STAAT WARMTEPOMPEN. Voor het weergeven van de staat van de warmtepompen aangesloten door pLAN. De verschillende
staten worden weergegeven op Tabel 5.2.
Pictogram
Het EVU-signaal wordt in sommige landen gebruikt door de elektriciteitsmaatschappij om een
controle uit te voeren van het elektrische verbruik. Het EVU-signaal vermijdt de productie van
OPMERKING
energie zowel via de compressor als via de hulpapparaten. Er kunnen circulatiepompen, kleppen
of andere componenten worden geactiveerd om verbruik uit te voeren vanuit de
opslagsystemen.
ON/OFF ecoGEO-unit. Voor het configureren van het minimum- en maximumpercentage toerental waaraan de compressor
moet werken om het maximale rendement (COP) te verkrijgen, en ook de tijd buiten dit bereik voor het INSCHAKELEN /
UITSCHAKELEN van de volgende warmtepomp.
MENU 1.2. KALENDER
MENU 1.2.1. DATUM/UUR
DATUM/UUR. Dit laat toe de datum en het uur van het bedieningsprogramma van de supervisor in te stellen.
UURWIJZIGING. Laat toe de automatische uurwijziging tussen seizoenen te ACTIVEREN / DEACTIVEREN. Laat toe het
tijdsverschil toe te passen en de datum en het uur in te stellen waarop de uurwijzigingen plaatsvinden.
MENU 1.2.3. VAKANTIE
Laat toe tot drie vakantieperiodes te bepalen waarin gewenst wordt dat de supervisor de services die hieraan gevraagd
worden LEVERT / NIET LEVERT. Wat gesteld wordt op dit scherm heeft voorrang op wat gesteld wordt in de
uurprogrammeringen van elk van de services.
MENU 1.3. VERWARMING
VERWARMING. Laat toe de buitentemperatuur voor uitschakeling van de verwarming in te stellen, dit betekent de maximale
omgevingstemperatuur buiten, waarboven niet wordt voldaan aan de warmtevragen. Toont ook het type aansluiting van de
verwarming (DIRECT / INERTIE).
REFERENTIE VERWARMING. Toont de warmtepompen aangesloten op de supervisor waarvoor een verwarmingsservice
geactiveerd is, en ook de verwarmingsreferentie van elk hiervan. De weergegeven temperatuur is de referentie plus de
temperatuursprong geconfigureerd in elke warmtepomp.
MENU 1.4. KOELING
KOELING. Laat toe de buitentemperatuur voor uitschakeling van de koeling in te stellen, dit betekent de minimale
omgevingstemperatuur buiten, waarboven niet wordt voldaan aan de koelvragen. Voor installaties met passieve koeling en
Handleiding voor gebruiker, installateur en technische hulpverlening ecoSMART supervisor
Betekenis
Warmtepomp INGESCHAKELD
Warmtepomp INGESCHAKELD maar met EVU-signaal
Warmtepomp UITGESCHAKELD door supervisor
Warmtepomp UITGESCHAKELD door BUS
Warmtepomp UITGESCHAKELD door toetsenbord
Warmtepomp UITGESCHAKELD door alarm
Warmtepomp VERGRENDELD door alarm
Tabel 5.2.Staten warmtepompen in pLAN.
24