6 Inbedrijfname/buitenbedrijfstelling
6 Inbedrijfname/buitenbedrijfstelling
6.1 Inbedrijfname
6.1.1 Voorwaarde voor de inbedrijfname
Vóór inbedrijfname van het pompaggregaat moet aan de volgende punten zijn
voldaan:
▪ Het pompaggregaat is volgens de voorschriften elektrisch met alle
beveiligingsvoorzieningen aangesloten. (ð Hoofdstuk 5.6, Pagina 21)
▪ Leidingsysteem van de installatie is gereinigd. (ð Hoofdstuk 5.4, Pagina 20)
6.1.2 Pomp vullen en ontluchten
GEVAAR
Vocht in de elektrische aansluiting
Kortsluiting van de pomp!
▷ Pomp stroomloos schakelen.
LET OP
Verhoogde slijtage door drooglopen
Beschadiging van het pompaggregaat!
▷ Nooit het pompaggregaat in lege toestand gebruiken.
▷ Nooit tijdens bedrijf de afsluiter in de zuigleiding en/of toevoerleiding sluiten.
▷ Pompaggregaat met correcte minimumdruk gebruiken.
▷ Pompaggregaat alleen binnen het toegestane bedrijfsgebied gebruiken.
1. Installatie met te verpompen medium vullen en ontluchten. Indien nodig de
installatie via het pompaggregaat ontluchten.
2. Wartelmoer met een sjorbandsleutel losdraaien.
ð Instalaltie wordt ontlucht.
Afb. 7: Wartelmoer losdraaien en aanhalen
3. De toevoerleiding voorzichtig openen totdat er water uit het pompaggregaat
komt.
4. Wartelmoer met een sjorbandsleutel aanhalen. Aanhaalmoment = 30 Nm.
5. Procedure herhalen totdat alle lucht volledig is ontsnapt.
CalioTherm S
25 van 40