kan onbeperkt worden herhaald.
8.1.7 Meetwaardegeheugen
De laser-afstandsmeter heeft een meetwaardegeheugen
en kan max. 1000 meetwaarden opslaan.
NL
23