Parkeerrem afstellen
1. Controleer de rem voordat u deze afstelt; zie
Parkeerrem controleren, blz. 24.
2. Om de remweerstand te verhogen, moet u de stelmoer
(Fig. 19) 1/8 slag rechtsom draaien.
1
Figuur 19
1. Stelmoer van de rem
3. Controleer daarna nogmaals de parkeerrem.
4. Herhaal stappen 2 en 3 totdat de parkeerrem goed is
afgesteld.
5. Trap de koppeling/het rempedaal in om de parkeerrem
vrij te zetten.
Belangrijk
Als de parkeerrem is vrijgezet, moeten de
achterwielen vrij kunnen draaien als u de machine duwt.
Als de rem lijkt aan te lopen, draait u de stelmoer iets losser
totdat de wielen vrij kunnen draaien. Als u de parkeerrem
niet goed kunt afstellen, moet u direct contact opnemen met
een erkende Service Dealer.
Machine smeren
U dient de machine om de 25 bedrijfsuren of jaarlijks te
smeren, waarbij de kortste periode moet worden aan-
gehouden. De machine moet vaker worden gesmeerd bij
gebruik in zeer stoffige of zanderige omstandigheden.
Methode van smeren
1. Schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand.
3. Stel de parkeerrem in werking.
4. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen
tot stilstand gekomen zijn.
5. Verwijder het contactsleuteltje.
6. Reinig de smeernippels met een doek. Indien nodig verf
van de voorkant van de nippels afkrabben.
7. Zet een smeerpistool op elke smeernippel en pomp hier
vet in.
8. Overtollig vet opnemen.
Smeerpunten
Smeer de voorwielen en de assen van de wielophangingen
totdat er wat vet bij de lagers naar buiten komt (Fig. 20).
m-1895
Onderhoud van het luchtfilter
Reinig het schuimelement om de 25 bedrijfsuren of jaar-
lijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden.
Vervang het papierelement om de 100 bedrijfsuren of jaar-
lijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden.
Opmerking: Het luchtfilter moet vaker een onderhouds-
beurt krijgen als de machine wordt gebruikt in buiten-
gewoon stoffige of zanderige omstandigheden.
Schuim- en papierelement verwijderen
1. Schakel de aftakas uit.
2. Stel de parkeerrem in werking.
3. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen
tot stilstand gekomen zijn.
4. Verwijder het contactsleuteltje.
5. Open de motorkap.
6. Maak de omgeving van het luchtfilter schoon om te
voorkomen dat vuil in de motor komt en schade
veroorzaakt.
25
Figuur 20
m-2346