2.
CE verklaring
hierbij verklaren wij dat het door drU uitgebrachte verbrandingsgasafvoer-/ verbrandingsluchttoevoersysteem
door zijn ontwerp en bouwwijze voldoet aan de essentiële eisen van de gastoestellenrichtlijn.
product:
type:
van toepassing zijnde eg-richtlijnen:
toegepaste geharmoniseerde normen:
door bedrijfsinterne maatregelen is gewaarborgd dat seriematig geproduceerde verbrandingsgasafvoer-/ verbran-
dingsluchttoevoersystemen aan de essentiële eisen van de van kracht zijnde eg-richtlijnen en de daarvan afgeleide
normen voldoen.
deze verklaring verliest haar geldigheid als zonder schriftelijke toestemming van drU wijzigingen aan het toestel
worden aangebracht.
M.J.M. gelten
algemeen directeur
drU verwarming B.v.
postbus 1021, 6920 Ba duiven
ratio 8, 6921 rw duiven
www.dru.nl
3.
VEILIGHEID
3.1 Algemeen
- Leest u dit hoofdstuk over veiligheid zorgvuldig door voordat u begint met installatie of onderhoud;
Let op
- Houdt u zich aan de algemeen geldende voorschriften en de voorzorgsmaatregelen/veiligheidsinstructies in deze
handleiding.
3.2 Voorschriften
Installeer het powervent® systeem inclusief de elektrische installatie volgens de geldende nationale, lokale en
bouwkundige (installatie)voorschriften.
voor Nederland geldt onder meer het Bouwbesluit.
3.3 Voorzorgsmaatregelen / veiligheidsinstructies bij installatie
volg de onderstaande voorzorgsmaatregelen/veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op:
installeer en onderhoud het PowerVent® systeem alleen als u een vakbekwame installateur op het gebied van gasver-
➠
warming en elektriciteit bent;
Installeer de beugel met de PowerVent®-besturingscomponenten rechtstreeks op de beugel met de besturingscom-
➠
ponenten van de kachel in het bedieningsluik zoals uitgelegd in deze handleiding. Het bedieningsluik is verplicht bij
de installatie van PowerVent® en is verkrijgbaar via de fabrikant;
Houd rekening met de boezemgrootte door grotere inbouwdiepte van het bedieningsluik met de PowerVent® -be-
➠
sturing. Houd 50mm afstand aan van de beugel met de elektronicaonderdelen en de kachel. Dit betekend dat de
minimale inbouwdieptes zijn: voor Mertik 266mm en voor Honeywell 280mm.
breng geen wijzigingen aan het systeem aan;
➠
houd rekening met de minimale lengte van het PowerVent® systeem;
➠
plaats het verloopstuk direct op de aansluitstomp van het toestel;
➠
plaats de meetunit (venturi) bij voorkeur vertikaal binnen 1 meter vanaf de aansluitstomp;
➠
sluit de drukmeetleidingen lekdicht aan voordat de boezem wordt geplaatst;
➠
zorg ervoor dat de drukmeetleidingen vrij liggen van delen die heet worden;
➠
vermijd vuil inclusief metaaldeeltjes in leidingen en aansluitingen;
➠
voorkom knikken in de leidingen;
➠
plaats elektrische aansluitingen vrij van het toestel;
➠
gebruik een stuurkabel voor het aansluiten van de ventilator die voldoet aan de hiervoor geldende norm;
➠
maak bij werkzaamheden de installatie spanningsvrij door de 230V-stekker uit de aansluiting te verwijderen;
➠
vervang een beschadigde netaansluitleiding ter voorkoming van gevaarlijke situaties;
➠
gebruik gelakte luchttoevoerpijp bij installatie in vochtige ruimtes.
➠
NL
4
verbrandingsgasafvoer-/ verbrandingsluchttoevoersysteem
PowerVent®
2009/142/EC
2006/95/EC
2004/108/EC
NEN-EN-613
NEN-EN-613/A1
NEN-EN-613/A2
NEN-EN-60335-1
NEN-EN-60335-2-102
®
p o w e r v e N t
- I N s ta L L at I e h a N d L e I d I N g