Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ECOFOREST ecoSMART Supervisor Handleiding Voor Gebruik pagina 28

Inhoudsopgave

Advertenties

CONFIGURATIE DT. Voor het afstellen van de temperatuursprongen van aanvoer en circuit, die de circulatiepompen voor
de aanvoer en airconditioning moeten regelen.
ALARM TEMP. AANVOER. Maakt het mogelijk de waarde in te stellen waaronder het alarm aangestuurd wordt wegens
lage temperatuur in het aanvoercircuit.
ALARM TEMP. KOELING. Maakt het mogelijk de waarde in te stellen waaronder het alarm aangestuurd wordt wegens lage
vertrektemperatuur in het productiecircuit.
MENU 2.2.5. Configuratie sensoren
PERSTEMPERATUUR AANVOER. Toont het type temperatuursensor geïnstalleerd voor de persing van het aanvoercircuit
en de huidige meting. Maakt het ook mogelijk een correctie voor de sensormeting in te voeren.
RETOURTEMPERATUUR AANVOER. Toont het type temperatuursensor geïnstalleerd voor de retour van het aanvoercircuit
en de huidige meting. Maakt het ook mogelijk een correctie voor de sensormeting in te voeren.
PERSTEMPERATUUR PRODUCTIE. Toont het type temperatuursensor geïnstalleerd voor de persing van het
airconditioningscircuit en de huidige meting. Maakt het ook mogelijk een correctie voor de sensormeting in te voeren.
RETOURTEMPERATUUR PRODUCTIE. Toont het type temperatuursensor geïnstalleerd voor de retour van het
airconditioningscircuit en de huidige meting. Maakt het ook mogelijk een correctie voor de sensormeting in te voeren.
BUITENTEMPERATUUR. Toont het type sensor buitentemperatuur en de huidige meting. Maakt het ook mogelijk een
correctie voor de sensormeting in te voeren.
MENU 2.3. Handmatige activering componenten
AANVOERPOMP. Maakt het mogelijk handmatig het stuurrelais van de aanvoerpomp (DO1) te ACTIVEREN / DEACTIVEREN
en het toerentalpercentage in te stellen.
PRODUCTIEPOMP / INERTIEPOMP. Maakt het mogelijk handmatig het stuurrelais van de hulppomp voor productie van
VERWARMING / SANITAIR WARM WATER / ZWEMBAD of de pomp van het inertiereservoir (DO2) te ACTIVEREN /
DEACTIVEREN en het toerentalpercentage in te stellen.
HULPPOMP AANVOER. Maakt het mogelijk handmatig het stuurrelais van de hulppomp voor aanvoer van gelijktijdige
productie van koeling en warmte (DO3) te ACTIVEREN / DEACTIVEREN.
HULPPOMP INERTIE KOELING. Maakt het mogelijk handmatig het stuurrelais van de hulppomp voor productie van koeling
met inertie (DO4) te ACTIVEREN / DEACTIVEREN.
ACTIVERING PASSIEVE KOELING. Maakt het mogelijk handmatig het stuurrelais van de hulppomp voor de driewegkleppen
voor passieve koeling (DO5) te ACTIVEREN /DEACTIVEREN.
ACTIVERING HULPAPPARAAT. Maakt het mogelijk handmatig het stuurrelais van de hulppomp (DO6) te ACTIVEREN /
DEACTIVEREN.
MENU 2.4. register van alarmen
REGISTER ALARMEN. Maakt toegang mogelijk tot het register van alle alarmen gedurende de werkingsperiode van de
warmtepomp, met vermelding van de datum en het uur van de alarmactiveringen.
INITIALISEREN REGISTER VAN ALARMEN. Voor het wissen van het historische register van alarmen van de supervisor.
MENU 2.5. Standaardwaarden
INITIALISEREN TOEPASSING. Maakt het mogelijk de in menu 1 uitgevoerde instellingen te wissen. GEBRUIKER en 2.
INSTALLATEUR en de fabrieksinstellingen te herstellen.
INITIALISEREN ENERGIETELLER. Voor het wissen van het historische register van energiemeters van de supervisor.
Handleiding voor gebruiker, installateur en technische hulpverlening ecoSMART supervisor
28

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave