Motor starten
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel.
2. Stel de parkeerrem in werking; zie Parkeerrem in
werking stellen, blz. 13.
Opmerking: De motor kan uitsluitend worden gestart
wanneer u de parkeerrem in werking hebt gesteld of de
koppeling/het rempedaal helemaal ingetrapt houdt.
3. Zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand (Fig. 7).
Figuur 7
1. Rijsnelheidshendel
4. Zet de maaikoppelingshendel (aftakas) in de stand
Uitgeschakeld (Fig. 5).
5. Zet de gashendel op Choke (Fig. 8).
Figuur 8
1. Choke
2. Snel
Opmerking: Als de motor heeft gelopen en warm is,
hoeft u stap 5 mischien niet uit te voeren.
6. Draai het contactsleuteltje naar rechts en houd het
sleuteltje op Start (Fig. 9). Laat het sleuteltje los zodra
de motor aanslaat.
1
m-1893
1
2
3
4
m-1859
3. Langzaam
4. Gashendel
15
3
Figuur 9
1. Starten
2. Aan
Belangrijk
Als de motor na 30 seconden continu
starten niet aanslaat, moet u het contactsleuteltje op Uit
draaien en de startmotor laten afkoelen; zie Storingen,
oorzaak en remedie, blz. 41.
7. Zodra de motor start, zet u de gashendel langzaam op
Snel (Fig. 8). Als de motor afslaat of hapert, moet u de
gashendel enkele seconden op Choke zetten en daarna
weer op Snel zetten. Herhaal dit indien nodig.
Motor afzetten
1. Zet de gashendel op Langzaam (Fig. 8).
2. Draai het contactsleuteltje op Uit (Fig. 9).
3. Verwijder het contactsleuteltje.
Het Veiligheidssysteem
gebruiken
Voorzichtig
Niet-aangesloten of beschadigde interlock-
schakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben
op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk
letsel veroorzaken.
Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
Controleer elke dag de werking van de inter-
lockschakelaars en vervang beschadigde
schakelaars voordat u de machine weer in
gebruik neemt.
Vervang schakelaars om de twee jaar ongeacht
of ze wel of niet naar behoren functioneren.
2
1
3. Uit