Onderhoud
6.1
WAARSCHUWINGEN
Algemene waarschuwingen
Lees aandachtig de waarschuwingen in het hoofdstuk
III p. 4 voordat u het toestel gaat gebruiken: hierin staat be-
langrijke informatie over de normen en de veiligheid.
Inbedrijfstelling door de technische dienst
De inbedrijfstelling mag uitsluitend door een technische dienst
worden uitgevoerd Robur (Hoofdstuk 5 p. 34 ).
Het toestel nooit zonder spanning stellen wanneer het in
werking is
De elektrische voeding NOOIT wegnemen terwijl het toestel in
werking is (behalve bij gevaar, zie hoofdstuk III p. 4 ), anders
kan het toestel of de installatie beschadigd raken.
6.2
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN
Gewone start/stop
Het toestel mag uitsluitend worden in/uitgeschakeld door
middel van het speciaal daarvoor voorziene besturingsinrich-
ting (DDC, CCP/CCI of externe vrijgave).
Niet inschakelen/uitschakelen met de voedingsschakelaar
Het toestel niet inschakelen/uitschakelen met de elektrische
voedingsschakelaar. Dit kan schadelijk en gevaarlijk zijn voor
het toestel en voor de installatie.
Controles vooraleer in te schakelen
Controleer het volgende voordat u het toestel inschakelt:
gaskraan open
elektrische voeding van het toestel (hoofdschakelaar (GS) ON)
voeding DDC of CCP/CCI (indien aanwezig)
voorzien hydraulische circuit
7
ONDERHOUD
7.1
WAARSCHUWINGEN
Een correct onderhoud voorkomt problemen, garandeert de
efficiëntie en beperkt de beheerskosten.
De onderhoudswerken die hier worden beschreven, mogen
uitsluitend door de technische dienst of door een gekwalifi-
ceerde onderhoudstechnicus worden uitgevoerd.
Alle werkzaamheden op interne componenten mogen uitslui-
tend door de technische dienst worden uitgevoerd.
36
Hoe inschakelen/uitschakelen
Als het apparaat door een DDC of door een CCP/CCI wordt bediend,
▶
(systemen (1) en (2) zie Paragraaf 1.7 p. 15 ) raadpleeg dan de be-
treffende handleidingen.
Als het apparaat wordt bediend door een externe vrijgave (d.w.z.
▶
thermostaat, klok, knop,... met potentiaalvrij contact NA), (systeem
(3) zie paragraaf 1.7 p. 15 ), wordt het apparaat in/uitgeschakeld
door de posities AAN/UIT van de externe besturingsinrichting.
Zodra het is aangezet met het commando start/stopt het apparaat on-
der normale bedrijfsomstandigheden automatisch volgens de thermi-
sche behoeften van de gebruikers en levert warm of koud water bij een
vooraf ingestelde temperatuur.
Ook als de externe vrijgave in de ON-positie staat wil dat nog
niet zeggen dat het toestel onmiddellijk wordt ingeschakeld,
maar het wordt alleen gestart wanneer wanneer er feitelijke
serviceaanvragen zijn.
6.3
DE INSTELLINGEN WIJZIGEN
De instellingen wijzigen via DDC of CCP/CCI
Als het apparaat is aangesloten op de besturing DDC of de be-
sturing CCP/CCI raadpleeg dan om de instellingen te verande-
ren de betreffende handleiding.
Complexe instellingen niet wijzigen
Om complexe instellingen te wijzigen is specifieke kennis ver-
eist, evenals specifieke installatietechnieken. Wendt u tot een
technische dienst.
6.4
EFFICIËNTIE
Voor een betere efficiëntie van het toestel:
Stel de maximale temperatuur van het warme water of de minimale
▶
temperatuur van het koude water af op de daadwerkelijke behoef-
ten van de installatie.
Verminder herhaaldelijk inschakelen tot een minimum (lage belas-
▶
tingen).
Programmeer de activering van het toestel op de effectieve ge-
▶
bruiksperioden.
Houd de water- en luchtfilters op de hydraulische installatie en de
▶
ventilatie netjes.
Voordat u werkzaamheden gaat uitvoeren, moet u het toestel
uitzetten via de besturingsinrichting (DDC, CCP/CCI of ex-
terne vrijgave) en wachten tot de uitschakelingscyclus eindigt.
Daarna onderbreekt u de elektrische voeding via de elektri-
sche scheidingsschakelaar en de gastoevoer met behulp van
de gaskraan.
De verificaties van de goede werking en eventuele andere "ope-
raties voor controle en onderhoud" (zie tabellen 7.1 p. 37 en
7.2 p. 37 ) zijn onderhevig aan een regelmatige tijdsperiode,
volgens hetgeen is vastgesteld in de geldende regelgeving of,
nauwkeuriger, zoals voorgeschreven door de fabrikant, door
de installateur of de technische dienst.
7