12 Onderhoud
12 Onderhoud
12.1 Algemeen
12.2 Standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
70
EF
Opgelet
Onderhoudswerk moet door een erkend installateur worden uitge
voerd.
Laat minstens één keer per jaar het apparaat inspecteren en de schoor
steen vegen, of vaker afhankelijk van de in uw land geldende regels.
Opgelet
Als het apparaat niet wordt onderhouden, vervalt de garantie.
Opgelet
Er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt.
Een jaarlijkse inspectie met lekdichtheidscontrole is verplicht.
1. Controleer bij het schoorsteenvegen altijd de verbranding.
2. Controleer de hydraulische druk.
3. Controleer de lekdichtheid van de rookgasafvoerleiding, de luchttoe
voerleiding en de condensafvoerleiding.
4. Controleer de automatische ontluchter.
5. Reinig het verwarmingslichaam.
6. Reinig het membraan.
7. Maak de sifon schoon.
8. Ommanteling reinigen.
9. Trekgat-rookgasafvoerbuizen onderhouden.
12.2.1 Instructies voor de schoorsteenveger
Controleer bij het schoorsteenvegen altijd de verbranding.
1. Zoek het rookgasmeetpunt op.
2. Bepaal de verliezen door de rookgassen en smoke.
3. Draai de dop met de sensor terug op het rookgasmeetpunt.
4. Controleer het rookkanaalstelsel.
5. Reinig het rookkanaalstelsel.
Voor meer informatie, zie
Toegang tot het schoorsteenvegersmenu, pagina 53
Schoorsteenvegersmenu, pagina 57
12.2.2 Waterdruk controleren
De waterdruk moet minimaal 0,08 MPa (0,8 bar) bedragen.
1. Vul de cv-installatie bij met water.
Bij koude wordt een waterdruk tussen 0,10 MPa (1,0 bar) en 0,15
MPa (1,5 bar) aanbevolen.
Voor meer informatie, zie
Verwarmingsinstallatie vullen, pagina 44
12.2.3 Lekdichtheid controleren van de rookgasafvoerleiding, de
luchttoevoerleiding en de condensafvoerleiding
1. Controleer de afdichting van de aansluiting van de rookgasafvoerlei
ding, de luchttoevoerleiding en de condensafvoerleiding.
2. Controleer of het beschermrooster op de luchtinlaat van de stoo
kruimte niet is vervuild.
7611906 - v01 - 27052015