7
Tabel 7.1
Richtlijnen voor preventief onderhoud
controleer aan de hand van een visuele inspectie de algemene staat van zowel
de unit als de lucht-warmtewisselaar
controleer de correcte werking van de voorziening voor bewaking van het
waterdebiet
controleer het CO
controleer de gasdruk naar de branders
Controleer of de condensafvoer schoon is (Indien nodig dient dit onderhoud
Inspectie van de unit
vaker plaats te vinden)
vervang de riemen na een bedrijfsduur van 6 jaar of 12.000 uur
controleer/herstel de druk in het primaire hydronische circuit
controleer/herstel de luchtdruk in het expansievat van het primaire hydronische
circuit
vervang de condensor van de oliepompmotor om de 3 jaar of om de 10000
bedrijfsuren of telkens wanneer de capaciteit van de condensor minder dan
95% van de nominale waarde bedraagt
Controleer of het systeem de thermostaat bereikt
Besturing voor
iedere DDC of CCI
download het logboek
(1) Het is aangewezen om de verdamper elke 4 jaar schoon te maken (optimale perode is afhankelijk per situatie). Vermijd aggressieve schoonmaakproducten en hogedrukreinigers.
7.3
PERIODIEK ONDERHOUD
Voer voor normaal gepland onderhoud de stappen in de tabel 7.2 p. 33 , ten minste eenmaal per 2 jaar.
Tabel 7.2
Geprogrammeerd gewoon onderhoud
reinig de verbrandingskamer
brander reinigen
Inspectie van de unit
reinig de elektroden voor aanzetten en vlamdetectie
controleer of de condensafvoer schoon is
Vervang de siliconen pakking tussen de frontplaat en de wisselaar.
(1) Alleen in het geval dat de analyse van de verbrandingsproducten niet voldoet.
7.4
SIGNALERINGEN OP HET DISPLAY
Display met 4 cijfers
De kaart S61 van het apparaat (Paragraaf 1.5 p. 13 , Afbeelding
5.1 p. 30 ) is uitgerust met een 4-cijferige display, die zichtbaar is via
het kijkglas van het voorste paneel.
Tijdens het opstarten gaan allle LED's gedurende circa 3 seconden
▶
aan, daarna verschijnt de naam van de kaart print.
Na nog eens 15 sec. is het toestel klaar om te werken.
▶
Signaleringen tijdens de normale werking
Tijdens de normale werking wisselen de waarden van de watertem-
▶
peratuur elkaar af: op de vertrek, op de retour en het verschil tussen
beide waarden.
Signalering in geval van storing
Bij een storing, knippert het display en wijst op een operatieve code
(eerste letter op het display: "E" = fout of "U" = waarschuwing).
De weergave is roterend nadat de waarden van de watertemperatuur
in de uitgang, in de ingang en het verschil tussen de twee waarden zijn
verschenen.
Als er meerdere gebeurtenissen op de kaart aanwezig zijn, dan worden
die achtereenvolgens getoond, in volgorde op code.
Indien er waarschuwingen of fouten aanwezig zijn, worden de tempe-
raturen weergegeven met het knipperend groene symbool.
Als het een fout of een permanente waarschuwing betreft, valt het toe-
stel stil.
(Tabel 8.1 p. 34 )
-gehalte (%)
2
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud – GAHP A
GAHP A
GAHP GS/WS
√ (1)
-
√
√
√
√
-
-
√
√
√
√
-
-
-
-
√
√
√
√
√
√
GAHP A
GAHP GS/WS
√ (1)
√ (1)
√ (1)
√ (1)
√
√
√
√
-
-
7.5
DE GEBLOKKEERDE UNIT OPNIEUW STARTEN
Signalering problemen op het display
Als het toestel geblokkeerd is, knippert een operationele code op het
display (eerste groene cijfer links, letter "U" = waarschuwing of "E" =
fout).
Om het toestel opnieuw te starten, moet u de procedure kennen
▶
met betrekking tot het gesignaleerde probleem en geïdentificeerd
door de code (paragraaf 8.1 p. 34 ) en deze procedure uitvoeren.
Voer alleen interventies uit als u het probleem en de procedure
▶
kent (er kan specifieke technische kennis en een professionele kwa-
lificatie vereist zijn).
Neem contact op met de technische dienst als u noch de code,
▶
noch het probleem, noch de procedure kent of als u onvoldoende
competent bent en in ieder geval wanneer er twijfel bestaat.
Toestel geblokkeerd
Er is een externe interventie (reset of reparatie) nodig wegens een sto-
ring aan het toestel of een probleem op de installatie.
In geval van een tijdelijke of voorlopige storing kan een reset vol-
▶
doende zijn.
Waarschuw de onderhoudstechnicus of de technische dienst bij
▶
een storing of een defect.
Reset
Om een storing te resetten zijn er twee mogelijkheden:
1. Als het toestel is aangesloten op de controller DDC kan het worden
gedaan via de besturingsinrichting, zoals staat beschreven in de
Onderhoud
AY00-120
GA ACF
GAHP-AR
-
√ (1)
√ (1)
√
√
√
√
-
-
-
√
√
√
-
-
-
√
√
√
-
-
√
-
-
-
√
√
√
√
√
√
√
√
AY00-120
GA ACF
GAHP-AR
√
√
√ (1)
√
√
√ (1)
√
√
√
√
-
-
√
-
-
33