Elektrische installatie
Afbeelding 4.9 Aansluiting pompen op constante stroomsnelheid
SCH
Elektronische kaart
SCH2
Elektronische kaart
J10
Jumper pomp koude zijde (1)
J1
Jumper pomp warme zijde (1)
N.O. CONTACT
Zuivere contacten normaal open
MA
Klemmenstrook toestel
L
Fase
N
Neuter
Niet meegeleverde componenten
PMW
Waterpomp warme zijde < 700 W
PMY
Waterpomp koude zijde < 700 W
Opmerking
1
De jumpers J10 en J1 moeten worden gesloten als de geïnstalleerde pomp
geen elektronische pomp Wilo is.
De jumpers J10 en J1 moeten worden geopend als de geïnstalleerde pomp een
elektronische pomp Wilo is.
32
4.5.2
Optie (2) circulatiepompen met variabel debiet
De twee primaire pompen moeten verplicht worden bestuurd door de
elektronische kaart Mod10 (ingebouwd in de S61).
Alleen de pomp aan de warme zijde zal effectief worden
beheerd met variabele stroomsnelheid. De pomp aan de
koude zijde wordt in ieder geval beheerd op een constante
stroomsnelheid.
De circulatiepompen met constant debiet aansluiten
De pomp Wilo Stratos Para is standaard uitgerust met een voe-
dingskabel en een signaalkabel, beide 1,5 m lang.
Gebruik voor grotere lengtes respectievelijk kabel FG7 3Gx1,5
mm² en afgeschermde kabel 2x0,75 mm², geschikt voor signaal
0-10 V.
Voor het aansluiten van de Wilo Stratos Para pompen (Afb.
4.10 p. 33 of 4.11 p. 33 ).
1. Sluit de bruine draad van de pomp aan de warme zijde aan
op de terminal "-" HPMP en de witte draad op de terminal "+"
HPMP van de kaart Mod10.
2. Sluit de bruine draad van de pomp aan de koude zijde aan
op de terminal "-" CPMP en de witte draad op de terminal "+"
CPMP van de kaart Mod10.
3. Isoleer de zwarte draad en de blauwe draad.
4. Bescherm de toevoerleiding van de twee pompen met een
tweepolige schakelaar met vertraagde zekering 2 A (Detail IP,
Afb. 4.10 p. 33 ), of sluit het direct aan op de interne terminals
aan het schakelbord (Detail MA, Afb. 4.11 p. 33 ).
4