de onderkant van de vulopening bereikt.
Controleer nogmaals het oliepeil. Niet te vol
vullen.
4. Plaats de oliepeilstok terug en veeg eventueel
gemorste olie weg.
Motorolie verversen
1. Start de motor en laat deze enkele minuten
lopen zodat de motorolie warm wordt.
2. Plaats een opvangbak onder de aftapplug aan
de achterzijde van de machine (Figuur 20).
Verwijder de aftapplug.
3. Duw de handgreep omlaag om de maaimachine
en de motor naar achteren te kantelen, zodat er
meer olie in de opvangbak kan lopen.
4. Plaats de aftapplug terug en vul het carter weer
met de juiste olie; zie Oliepeil controleren.
Onderhoud van het
luchtlter
In normale omstandigheden moet het luchtfilter
om de 25 bedrijfsuren worden gereinigd. Het
luchtfilter moet vaker worden gereinigd als de
machine wordt gebruikt in stoffige of vuile
omstandigheden.
1. Trek de kabel van de bougie.
2. Draai de vleugelmoeren los waarmee het
luchtfilterdeksel is bevestigd aan het luchtfilter,
en verwijder het deksel. Reinig het deksel
grondig (Figuur 21).
1
G000444
Figuur 21
1. Luchtlterdeksel
3. Als het schuimelement vuil is, moet u dit
verwijderen van het papierelement (Figuur 22).
Grondig schoonmaken.
A. Was het schuimelement in een oplossing
van vloeibare zeep en warm water. Knijp
het goed uit om het vuil te verwijderen,
zonder te wringen omdat het schuim dan
kan scheuren.
B. Droog het schuimelement door dit te
wikkelen in een schone doek. Knijp de
doek en het schuimelement uit om ze
droog te laten worden.
C. Drenk het schuimelement door en door in
schone motorolie. Knijp het element uit
om overtollige olie te verwijderen en de
olie goed te verdelen. Het element moet
vochtig van de olie zijn.
24