ONDERHOUD EN REINIGING
12.1 Opmerkingen over de reiniging
Reinig de voorkant van het apparaat met een microvezeldoek met warm water
en een mild reinigingsmiddel.
Gebruik een reinigingsoplossing om metalen oppervlakken te reinigen.
Reinigings‐
Reinig vlekken met een mild reinigingsmiddel.
middelen
Reinig de uitsparing telkens na gebruik. Vetophoping of andere resten kunnen
brand veroorzaken.
Vocht kan in de oven of op de glazen deurpanelen condenseren. Om de con‐
dens te verminderen, dien je het apparaat gedurende 10 minuten te laten wer‐
Dagelijks ge‐
ken voordat je er iets in plaatst. Bewaar het voedsel niet langer dan 20 minuten
bruik
in het apparaat. Droog de ruimte na elk gebruik met een microvezeldoek.
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek met warm water en een mild reinigingsmiddel. De accessoires niet in een
afwasmachine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve reinigingsmiddelen of
Accessoires
scherpe voorwerpen.
12.2 Hoe te verwijderen: Inschuifrails/
Verwijder de inschuifrails om de oven te reinigen.
Stap 1
Schakel de oven uit en wacht
totdat deze is afgekoeld.
Stap 2
Trek de inschuifrail bij de voor‐
kant uit de zijwand.
Stap 3
Trek de geleider bij de achter‐
kant uit de zijwand en verwijder
het.
Stap 4
Plaats de inschuifrails in omge‐
keerde volgorde.
30/156
1
2