4.�
Fig�ccu laden
i
Bij ompoling en kortsluiting tussen de klemmen blijft
de laadspanning uitgeschakeld.
i
De accu hoeft tijdens het laden niet te worden losge-
nomen van het boordnet.
Houd bij het laden van de accu de volgende procedure
aan:
1. Verwijder voor het laden van standaard accu's de
schroefdoppen van de cellen.
2. BAT 430 inschakelen.
De rode LED moet continu oplichten
(Fig. 1, pos. 3).
3. Klem de laadklemmen (Fig. 1, pos. 10) op de juiste
polen van de accu. Eerst de rode laadklem aan de
pluspool (+) en vervolgens de zwarte laadklem aan de
minpool (‒).
De gele LED knippert (Fig. 1, pos. 5).
4. Zet keuzeschakelaar voor „koude en warme accu's" in
de juiste stand (Fig. 1, pos. 6). Let er op, dat alleen
de temperatuur van de accu bepalend is.
5. Regelaar voor het instellen van de accucapaciteit
(Fig. 1, pos. 9) instellen op de nominale waarde van
de accu.
6. Starttoets (Fig.1, pos. 7) indrukken.
De gele LED dooft.
De groene LED knippert snel.
Laadstroom op het display controleren
(Fig. 2, fase 1).
De laadprocedure verloopt zoals beschreven in
hoofdstuk 3.7.
i
Wanneer tijdens de laadprocedure de regelaar voor de
accucapaciteit wordt versteld of de schakelaar voor
de accutemperatuur in een andere stand wordt gezet,
dan wordt de laadprocedure afgebroken. Het opnieuw
indrukken van de starttoets zorgt voor een herstart van
de laadprocedure met de actuele instellingen.
7. Schakel na het voltooien van de laadprocedure de
BAT 430 uit.
8. Verwijder de laadklemmen van de accu.
i
Wanneer accu's cyclisch worden gebruikt (rolstoe-
len, veegmachines, etc), dan moet ten minste iedere
derde laadprocedure met een volledige lading wor-
den uitgevoerd. Zo blijft de accucapaciteit het langst
behouden.
Robert Bosch GmbH
Bediening | B�� 4�� | 57
4.4
FigDiep-ontladen accu's opladen
De BAT 430 wordt nadat de klemmen op de juiste polen
op de accu zijn aangesloten automatisch actief en scha-
kelt in stand-by-bedrijf of in bufferbedrijf (zie hoofd-
stuk 3.5). Afhankelijk van de laadtoestand van de accu
kan daarbij tijdelijk een overbelasting optreden (rode
LED knippert).
Zodra de starttoets (Fig. 1, pos. 7) wordt bediend,
wordt bij een diepontladen accu eerst behoedzaam
geladen (groene en gele LED knipperen 1 keer per
seconde). De laadstroomsterkte is afhankelijk van de
instelling van de regelaar voor de accucapaciteit (Fig. 1,
pos. 9). De overgang naar het laadproces gebeurt auto-
matisch (volgens hoofdstuk 4.3).
Als de BAT 430 na het aansluiten op een accu geen
enkele reactie vertoont, kan een laadpoging worden
gestart door de starttoets langer dan 2 seconden in-
gedrukt te houden. Als dit geen succes heeft, is er een
onderbreking in de laadstroomkring.
i
De BAT 430 herkent automatisch of er een 12 volt
of een 24 volt accu aangesloten is. Als de spanning
van de 24 volt accu minder bedraagt dan 17 volt,
moeten beide in serie geschakelde 12 volt accu's
apart worden geladen. De BAT 430 herkent beneden
17 volt alleen een 12 volt accu en zou daarom alleen
een laadprocedure voor een 12 volt accu toepassen.
Schakel tijdens het opladen van diepontladen accu's
alle gebruikers in het voertuig uit.
nl
|
1 689 979 996
2012-10-24