III
beschadigd, slechte werking, deactivering of uitsluiting van
controle- of veiligheidsvoorzieningen.
Vraag een interventie door gekwalificeerd personeel indien er
gevaar is.
Indien er gevaar optreedt, mag u de elektrische voeding en de
gastoevoer alleen afsluiten wanneer dit volkomen veilig kan
worden gedaan.
Laat het toestel niet gebruiken door kinderen of door mensen
met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of psychische capacitei-
ten, of zonder kennis of ervaring.
Dichtheid van gascomponenten
Voordat u handelingen op gastoevoercomponenten gaat uit-
voeren, moet u de gaskraan sluiten.
Na eventuele interventies moet u een dichtheidstest uitvoeren
volgens de geldende normen.
Gasgeur
Als men gaslucht opmerkt:
Activeer geen elektrische voorzieningen nabij het toestel (bij-
voorbeeld telefoons, multimeters of andere apparatuur die
vonken kunnen veroorzaken).
Onderbreek de gastoevoer door de kraan te sluiten.
Onderbreek de elektrische voeding via de externe scheidings-
schakelaar in het elektrische voedingsschakelbord.
Vraag om tussenkomst van professioneel gekwalificeerd per-
soneel per telefoon, ver van het toestel.
Vergiftiging
Controleer of de rookgasafvoer dicht zijn en aan de geldende
normen beantwoorden.
Op het einde van eventuele interventies moet u de dichtheid
van de componenten controleren.
Bewegende onderdelen
In het toestel zitten bewegende onderdelen.
De beschermende kappen tijdens de werking niet verwijderen;
u moet in ieder geval eerst de elektrische voeding onderbre-
ken.
Gevaar voor brandwonden
Er zitten zeer hete delen in in het apparaat.
Open het apparaat niet en raak de interne onderdelen niet aan
voordat het apparaat is afgekoeld.
De rookgasafvoer niet aanraken voordat deze is afgekoeld.
Componenten onder druk
Het toestel heeft een hermetisch circuit geclassificeerd als
component onder druk, waarvan de dichtheid door de con-
structeur is getest.
Voer geen interventies uit op het hermetische circuit, noch op
de kleppen van het toestel.
Oplossing water-ammoniak
De GAHP/GA unit maakt gebruik van de absorptiecyclus wa-
ter-ammoniak. De water-ammoniakoplossing zit in het her-
metisch gesloten circuit. Deze oplossing is schadelijk voor de
gezondheid als die wordt ingeslikt, ingeademd of met de huid
in contact komt.
Wanneer er koelmiddel ontsnapt, dient u zich op afstand te
houden en moet u de elektrische voeding en de gastoevoer
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud – GAHP GS/WS
onderbreken (alleen als het mogelijk is om dit zonder gevaar
uit te voeren).
Vraag een interventie van de technische dienst.
Gevaar voor elektrocutie
Schakel de elektrische voeding uit voordat u werken/interven-
ties op de componenten van het toestel gaat uitvoeren.
Voor de elektrische aansluitingen mag u uitsluitend compo-
nenten gebruiken die aan de normen beantwoorden en vol-
gens de specificaties die door de constructeur zijn verstrekt.
Zorg ervoor dat het toestel niet onbedoeld opnieuw kan wor-
den ingeschakeld.
Aarding
De elektrische veiligheid hangt af van een efficiënte aardings-
installatie, correct aangesloten op het toestel en uitgevoerd
volgens de geldende normen.
Afstand tot explosieve of ontvlambare materialen
Geen brandbare materialen (papier, oplosmiddelen, verf, enz.)
in de buurt van het toestel opslaan.
Kalk en corrosie
Afhankelijk van de chemisch-fysische kenmerken van het wa-
ter van de installatie kunnen kalk of corrosie het toestel be-
schadigen (paragraaf 3.7 p. 22 ).
Controleer de dichtheid van de installatie.
Vermijd frequent bijvullen.
Chlorideconcentratie
De concentratie chloriden of vrij chloor in het water van de
installatie mag niet hoger zijn dan de waarden in de tabel
3.2 p. 22 .
Agressieve stoffen in de lucht
Halogeenkoolwaterstoffen die chloor- en fluorverbindingen
bevatten veroorzaken corrosie. De lucht van de opstellings-
plaats moet vrij zijn van agressieve stoffen.
Zure rookgascondens
Evacueer zure condens van de verbrandingsgassen zoals aan-
gegeven in de paragraaf 3.11 p. 26 , in naleving van de gel-
dende normen betreffende rookgasafvoer.
Het toestel uitschakelen
Het onderbreken van de elektrische stroom tijdens de werking
van het toestel kan blijvende schade aan de interne compo-
nenten veroorzaken.
Behalve bij gevaar mag de stroomtoevoer niet worden onder-
broken om het apparaat uit te schakelen, maar maak altijd en
uitsluitend gebruik van de daarvoor bestemde besturingsin-
richting (DDC, CCP/CCI of externe vrijgave).
In geval van defect
Werkzaamheden op de componenten en reparaties mogen
uitsluitend door een technische dienst worden uitgevoerd aan
de hand van enkel originele reserveonderdelen.
In geval van defect van het toestel en/of breuk van onderde-
len, mag u niet zelf proberen om te repareren of te herstellen:
Waarschuwingen
5