15. Om de schuinstand van de maaimachine bij te stellen,
draait u aan de speciaal daarvoor bestemde stelmoeren
aan beide kanten van de bevestigingsbeugel van het
maaidek (Fig. 46).
B
2
3
1
Figuur 46
1. Stelmoer (links)
A = Omlaag om maai-
machine hoger te zetten
B = Omhoog om maai-
machine lager te zetten
16. Draai de linkerstelmoer langzaam naar beneden om de
voorkant van de maaimachine hoger te zetten; draai de
moer naar boven om deze lager te zetten (Fig. 46).
Draai aan de stelmoer totdat de voorkant van de
maaimachine 6 tot 16 mm lager is dan de achterkant.
17. Draai langzaam aan de rechterstelmoer totdat beide
stelmoeren in dezelfde positie staan.
Belangrijk
Als de stelmoer niet in dezelfde positie
blijft staan nadat u deze hebt bijgesteld, draait u de
middenbout en de borgmoer vast en herhaalt u stap 16.
A
m-1902
2. Bout en borgmoer
3. Bevestigingsbeugel van
maaidek
37
18. Als u de correcte schuinstand van de machine (6 tot
16 mm) niet kunt verkrijgen door te draaien aan de
stelmoer, moet u de bevestigingsbeugel op het maaidek
verplaatsen (Fig. 47).
4
3
Figuur 47
1. Bevestigingsbeugel van
maaidek
2. Borstbout
19. Verwijder de borstbouten en borgmoeren van het
maaidek (Fig. 47).
20. Zet de bevestigingsbeugel van het maaidek een gat
lager en monteer de borstbouten en borgmoeren
(Fig. 47).
Opmerking: Als er maar een gat in het maaidek zit, moet u
contact opnemen met een erkende Service Dealer.
21. Stel de schuinstand van de maaimachine opnieuw in;
zie stappen 15 tot en met 17.
22. Controleer nogmaals de schuinstand van de
maaimachine; zie stap 5.
23. Als de schuinstand correct is, moet u nogmaals
controleren of de maaimachine horizontaal staat; zie
Maaimachine horizontaal stellen, blz. 34.
24. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
3
1
2
m-1903
3. Borgmoeren
4. Maaidek