Pagina 1
Handleiding voor de hardware en software HP notebookcomputers Artikelnummer van document: 383160-331 Mei 2005 In deze handleiding vindt u een beschrijving van de meeste hardware- en softwarevoorzieningen die beschikbaar zijn op de notebookcomputer en aanwijzingen voor het gebruik daarvan. Deze handleiding bevat geen informatie over modems.
Pagina 2
De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Pagina 9
Inhoudsopgave Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware Software-updates ......8–1 Voordat u een software-update uitvoert ..8–2 Update downloaden en installeren .
Dit hoofdstuk bevat informatie over de functies en voorzieningen wanneer de notebookcomputer in Microsoft® Windows® werkt. Als QuickPlay wordt gebruikt (alleen bepaalde modellen), kan de functionaliteit van sommige onderdelen afwijken. Raadpleeg de Gebruikershandleiding HP QuickPlay voor meer informatie. Handleiding voor de hardware en software 1–1...
Onderdelen herkennen Onderdelen aan de bovenkant Toetsen Onderdeel Beschrijving fn -toets Hiermee voert u in combinatie met andere toetsen en knoppen systeemtaken uit. Wanneer u bijvoorbeeld op fn+f7 drukt, wordt de helderheid van het beeldscherm verminderd.* Functie- toetsen Hiermee kunt u systeem- en applicatietaken (12) uitvoeren.
Onderdelen herkennen Touchpad Onderdeel* Beschrijving Touchpad* Hiermee verplaatst u de aanwijzer. Touchpadlampje Aan: het touchpad is ingeschakeld. Touchpadknop Hiermee schakelt u het touchpad in/uit. Verticaal schuifvlak van het Hiermee schuift u de inhoud van het touchpad* actieve venster omhoog of omlaag. Linker- en rechterknop van Deze knoppen hebben dezelfde het touchpad*...
Onderdelen herkennen Aan/uit-knoppen Onderdeel Beschrijving Beeldscherm- De beeldschermschakelaar activeert de standbystand schakelaar* wanneer u de notebookcomputer dichtdoet.* Aan/uit-knop* Deze knop werkt als volgt: ■ Als de notebookcomputer uit staat, drukt u op deze knop om de computer te starten in Windows. ■...
Onderdelen herkennen Dvd-knop Onderdeel Beschrijving Dvd-knop Deze knop werkt als volgt: ■ Wanneer de notebookcomputer aan staat, opent u met deze knop de standaardapplicatie voor dvd's.* ■ Wanneer de notebookcomputer in de standbystand staat, gaat u met deze knop van de standbystand terug naar Windows.
Onderdelen herkennen Muziekknop Onderdeel Beschrijving Muziekknop Deze knop werkt als volgt: ■ Wanneer de notebookcomputer aan staat, opent u met deze knop de standaardapplicatie voor muziek.* ■ Wanneer de notebookcomputer in de standbystand staat, gaat u met deze knop van de standbystand terug naar Windows. ✎...
Onderdelen herkennen Knoppen voor media-activiteiten Onderdeel Beschrijving Knop Vorige/ Wanneer een schijf in de optische-schijfeenheid terugspoelen wordt afgespeeld, doet u het volgende: ■ Druk op deze knop om het vorige muziekstuk of hoofdstuk af te spelen. ■ Druk op fn+deze knop om terug te spoelen. Knop Afspelen/ Wanneer zich een schijf in de optische- schijfeenheid pauzeren...
Onderdelen herkennen Mediaknoppen: Volume, Terug en OK Onderdeel Beschrijving Knop Geluid zachter Hiermee verlaagt u het geluidsvolume. Knop Geluid uit Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit of in. Knop Geluid harder Hiermee verhoogt u het geluidsvolume. Knop ok Hiermee selecteert u een item dat u heeft gekozen op het scherm.
Onderdelen herkennen Lampjes Onderdeel Beschrijving Caps lock-lampje Aan: caps lock is ingeschakeld. Aan/uit/standby-lampje* Aan: de notebookcomputer staat aan. Knipperend: de notebookcomputer staat in de standbystand. Uit: de notebookcomputer staat uit. Lampje voor het Aan: het geluid is uitgeschakeld. uitschakelen van het geluid Num lock-lampje Aan: num lock of het geïntegreerde...
Onderdelen herkennen Lampjes en knop voor draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Onderdeel Beschrijving Lampje voor Aan: een of meer interne apparaten voor draadloze communicatie, zoals een draadloos-netwerkadapter draadloze en/of een Bluetooth®-apparaat, zijn ingeschakeld. communicatie* Lampje voor Aan: een of meer interne apparaten voor draadloze communicatie, zoals een draadloos-netwerkadapter draadloze en/of een Bluetooth-apparaat, zijn ingeschakeld.
Onderdelen herkennen Antennes voor draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Onderdeel Beschrijving Antennes (2)* Hiermee worden signalen voor draadloze apparatuur verzonden en ontvangen. Å Blootstelling aan straling van radiofrequenties. Het uitgestraalde vermogen van dit apparaat ligt onder de limieten voor blootstelling aan radiofrequente straling die de Amerikaanse overheidsorganisatie FCC heeft gesteld.
Onderdelen herkennen Onderdelen aan de voorkant Luidsprekers, ingangen/uitgangen, beeldschermontgrendelingsknop en infraroodlens Onderdeel Beschrijving Stereo- Deze luidsprekers zorgen voor stereogeluid. luidsprekers (2) Infraroodlens Hiermee wordt de verbinding tussen de (consumenten- notebookcomputer en een optionele elektronica) afstandsbediening tot stand gebracht. Beeldscherm- Hiermee opent u de notebookcomputer. ontgrendelingsknop Audio-ingang Hierop kunt u een optionele monomicrofoon...
Onderdelen herkennen Lampjes Onderdeel Beschrijving Aan/uit/standby-lampje* Aan: de notebookcomputer staat aan. Knipperend: de notebookcomputer staat in de standbystand. Uit: de notebookcomputer staat uit. Lampje van IDE-schijf Aan of knipperend: er wordt (Integrated Drive Electronics) geschreven naar of gelezen van de interne vaste schijf of een optische-schijfeenheid.
Onderdelen herkennen Onderdelen aan de achterkant Onderdeel Beschrijving Lampje voor Aan: een geïntegreerd apparaat voor draadloze draadloze communicatie, zoals een communicatie draadloos-netwerkadapter en/of een (alleen bepaalde Bluetooth-apparaat, is ingeschakeld. modellen)* ✎ Als u een draadloze verbinding tot stand wilt brengen, moet er al een draadloos netwerk zijn ingesteld.
Pagina 24
Onderdelen herkennen Onderdeel Beschrijving † Ventilatie- opening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen. Ä Blokkeer de ventilatieopeningen niet, om oververhitting te voorkomen. Zorg ervoor dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een printer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een dik kleed of kleding).
Onderdelen herkennen Onderdelen aan de linkerkant Poorten en in-/uitgangen Onderdeel Beschrijving Externe-monitorpoort Hierop sluit u een optionele VGA-monitor of projector aan. Dockingpoort 2* Hiermee kunt u de notebookcomputer aansluiten op een optioneel dockingapparaat. RJ-45-netwerkconnector Hierop sluit u een optionele netwerkkabel aan.
Onderdelen herkennen PC Card-slot en PC Card-knop Onderdeel Beschrijving PC Card-slot Hierin kunt u een optionele 32-bits CardBus-kaart van Type I of Type II of een 16-bits PC Card plaatsen. Ejectknop van PC Card Hiermee verwijdert u een optionele PC Card uit het PC Card-slot. Handleiding voor de hardware en software 1–17...
Onderdelen herkennen Ventilatieopening en bevestigingspunt voor beveiligingskabel Onderdeel Beschrijving Ventilatieopening* Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen. Ä Blokkeer de ventilatieopeningen niet, om oververhitting te voorkomen. Zorg ervoor dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een printer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een dik kleed of kleding).
Onderdelen herkennen Onderdelen aan de rechterkant Poorten en in-/uitgangen Onderdeel Beschrijving USB-poorten (2)* Hierop sluit u optionele USB-apparatuur aan. 1394-poort Hierop sluit u een optioneel 1394a-apparaat aan, zoals een scanner, een digitale camera of een digitale camcorder. S-video-uitgang Hierop kunt u een optioneel S-videoapparaat aansluiten, zoals een televisie, videorecorder, camcorder, projector of video-opnamekaart.
Onderdelen herkennen Digitale-mediaslot en optische-schijfeenheid Onderdeel Beschrijving Digitale-mediaslot Ondersteunt digitale geheugenkaarten.* Lampje van Aan: er wordt geschreven naar of gelezen digitale-mediaslot van een digitale geheugenkaart.* † Optische-schijfeenheid Ondersteunt een optische schijf. Ejectknop van lade Hiermee opent u de lade van de optische-schijfeenheid.
Onderdelen herkennen Onderdelen aan de onderkant Mini-PCI-compartiment en geheugencompartiment Onderdeel Beschrijving Mini-PCI- Hierin kunt u een optionele compartiment draadloos-netwerkadapter plaatsen. Ä Plaats alleen een mini-PCI-apparaat dat is goedgekeurd voor gebruik in uw notebook- computer door de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor draadloze- communicatieapparatuur in uw land.
Onderdelen herkennen Ruimtes, accu-ontgrendeling en ventilatieopeningen Onderdeel Beschrijving Accu-ontgrendeling* Hiermee ontgrendelt u een accu in de accuruimte. Accuruimte Hierin bevindt zich een accu. † Ventilatieopeningen (4) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen. Ä Blokkeer de ventilatieopeningen niet, om oververhitting te voorkomen.
Onderdelen herkennen Aanvullende onderdelen Hardware Afhankelijk van de regio, het land, het model van de notebook- computer en de optionele hardware die u heeft aangeschaft, worden verschillende onderdelen bij de notebookcomputer geleverd. In de volgende gedeelten worden de externe onderdelen beschreven waarvan de meeste notebookmodellen zijn voorzien.
Onderdelen herkennen Optische schijven Bij alle notebookmodellen wordt software meegeleverd op optische schijven, zoals cd's of dvd's. ■ De software in de verpakking "Required for Setup" (Benodigd voor installatie) is niet vooraf geïnstalleerd op de notebookcomputer. Al naar gelang de manier waarop u de notebookcomputer wilt gebruiken, kunt u sommige of alle applicaties installeren.
Pagina 34
Onderdelen herkennen ■ Label met kennisgevingen: hierop vindt u kennisgevingen over de notebookcomputer. Het label met kennisgevingen bevindt zich in de accuruimte. ■ Label met goedkeuringen voor het modem: bevat voorschriften en goedkeuringen van instanties die zijn vereist voor een aantal landen waarin het modem kan worden gebruikt.
Dit hoofdstuk bevat informatie over de functies en voorzieningen wanneer de notebookcomputer in Microsoft® Windows® werkt. Als QuickPlay wordt gebruikt (alleen bepaalde modellen), kan de functionaliteit van sommige onderdelen afwijken. Raadpleeg de Gebruikershandleiding HP QuickPlay voor meer informatie. Handleiding voor de hardware en software 2–1...
Toetsenbord en touchpad Touchpad Onderdelen van het touchpad Het touchpad bevat de volgende onderdelen: 1 Touchpad 4 Verticaal schuifvlak van het touchpad 2 Touchpadlampje 5 Linker- en rechterknop van het touchpad 3 Touchpadknop 2–2 Handleiding voor de hardware en software...
Toetsenbord en touchpad Touchpad gebruiken In Windows biedt het touchpad de nagivatie-, selectie- en schuiffuncties van een optionele externe muis. In Windows geldt het volgende: ■ Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u uw vinger over het oppervlak van het touchpad in de richting waarin u de aanwijzer wilt verplaatsen.
Toetsenbord en touchpad Voorkeuren voor het touchpad instellen In het venster Eigenschappen voor Muis van Windows kunt u het volgende doen: ■ U kunt basisinstellingen wijzigen voor de cursorbesturing, zoals de kliksnelheid, de snelheid en vorm van de aanwijzer, en muissporen. ■...
Pagina 39
Toetsenbord en touchpad Het venster met eigenschappen voor het touchpad bevat onder meer de volgende voorkeuren: ■ TouchPad Tapping (Tikfunctie van touchpad): hiermee kunt u een item selecteren door eenmaal op het touchpad te tikken of op een item dubbelklikken door tweemaal op het touchpad te tikken.
Toetsenbord en touchpad Hotkeys Locatie van hotkeys 1 met Hotkeys zijn vooraf ingestelde combinaties van de toets 2, een van de functietoetsen 3 of de toets de toets De pictogrammen op de functietoetsen tot en met vertegenwoordigen hun hotkeyfuncties. 2–6 Handleiding voor de hardware en software...
Toetsenbord en touchpad Overzicht van hotkeys In de volgende tabel worden de standaardhotkeyfuncties beschreven. De functie van de hotkey kan worden fn+f5 gewijzigd. Raadpleeg het gedeelte "Overige voorkeuren voor energiebeheer instellen" hoofdstuk 3, "Energiebeheer", voor instructies. Standaardfunctie Hotkey Het venster Help en ondersteuning openen. fn+f1 Het venster met afdrukopties openen.
Toetsenbord en touchpad Werkwijzen voor het gebruik van hotkeys Hotkeys gebruiken op het geïntegreerde toetsenbord Als u een hotkeyopdracht wilt gebruiken op het toetsenbord van de notebookcomputer, volgt u een van de volgende procedures: ■ Druk kort op en druk vervolgens kort op de tweede toets van de hotkeyopdracht.
■ koppelingen naar ondersteuningsspecialisten van HP. In Windows kunt u het venster Help en ondersteuning ook openen door Start > Help en ondersteuning te selecteren. Handleiding voor de hardware en software...
Toetsenbord en touchpad Afdrukvenster openen (fn+f2) In Windows opent u met de hotkey het venster met fn+f2 afdrukopties van de actieve applicatie in Windows. Internet Explorer openen (fn+f3) In Windows opent u met de hotkey Internet Explorer. fn+f3 ■ Totdat u Internet- of netwerkdiensten heeft geïnstalleerd, opent u met de hotkey de wizard Internet-verbinding fn+f3...
S-video-ingangen) ■ samengestelde video (televisies, camcorders, videorecorders en video-opnamekaarten met samengestelde-video-ingangen) ✎ Samengestelde-videoapparaten kunnen alleen op het systeem worden aangesloten via een dockingproduct van HP. Standbystand activeren (fn+f5) Met de standaardinstelling van de hotkey kunt u de fn+f5 standbystand activeren.
Volg daarna de instructies op het scherm om uw gebruikerswachtwoord of beheerderswachtwoord voor Windows op te geven en weer toegang te krijgen tot de notebookcomputer. Raadpleeg hoofdstuk 6, "Beveiliging", voor informatie over het combineren van Windows-wachtwoorden en HP wachtwoorden. 2–12 Handleiding voor de hardware en software...
Toetsenbord en touchpad Helderheid verlagen (fn+f7) Met de hotkey verlaagt u de helderheid van het beeldscherm fn+f7 van de notebookcomputer. Hoe langer u de hotkey fn+f7 ingedrukt houdt, hoe donkerder het beeldscherm wordt. Als u de helderheid van het scherm verlaagt, wordt er minder energie verbruikt.
Toetsenbord en touchpad Hotkeys voor het afspelen van media (fn+f9 tot en met fn+f12) De volgende vier hotkeys kunnen worden gebruikt om het afspelen van een audio-cd of een dvd te regelen. Om het afspelen van een video-cd te besturen, gebruikt u de media-afspeelknoppen in uw Windows-applicatie voor het afspelen van video-cd's.
Toetsenbord en touchpad Vorige muziekstuk of hoofdstuk van een audio-cd of dvd afspelen (fn+f11) Met de hotkey wordt het vorige muziekstuk van een fn+f11 afgespeelde audio-cd of het vorige hoofdstuk van een afgespeelde dvd afgespeeld. Volgende muziekstuk of hoofdstuk van een audio-cd of dvd afspelen (fn+f12) Met de hotkey wordt het volgende muziekstuk van een...
Toetsenbord en touchpad Mediaknoppen De knoppen boven het toetsenbord voor het afspelen van media worden elders in deze handleiding beschreven. Deze knoppen zijn hierna afgebeeld. Koppelingen naar informatie over deze knoppen zijn verderop in dit gedeelte te vinden. 1 Dvd-knop 3 Knoppen voor het afspelen van media 2 Volumeknoppen...
Toetsenbord en touchpad Informatie over dvd-knop en muziekknop De volgende informatie is beschikbaar: ■ Raadpleeg de gedeelten "Dvd-knop" "Muziekknop" hoofdstuk 1, "Onderdelen herkennen", voor een overzicht van de functies van de dvd-knop en de muziekknop. ■ Raadpleeg "Standaard multimedia-applicaties voor Windows openen"...
Toetsenbord en touchpad Toetsenblokken Wilt u met een toetsenblok werken, dan kunt u gebruikmaken van het toetsenblok dat is geïntegreerd in het toetsenbord van de notebookcomputer, of een optioneel extern toetsenblok aansluiten. Het toetsenblok dat is geïntegreerd in het toetsenbord van de notebookcomputer, wordt het geïntegreerde numerieke toetsenblok genoemd.
Toetsenbord en touchpad Geïntegreerd numeriek toetsenblok in- en uitschakelen Wanneer het geïntegreerde numerieke toetsenblok is 1 om het toetsenblok in uitgeschakeld, drukt u op fn+num lk te schakelen. Het num lock-lampje 2 gaat branden. Wanneer het geïntegreerde numerieke toetsenblok is ingeschakeld, drukt u op om het toetsenblok uit fn+num lk...
Toetsenbord en touchpad Schakelen tussen de functies van de toetsenbloktoetsen U kunt schakelen tussen de standaardfunctie (de letter) en de toetsenblokfunctie van een toets op het geïntegreerde numerieke toetsenblok. ■ Als u een toets van het toetsenblok als toetsenbloktoets wilt gebruiken wanneer het toetsenblok is uitgeschakeld, houdt u -toets ingedrukt terwijl u op de toets drukt.
Toetsenbord en touchpad Werken met een extern numeriek toetsenblok ✎ Het geïntegreerde numerieke toetsenblok kan niet worden gebruikt wanneer een optioneel extern numeriek toetsenblok is aangesloten op de notebookcomputer. De meeste toetsen op de meeste externe numerieke toetsen- blokken werken anders wanneer num lock is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Dit hoofdstuk bevat informatie over de functies en voorzieningen wanneer de notebookcomputer in Microsoft® Windows® werkt. Als QuickPlay wordt gebruikt (alleen bepaalde modellen), kan de functionaliteit van sommige onderdelen afwijken. Raadpleeg de Gebruikershandleiding HP QuickPlay voor meer informatie. Handleiding voor de hardware en software 3–1...
Energiebeheer Voedingsbronnen Voedingsbron selecteren Kies in de volgende tabel een voedingsbron die wordt aanbevolen voor de activiteiten die u met de notebookcomputer wilt uitvoeren. Activiteit Aanbevolen voedingsbron ■ Opgeladen accu in de notebookcomputer Met de meeste applicaties werken ■ Externe voeding geleverd door een van de volgende apparaten: ❐...
Energiebeheer Schakelen tussen accuvoeding en externe voeding Wanneer er een externe voedingsbron beschikbaar is voor de notebookcomputer, werkt deze op externe voeding. Hierdoor wordt een eventueel geplaatste accu gespaard. Externe voeding kan worden geleverd door een netvoedingsadapter, een optioneel dockingapparaat of een optionele gecombineerde voedingsadapter.
Energiebeheer Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes Deze afbeelding dient als overzicht van de locaties van de voedingsknoppen en voedingslampjes op de notebookcomputer. Een overzicht van de functies van deze onderdelen vindt u in hoofdstuk 1, "Onderdelen herkennen". Instructies voor het gebruik van deze onderdelen worden in dit hoofdstuk gegeven.
Energiebeheer Overzicht van standbystand, hibernationstand en afsluiten van de computer Standbystand In de standbystand wordt er stroom bespaard doordat er minder voeding wordt geleverd aan systeemonderdelen die niet worden gebruikt. Bovendien wordt uw privacy beschermd doordat het beeld van het scherm verdwijnt. Wanneer de standbystand wordt geactiveerd, wordt uw werk opgeslagen in het RAM (Random Access Memory), wordt het scherm gewist en knipperen de aan/uit/standby-lampjes.
Energiebeheer Standbystand activeren De standbystand kan door u of automatisch (door het systeem) worden geactiveerd. Standbystand handmatig activeren Uitgaande van de standaardinstellingen van Windows wordt de standbystand geactiveerd wanneer u de notebookcomputer sluit. Wanneer u de notebookcomputer sluit, drukt het beeldscherm de beeldschermschakelaar in.
Energiebeheer Door het systeem geactiveerde standbystand Als de notebookcomputer met Windows werkt en de standaard- instellingen gelden, wordt de standbystand automatisch geactiveerd wanneer de notebookcomputer niet is gebruikt gedurende een bepaalde periode: ■ Als de notebookcomputer op accuvoeding werkt, wordt de standbystand automatisch geactiveerd wanneer de notebook- computer 10 minuten niet is gebruikt.
Energiebeheer Hibernationstand Ä VOORZICHTIG: Als u de configuratie van de notebookcomputer wijzigt terwijl de hibernationstand is geactiveerd, kan de hibernationstand mogelijk niet meer worden beëindigd. Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer de hibernationstand actief is: ■ Installeer of verwijder geen geheugenmodule. ■...
Energiebeheer Hibernationstand activeren Wanneer de notebookcomputer met Windows werkt en de standaardinstellingen gelden, kan de hibernationstand door u of automatisch (door het systeem) worden geactiveerd. Hibernationstand handmatig activeren U activeert de hibernationstand als volgt handmatig: ■ Windows XP Home: selecteer Start > Uitschakelen. Houd vervolgens ingedrukt en selecteer Stand-by.
Energiebeheer Hibernationstand beëindigen Als u de hibernationstand wilt beëindigen, drukt u op de aan/uit-knop. Vaststellen of de notebookcomputer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat Als u wilt vaststellen of de notebookcomputer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, drukt u op de aan/uit-knop. ■...
Energiebeheer Uw werk onderbreken Als u in Windows werkt en van plan bent uw werk kort te onderbreken: activeer de standbystand bij korte onderbrekingen en de hibernationstand bij langere onderbrekingen of om energie te besparen. Hoe lang een accu de standby- of hibernationstand kan ondersteunen of een lading kan bevatten, hangt af van de notebookconfiguratie en de conditie van de accu.
Energiebeheer Storing van schijfmedia Activeer de standbystand of de hibernationstand niet terwijl er een schijfmedium wordt afgespeeld. Zo voorkomt u verlies van de afspeelfunctionaliteit of de afspeelkwaliteit. Als de standbystand of de hibernationstand wordt geactiveerd terwijl een medium in een drive (zoals een cd of dvd) in gebruik is, kan het volgende gebeuren: ■...
Energiebeheer Procedures voor standbystand, hibernationstand en afsluiten van de computer In dit gedeelte worden de standaardprocedures beschreven voor de standbystand, de hibernationstand en het afsluiten van de notebookcomputer. Tevens bevat dit gedeelte informatie over het in- of uitschakelen van het beeldscherm. Raadpleeg het gedeelte "Voorkeuren voor energiebeheer"...
Energiebeheer Notebookcomputer in- en uitschakelen Activiteit Procedure Resultaten ■ De Notebookcomputer Druk op de aan/uit-knop. inschakelen in aan/uit/standby- ✎ Als u op de aan/uit-knop Windows wanneer lampjes drukt, wordt de de computer uit gaan branden. notebookcomputer weer staat of in de ■...
Energiebeheer Standbystand activeren of beëindigen Activiteit Procedure Resultaat ■ De aan/uit/ Standbystand Terwijl de notebookcomputer aan standby-lampjes activeren vanuit staat, voert u een van de volgende knipperen. Windows. procedures uit: ■ Het scherm wordt ■ Druk op de hotkey fn+f5. gewist.
Pagina 71
Energiebeheer Activiteit Procedure Resultaat ■ De aan/uit/ Van de Gebruik een van de volgende standbystand procedures: standby-lampjes teruggaan naar gaan branden. ■ Druk kort op de aan/uit-knop. Windows. ■ Uw gegevens ■ Gebruik het touchpad. verschijnen weer ■ Druk op een willekeurige toets op op het scherm.
Energiebeheer Hibernationstand activeren of beëindigen De hibernationstand kan alleen worden geactiveerd wanneer deze voorziening is ingeschakeld. De hibernationvoorziening is standaard ingeschakeld. Als u wilt controleren of de hibernation- voorziening is ingeschakeld, selecteert u Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer >...
Pagina 73
Energiebeheer Activiteit Procedure Resultaten † ■ De aan/uit/ Hibernationstand Druk kort op de aan/uit-knop. standby-lampjes beëindigen gaan branden. ■ Uw gegevens verschijnen weer op scherm. † Als de hibernationstand automatisch werd geactiveerd vanwege een kritiek laag ladingsniveau van de accu, sluit u een externe voedingsbron aan of plaatst u een opgeladen accu in de computer voordat u op de aan/uit-knop drukt.
Energiebeheer Noodprocedures voor het afsluiten van de notebookcomputer Als de notebookcomputer niet meer reageert, probeert u eerst de computer uit te schakelen met de volgende standaardprocedures: ■ Windows XP Home: selecteer Start > Uitschakelen > Uitschakelen. ■ Windows XP Professional: selecteer Start > Uitschakelen > Uitschakelen >...
Energiebeheer Voorkeuren voor energiebeheer Energiebeheerschema's U kunt alleen energiebeheerschema's instellen en gebruiken wanneer de notebookcomputer met Windows werkt. Met behulp van een energiebeheerschema bepaalt u de hoeveelheid voeding die de notebookcomputer gebruikt wanneer deze werkt op externe voeding of op accuvoeding. U kunt hiermee ook instellen dat de standbystand of de hibernationstand wordt geactiveerd na een bepaalde periode zonder activiteit.
Energiebeheer Overige voorkeuren voor energiebeheer instellen U kunt de werking in Windows van de aan/uit-knop, de hotkey en de beeldschermschakelaar wijzigen. fn+f5 Uitgaande van de standaardinstellingen voor de hotkey , de fn+f5 aan/uit-knop en de beeldschermschakelaar, geldt het volgende wanneer de notebookcomputer is ingeschakeld in Windows: ■...
Pagina 77
Energiebeheer Als u de werking in Windows van de aan/uit-knop, de hotkey of de beeldschermschakelaar wilt wijzigen, gaat u als volgt fn+f5 te werk: 1. Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Geavanceerd. ❏ Als u de werking van de aan/uit-knop wilt wijzigen, selecteert u de gewenste werking in de vervolgkeuzelijst bij Als ik de aan/uit-schakelaar van de computer indruk.
Energiebeheer Accu Accu opladen U kunt als volgt de accuwerktijd verlengen en de nauwkeurigheid van de weergave van de acculading optimaliseren: Å WAARSCHUWING: Laad de accu van de notebookcomputer niet op aan boord van een vliegtuig. Door het opladen van de accu kunnen elektronische systemen in een vliegtuig beschadigd raken.
Energiebeheer Het acculampje geeft de status van de acculading aan: ■ Aan: de accu wordt opgeladen. ■ Knipperend: de accu is bijna leeg en wordt niet opgeladen. ■ Uit: de accu is volledig opgeladen of niet geplaatst. Raadpleeg het gedeelte "Acculading controleren"...
Energiebeheer Informatie over de acculading weergeven In Windows kunt u informatie over de acculading op het scherm weergeven met de voorziening Energiemeter van Windows. In Windows opent u de weergave van Energiemeter als volgt: ■ Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud >...
Energiebeheer Omgaan met een bijna lege accu In dit gedeelte vindt u informatie over waarschuwingen voor bijna lege accu's en systeemreacties. De standaardreacties van het acculampje kunnen niet worden gewijzigd. Als u andere reacties wilt wijzigen, selecteert u Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud >...
Energiebeheer Problemen met bijna lege accu verhelpen Ä VOORZICHTIG: U voorkomt als volgt problemen bij het beëindigen van de hibernationstand: Als het niveau van de acculading van de notebookcomputer kritiek laag is, wacht u tot de hibernationstand volledig is geactiveerd voordat u de voeding herstelt. Wanneer de hibernationstand volledig is geactiveerd, gaan de aan/uit/standby-lampjes uit.
Energiebeheer Accu kalibreren Wanneer is kalibreren noodzakelijk? Zelfs als een accu intensief wordt gebruikt, hoeft de accu maar eens per maand te worden gekalibreerd. U hoeft een nieuwe accu niet te kalibreren voordat u deze in gebruik neemt. Door kalibratie neemt de werktijd van de accu meestal niet toe. Wel kan de nauwkeurigheid van de informatie over de acculading worden verbeterd, met name onder de volgende omstandigheden: ■...
Energiebeheer Procedure voor het kalibreren van een accu U kalibreert een accu door deze eerst volledig op te laden, vervolgens volledig te ontladen en dan weer volledig op te laden terwijl de notebookcomputer met Windows werkt. Accu opladen Laad de accu op terwijl de notebookcomputer is ingeschakeld. U laadt de accu als volgt op: Å...
Energiebeheer Accu ontladen Ä VOORZICHTIG: Om verlies van gegevens te voorkomen, is het belangrijk uw werk op te slaan voordat u met een onbeheerde ontladingsprocedure begint. De notebookcomputer moet gedurende het hele ontladingsproces ingeschakeld blijven. De accu kan worden ontladen ongeacht of de notebookcomputer in gebruik is.
Pagina 86
Energiebeheer Ga als volgt te werk om de accu volledig te ontladen: 1. Schakel de hibernationvoorziening uit. U schakelt de hibernationvoorziening als volgt uit: Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Slaapstand. Schakel vervolgens de optie Slaapstand inschakelen uit 2.
Pagina 87
Energiebeheer Accu opnieuw opladen 1. Sluit de notebookcomputer aan op een externe voedingsbron en houd de computer daarop aangesloten totdat de accu volledig opnieuw is opgeladen en het acculampje uitgaat. U kunt de notebookcomputer gebruiken terwijl de accu wordt opgeladen. Het opladen verloopt echter sneller als de computer is uitgeschakeld.
Energiebeheer Accuvoeding besparen Als u gebruikmaakt van de volgende instellingen en procedures voor energiebesparing voor de accu, werkt de notebookcomputer langer op één acculading. Voeding besparen terwijl u werkt U bespaart als volgt voeding terwijl u werkt: ■ Zorg dat apparaten die u niet gebruikt, geen voeding van de notebookcomputer betrekken.
Energiebeheer Instellingen voor energiebesparing voor de accu selecteren U kunt de volgende instellingen voor energiebesparingen alleen instellen en gebruiken wanneer de notebookcomputer met Windows werkt. In Windows stelt u de notebookcomputer als volgt in om energie te besparen: ■ Selecteer een korte wachttijd voor de schermbeveiliging en selecteer een schermbeveiliging met zo weinig mogelijk afbeeldingen en bewegende beelden.
Energiebeheer Accu vervangen Ä VOORZICHTIG: Sluit de notebookcomputer af of activeer de hibernationstand voordat u een accu verwijdert die de enige voedingsbron is. Zo voorkomt u dat uw werk verloren gaat. (Als u de hibernationstand activeert, wacht dan met de volgende procedure tot de aan/uit/standby-lampjes uit zijn, ten teken dat de hibernationstand volledig is geactiveerd.) Accu verwijderen...
Energiebeheer Accu plaatsen Er zijn accu's in allerlei modellen, maar de plaatsingsprocedure is voor alle modellen hetzelfde. U plaatst een accu als volgt: 1. Leg de notebookcomputer ondersteboven op een vlakke ondergrond. 2. Plaats de accu in de accuruimte 1 en kantel de accu 2 tot deze goed op zijn plaats zit.
Zo beperkt u het risico van brand en brandwonden. Stel een accu niet bloot aan temperaturen boven de 60°C (140°F). Vervang de accu alleen door een HP accu die voor deze notebookcomputer wordt aanbevolen.
Microsoft® Windows® werkt. Bij gebruik van QuickPlay (alleen bepaalde modellen) kan de functionaliteit van sommige onderdelen afwijken. Raadpleeg de Gebruikershandleiding HP QuickPlay voor meer informatie. Volumeknoppen U kunt het geluidsvolume aanpassen met de volumeknoppen van de notebookcomputer.
Pagina 94
Multimedia ■ U past het geluidsvolume als volgt aan met de volume- knoppen van de notebookcomputer: ❏ Als u het geluid zachter wilt zetten, drukt u op de knop Geluid zachter 1. ❏ Als u het geluid harder wilt zetten, drukt u op de knop Geluid harder 2.
Pagina 95
Multimedia ■ U opent de volumeregeling van Windows als volgt: selecteer Start > Configuratiescherm > Spraak, geluid en geluidsapparaten > Geluiden en audioapparaten en selecteer daarna het tabblad Volume. ❏ Voor andere instellingen van de geluidskwaliteit, zoals de balans, selecteert u de knop Geavanceerd onder Volume. ❏...
Multimedia Geïntegreerde luidsprekers Door de geïntegreerde luidsprekers, die hierna zijn afgebeeld, wordt stereogeluid weergegeven van spelletjes, media, Internet en andere bronnen. Als er een extern apparaat, bijvoorbeeld een hoofdtelefoon, wordt aangesloten op een audio-uitgang (hoofdtelefoonuitgang), worden de geïntegreerde luidsprekers uitgeschakeld. 4–4 Handleiding voor de hardware en software...
Multimedia Externe audioapparatuur Audio-ingang (microfooningang) gebruiken Een apparaat dat is aangesloten op de audio-ingang, kan alleen worden gebruikt wanneer de notebookcomputer in Windows werkt. Op de audio-ingang, die hierna is afgebeeld, wordt een optionele monomicrofoon (één geluidskanaal) aangesloten. Het verdient aanbeveling een electret-condensatormicrofoon met een 3,5-mm stekker te gebruiken.
Multimedia Audio-uitgangen (hoofdtelefoonuitgangen) gebruiken Å WAARSCHUWING: Zet het geluidsvolume laag voordat u de hoofdtelefoon opzet. Hiermee voorkomt u gehoorbeschadiging. Ä VOORZICHTIG: Sluit een connector voor één geluidskanaal (mono) niet aan op een audio-uitgang, om mogelijke schade aan externe apparatuur te voorkomen. Audio-uitgangen gebruiken Op een audio-uitgang (ook wel hoofdtelefoonuitgang genoemd) kunt u een optionele hoofdtelefoon of stereoluidsprekers met...
Multimedia Wanneer een extern audioapparaat op een audio-uitgang wordt aangesloten, worden de geïntegreerde luidsprekers uitgeschakeld. Gebruik alleen een 3,5-mm connector wanneer u een apparaat aansluit op een audio-uitgang. Voorkeuren voor audio-uitgangen instellen De notebookcomputer is standaard ingesteld op het doorgeven van analoge audiosignalen via de twee audio-uitgangen (hoofdtelefoonuitgangen).
Multimedia Externe videoapparatuur S-videoapparatuur aansluiten (alleen bepaalde modellen) Wanneer de notebookcomputer in Windows werkt, kan een S-videoapparaat alleen worden gebruikt wanneer de optie TV-Out in het menu Player Setup (Instellingen van speler) is ingeschakeld. Audio aansluiten De S-video-uitgang biedt alleen ondersteuning voor videosignalen.
Pagina 101
Multimedia Video aansluiten Als u videosignalen wilt doorgeven via de S-video-uitgang, heeft u een standaardkabel voor S-video nodig. Deze kabels zijn verkrijgbaar bij de meeste computer- en elektronicazaken. U sluit als volgt de S-videokabel aan: 1. Sluit een van de uiteinden van de S-videokabel aan op de S-video-uitgang van de notebookcomputer, zoals hierna is afgebeeld.
De notebookcomputer kan alleen samengestelde-videosignalen doorgeven aan een extern apparaat via een optioneel dockingproduct van HP. 4–10 Handleiding voor de hardware en software...
Multimedia Procedures voor cd's en dvd's Schijven afspelen U kunt schijfactiviteiten zoals afspelen, onderbreken, stoppen en terugspoelen regelen met de volgende knoppen voor schijfactiviteiten: ■ Knoppen voor media-activiteiten: met deze vier knoppen op de notebookcomputer kunt u het afspelen van schijven snel regelen.
Multimedia Knoppen voor media-acitviteiten gebruiken Met de vier knoppen voor media-activiteiten regelt u het afspelen van een cd of dvd. ■ Om te verspringen naar de vorige selectie, drukt u op de knop Vorige/terugspoelen 1. ■ Om een selectie af te spelen of het afspelen te onderbreken, drukt u op de knop Afspelen/pauzeren 2.
Multimedia Afspelen beschermen U voorkomt als volgt verlies van de afspeelfunctionaliteit of de afspeelkwaliteit: ■ Sla uw werk op en sluit alle geopende applicaties voordat u een cd of dvd afspeelt. ■ Zorg dat de notebookcomputer wordt aangesloten op of losgekoppeld van een optioneel dockingapparaat voordat of nadat een schijf wordt afgespeeld en niet tijdens het afspelen van een schijf.
Multimedia Voorzorgsmaatregelen wanneer u gaat schrijven naar een cd of dvd Ä VOORZICHTIG: U voorkomt als volgt verlies van gegevens en beschadiging van een schijf: ■ Sluit de notebookcomputer aan op een betrouwbare externe voedingsbron voordat u naar een schijf schrijft. Schrijf niet naar een schijf als u accuvoeding gebruikt.
❏ Download de software vanaf de website van HP op http://www.hp.com. ■ InterVideo WinDVD Creator Plus: hiermee kunt u films maken, bewerken en op een dvd of video-cd branden. Deze software staat op de cd InterVideo WinDVD Creator die bij bepaalde notebookcomputers wordt geleverd.
Multimedia Op de notebookcomputer is mogelijk nog meer multimedia- software geïnstalleerd. Bekijk in elk geval de volgende onderdelen: ■ de pictogrammen op het bureaublad; ■ de software die staat vermeld bij Start > Alle programma's; ■ de vooraf geladen items die mogelijk beschikbaar zijn via Start >...
Multimedia 4. Wanneer de installatiewizard verschijnt, volgt u de installatie-instructies op het scherm. 5. Start de notebookcomputer opnieuw als daarom wordt gevraagd. ✎ Herhaal de installatieprocedure voor alle software die u wilt installeren. ✎ WinDVD Creator kan alleen worden geïnstalleerd vanaf bepaalde schijfeenheden.
Multimedia Regio-instelling van dvd's wijzigen Ä VOORZICHTIG: U kunt de regio-instelling van de dvd-drive slechts vijf keer wijzigen. ■ De vijfde regio-instelling die u selecteert, wordt de permanente regio-instelling van de dvd-drive. ■ In het veld Remaining Times Until Permanent (Resterend tot permanent) in het venster van WinDVD kunt u zien hoe vaak u de regio-instelling van de dvd-drive nog kunt wijzigen.
Multimedia Regio-instelling wijzigen met het besturingssysteem U wijzigt de instelling als volgt met het besturingssysteem: 1. Open Apparaatbeheer door Start > Deze computer te selecteren. Klik met de rechtermuisknop in het venster en selecteer Eigenschappen > tabblad Hardware > Apparaatbeheer. 2.
Multimedia WinDVD gebruiken U wijzigt de regio-instelling van een optische-schijfeenheid als volgt met WinDVD: 1. Open WinDVD op een van de volgende manieren: ❏ Selecteer het pictogram van WinDVD Player in het systeemvak van de taakbalk. ❏ Selecteer Start > Alle programma's (of Programma's) >...
Multimedia Standaard multimedia-applicaties voor Windows openen ■ Als u de standaardapplicatie voor het afspelen van dvd's van de notebookcomputer wilt starten, drukt u op de dvd-knop 1. ■ Als u de standaardapplicatie voor het afspelen van muziek wilt starten, drukt u op de muziekknop 2. Raadpleeg het gedeelte "Quick Launch-knoppen gebruiken (alleen bepaalde modellen)"...
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Voorzieningen voor draadloze communicatie Als de notebookcomputer is voorzien van een 802.11- en/of een Bluetooth-apparaat voor draadloze communicatie, is de notebookcomputer geschikt voor een draadloos netwerk. ■ Met een notebookcomputer die geschikt is voor draadloze communicatie via de 802.11-standaard, kunt u verbinding maken met draadloze lokale netwerken (WLAN's) in bedrijfsruimtes, bij u thuis en in openbare ruimtes, zoals...
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Knoppen en lampjes voor draadloze communicatie De notebookcomputer heeft een knop voor draadloze communicatie, die kan worden gebruikt om 802.11- en Bluetooth-apparaten te activeren en deactiveren, en lampjes die de status van de apparatuur voor draadloze communicatie aangeven.
Pagina 116
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Naast de knop en de lampjes voor draadloze communicatie kan de notebookcomputer de volgende softwarevoorzieningen bevatten voor het in-/uitschakelen en activeren/deactiveren van de apparaten voor draadloze communicatie: Voorzieningen voor draadloze communicatie Beschrijving Hulpprogramma Wireless In dit hulpprogramma kunt u de 802.11- Assistant (Assistent voor en Bluetooth-apparaten voor draadloze draadloze communicatie,...
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) 802.11-apparaten voor draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Met een 802.11-apparaat voor draadloze communicatie kunt u toegang krijgen tot een draadloos lokaal netwerk (ook wel draadloos netwerk, draadloos LAN of WLAN genoemd), dat bestaat uit andere computers en accessoires die met elkaar zijn verbonden door een draadloze router of een draadloos toegangspunt.
Pagina 118
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Computers met 802.11-apparaten voor draadloze communicatie kunnen een of meer van de volgende drie industriestandaarden ondersteunen: ■ 802.11b, de eerste populaire standaard, ondersteunt gegevenssnelheden tot 11 Mbps en werkt met een frequentie van 2,4 GHz. ■...
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Thuis een draadloos lokaal netwerk opzetten Microsoft Windows XP ondersteunt WLAN-configuraties door middel van de voorziening Zero Client Configuration. Als u thuis een draadloos lokaal netwerk wilt opzetten en verbinding wilt maken met Internet, heeft u de volgende apparatuur nodig: ■...
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Thuis verbinding maken met een draadloos lokaal netwerk U maakt als volgt thuis verbinding met een draadloos lokaal netwerk: ■ Controleer of alle vereiste stuurprogramma's voor het 802.11-apparaat voor draadloze communicatie zijn geïnstalleerd en of het apparaat correct is geconfigureerd. ✎...
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) U krijgt als volgt meer informatie over het tot stand brengen van een verbinding met een draadloos lokaal netwerk bij u thuis: ■ Raadpleeg de informatie van uw Internet-provider en de documentatie die bij de draadloze router en andere WLAN-apparatuur is geleverd.
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Beveiligingsvoorzieningen voor draadloze communicatie Wanneer u thuis een WLAN opzet of verbinding maakt met een bestaand openbaar WLAN, is het altijd belangrijk ervoor te zorgen dat het draadloze netwerk wordt beschermd door beveiligingsvoorzieningen. Als u geen beveiliging inschakelt voor het WLAN, kan een onbevoegde gebruiker die draadloos kan communiceren, toegang krijgen tot uw gegevens en zonder dat u het weet gebruikmaken van uw Internet-verbinding.
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) 802.11-apparaat voor draadloze communicatie herkennen Mogelijk heeft u de naam nodig van het geïntegreerde 802.11-apparaat voor draadloze communicatie dat in de notebookcomputer is geïnstalleerd. U herkent als volgt een geïntegreerd 802.11-apparaat voor draadloze communicatie: 1. Geef de namen van alle netwerkapparaten op de notebookcomputer weer: a.
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Een Bluetooth-apparaat voor draadloze communicatie maakt draadloze communicatie over korte afstanden mogelijk, ter vervanging van de traditionele communicatie via fysieke kabels tussen elektronische apparaten zoals: ■ netwerktoegangspunten ■ computers (desktop- en notebookcomputers, PDA's);...
Pagina 125
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) ■ Netwerktoegang (Personal Area Networking Profile): stelt twee of meer Bluetooth-apparaten in staat een ad-hoc (peer-to-peer) netwerk te vormen. Dit onderdeel voorziet in een mechanisme waardoor een Bluetooth-apparaat via een netwerktoegangspunt toegang kan krijgen tot een extern netwerk.
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Status van apparaten voor draadloze communicatie In combinatie met het hulpprogramma Wireless Assistant activeert en deactiveert u met de knop voor draadloze communicatie 1 802.11-apparaten en Bluetooth-apparaten. Wanneer u de notebookcomputer inschakelt, worden standaard eventuele 802.11-apparaten en Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie ingeschakeld en gaat het bijbehorende lampje 2 branden.
Pagina 127
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) U kunt apparaten voor draadloze communicatie activeren en deactiveren met de knop voor draadloze communicatie. U kunt apparaten voor draadloze communicatie ook activeren en deactiveren in het setupprogramma. ✎ U kunt de knop voor draadloze communicatie of Wireless Assistant niet gebruiken om de apparaten voor draadloze communicatie in of uit te schakelen als ze zijn gedeactiveerd in het setupprogramma.
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Apparaten inschakelen Situatie Gewenste actie Handeling ■ U wilt een van beide 1. Klik met de Wireless rechtermuisknop op het of beide apparaten Assistant geeft pictogram Wireless aan dat WLAN inschakelen Assistant in het (802.11) en systeemvak.
Pagina 129
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Situatie Gewenste actie Handeling ■ U wilt een van beide 1. Druk op de knop voor Wireless draadloze communicatie. of beide apparaten Assistant geeft (De vorige toestand (in- of aan dat WLAN inschakelen uitgeschakeld) van de en Bluetooth zijn apparaten wordt hersteld.)* gedeactiveerd...
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Apparaten uitschakelen en deactiveren Situatie Gewenste actie Handeling ■ U wilt beide Druk op de knop voor Wireless Assistant apparaten draadloze communicatie. geeft aan dat WLAN en deactiveren Bluetooth zijn U wilt een van beide 1.
Beveiliging Beveiligingsvoorzieningen ✎ Van beveiligingsvoorzieningen moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze ontmoedingsmaatregelen kunnen niet voorkomen dat het apparaat verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. Met de beveiligingsvoorzieningen waarmee de notebook- computer is uitgerust, kunt u de notebookcomputer, persoonlijke informatie en gegevens beschermen tegen een aantal mogelijke gevaren.
Pagina 132
Beveiliging Gebruikt u deze Ter beveiliging tegen beveiligingsvoorziening ■ QuickLock Gebruik van de notebookcomputer door onbevoegden ■ Opstartwachtwoord in het setupprogramma* Ongeoorloofde toegang tot het Beheerderswachtwoord in het setupprogramma* setupprogramma (f10) Ongeoorloofd opstarten vanaf een Voorziening voor apparaatbeveiliging in het setupprogramma* optische-schijfeenheid of een diskettedrive Computervirussen...
Beveiliging QuickLock QuickLock beveiligt uw notebookcomputer door het aanmeldingsvenster van Windows weer te geven. Als het aanmeldingsvenster wordt weergegeven, kan de notebook- computer pas worden gebruikt nadat een gebruikerswachtwoord of beheerderswachtwoord voor Windows is ingevoerd. Voordat u de voorziening QuickLock kunt gebruiken, moet u een gebruikerswachtwoord of een beheerderswachtwoord voor Windows instellen.
Beveiliging Wachtwoorden van het setupprogramma en van Windows Voor de meeste beveiligingsvoorzieningen wordt gebruikgemaakt van wachtwoorden. Wanneer u een wachtwoord instelt, noteert u het wachtwoord en bewaart u deze notitie op een veilige plaats uit de buurt van de notebookcomputer. De beveiligingsvoorzieningen van het setupprogramma en de beveiligingsvoorzieningen van het besturingssysteem Windows werken onafhankelijk van elkaar.
Pagina 135
Beveiliging In de volgende tabel ziet u de meest gangbare wachtwoorden die door het setupprogramma en Windows worden gebruikt en de functie daarvan. Als u meer informatie wilt over andere Windows-wachtwoorden, bijvoorbeeld een wachtwoord voor de schermbeveiliging, selecteert u Start > Help en ondersteuning. In het setupprogramma ingestelde wachtwoorden Functie...
Beveiliging Wachtwoorden op elkaar afstemmen Een beheerderswachtwoord van het setupprogramma en een beheerderswachtwoord van Windows hebben verschillende functies. Een Windows-beheerderswachtwoord kan bijvoorbeeld niet worden gebruikt om toegang te krijgen tot het setupprogramma, en een setupbeheerderswachtwoord geeft geen toegang tot de inhoud van de notebookcomputer op beheerdersniveau.
Beveiliging Wachtwoord kiezen Als in het setupprogramma een wachtwoord is ingesteld, kan ditzelfde wachtwoord worden ingesteld als wachtwoord voor een andere voorziening van het setupprogramma of als Windows- wachtwoord. Voor setupwachtwoorden geldt het volgende: ■ Een setupwachtwoord kan bestaan uit een willekeurige combinatie van maximaal acht letters en cijfers.
Beveiliging Beheerderswachtwoord voor het setupprogramma Met het beheerderswachtwoord voor het setupprogramma beveiligt u de configuratie-instellingen en de systeem- identificatiegegevens in het setupprogramma. Wanneer dit wachtwoord is ingesteld, krijgt u alleen toegang tot het setupprogramma als u het wachtwoord heeft ingevoerd. Voor het beheerderswachtwoord geldt het volgende: ■...
Beveiliging 2. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) > Administrator Password (Beheerderswachtwoord) en druk op enter ❏ Beheerderswachtwoord instellen: typ het wachtwoord in het veld Enter New Password (Nieuw wachtwoord typen) en in het veld Confirm New Password (Nieuw wachtwoord bevestigen). Druk daarna op enter ❏...
Beveiliging Setupopstartwachtwoord Met een opstartwachtwoord dat is ingesteld in het setup- programma voorkomt u dat de notebookcomputer wordt gebruikt door onbevoegden. Als dit wachtwoord is ingesteld, moet u het wachtwoord opgeven wanneer de notebookcomputer wordt ingeschakeld, opnieuw wordt gestart of wordt geactiveerd vanuit de hibernationstand.
Beveiliging Opstartwachtwoord instellen U kunt een opstartwachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen in het setupprogramma. U beheert het wachtwoord als volgt: 1. Open het setupprogramma door de notebookcomputer aan te zetten of opnieuw te starten en op te drukken wanneer het setupbericht linksonder op het scherm verschijnt.
Beveiliging Opstartwachtwoord opgeven Wanneer de prompt Enter Password (Wachtwoord typen) verschijnt, typt u het wachtwoord (met hetzelfde type toetsen als waarmee u het wachtwoord heeft ingesteld) en drukt u vervolgens . Als u drie keer het verkeerde wachtwoord heeft enter opgegeven, moet u de notebookcomputer opnieuw starten en het opnieuw proberen.
Beveiliging Apparaatbeveiliging in het setupprogramma In het menu Device Security (Apparaatbeveiliging) van het setupprogramma kunt u de mogelijkheid uitschakelen dat de notebookcomputer opstart vanaf een optische-schijfeenheid of een diskettedrive. Mogelijkheden van de notebookcomputer worden als volgt uitgeschakeld of weer ingeschakeld in het setupprogramma: 1.
Beveiliging Antivirussoftware Wanneer u de notebookcomputer gebruikt voor e-mail of voor netwerk- of Internet-toegang, wordt de notebookcomputer blootgesteld aan computervirussen. Computervirussen kunnen tot gevolg hebben dat het besturingssysteem, de applicaties of de hulpprogramma's onbruikbaar worden of niet goed werken. Met antivirussoftware kunnen de meeste virussen worden opgespoord en vernietigd.
Beveiliging Essentiële beveiligingsupdates voor Windows XP Ä VOORZICHTIG: Om de notebookcomputer te beschermen tegen beveiligingslekken en computervirussen, verdient het aanbeveling elke essentiële update van Microsoft te installeren zodra u een bericht hierover ontvangt. U wordt ook aangeraden eens per maand Windows Update uit te voeren, om de nieuwste aanbevolen updates van Microsoft te installeren.
Beveiliging Firewall-software Wanneer u de notebookcomputer gebruikt voor e-mail of voor toegang tot een netwerk of Internet, kunnen anderen op ongeoorloofde wijze informatie verkrijgen over u, uw notebookcomputer en uw gegevens. Ter bescherming van uw privacy verdient het aanbeveling gebruik te maken van firewall-software.
Beveiliging Optionele beveiligingskabel ✎ Van beveiligingsvoorzieningen moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze ontmoedingsmaatregelen kunnen niet voorkomen dat het apparaat verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. U brengt de beveiligingskabel als volgt aan: 1. Leg de beveiligingskabel om een stevig verankerd voorwerp heen.
Upgrades en vervanging van hardware Apparaataansluitingen Apparaat met eigen voeding aansluiten U sluit de notebookcomputer als volgt aan op een optioneel extern apparaat dat een netsnoer heeft: 1. Zorg dat het apparaat is uitgeschakeld. 2. Sluit het apparaat aan op de connector of poort van de notebookcomputer volgens de specificaties van de fabrikant van het apparaat.
Upgrades en vervanging van hardware USB-apparaat aansluiten Een apparaat dat met een USB-kabel is aangesloten op de notebookcomputer, kan alleen worden gebruikt wanneer de computer met Windows werkt. USB (Universal Serial Bus) is een hardwarematige interface waarmee externe apparaten, zoals een USB-toetsenbord, -muis, -schijfeenheid, -printer, -scanner of -hub op de notebookcomputer of een optioneel dockingapparaat kunnen worden aangesloten.
Upgrades en vervanging van hardware 1394-apparaat aansluiten Een apparaat dat op de notebookcomputer is aangesloten via de 1394-poort, kan alleen worden gebruikt wanneer de notebook- computer met Windows werkt. IEEE 1394 is een hardwarematige interface die kan worden gebruikt om een multimedia-apparaat of gegevensopslagapparaat met hoge snelheid aan te sluiten op de notebookcomputer.
Upgrades en vervanging van hardware Communicatie-apparaat aansluiten Raadpleeg hoofdstuk 5, "Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen)", voor informatie over het gebruik van een optioneel apparaat voor draadloze communicatie. Raadpleeg het gedeelte "Geavanceerde functies van het setupprogramma gebruiken" hoofdstuk 8, "Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware", voor informatie over het gebruik van de voorziening Network Service Boot (Opstarten via netwerkservice) om de notebookcomputer...
Upgrades en vervanging van hardware Digitale geheugenkaarten Een digitale geheugenkaart kan alleen worden gebruikt wanneer de notebookcomputer met Windows werkt. Digitale geheugen- kaarten worden vaak gebruikt voor digitale opslag op camera's, camcorders en andere draagbare apparaten. Het digitale-mediaslot in de notebookcomputer ondersteunt de volgende typen kaarten: ■...
Upgrades en vervanging van hardware Lampje van het digitale-mediaslot Het lampje van het digitale-mediaslot gaat branden wanneer een geplaatste digitale geheugenkaart wordt gebruikt. Het lampje van het digitale-mediaslot gaat uit wanneer een geplaatste digitale geheugenkaart niet actief is of wanneer het digitale-mediaslot leeg is.
Upgrades en vervanging van hardware Digitale geheugenkaart plaatsen Ä VOORZICHTIG: Neem de volgende richtlijnen in acht om beschadiging van de connectoren van digitale geheugenkaarten te voorkomen: ■ Oefen zo weinig mogelijk druk uit wanneer u een digitale geheugenkaart in het digitale-mediaslot plaatst. ■...
Upgrades en vervanging van hardware Digitale geheugenkaart verwijderen U verwijdert als volgt een digitale geheugenkaart: 1. Sluit alle applicaties af en voltooi alle activiteiten die door de kaart worden gebruikt. (Om een gegevensoverdracht te stoppen, klikt u op Annuleren in het kopieervenster van Windows.) 2.
Upgrades en vervanging van hardware PC Cards Een PC Card kan alleen worden gebruikt wanneer de notebookcomputer met Windows werkt. Een PC Card is een accessoire ter grootte van een creditcard, met een functionaliteit die voldoet aan de specificaties van de PCMCIA (Personal Computer Memory Card International Association).
Upgrades en vervanging van hardware PC Card plaatsen Ä VOORZICHTIG: Neem de volgende richtlijnen in acht om beschadiging van de PC Card-connectoren te voorkomen: ■ Oefen zo weinig mogelijk kracht uit wanneer u een PC Card in een PC Card-slot plaatst. ■...
Upgrades en vervanging van hardware PC Card stopzetten en verwijderen Ä VOORZICHTIG: Om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt, zet u een PC Card stop voordat u deze verwijdert. ✎ Een PC Card verbruikt ook stroom als deze niet in gebruik is. Als u een PC Card stopzet, wordt er minder stroom verbruikt.
Upgrades en vervanging van hardware Schijfeenheden Schijfeenheden aan het systeem toevoegen De interne vaste schijf en de optische-schijfeenheid zijn standaardvoorzieningen van de notebookcomputer. Het type optische-schijfeenheid varieert per model notebookcomputer. Een optische-schijfeenheid kan aan het systeem worden toegevoegd door deze volgens de instructies in de documentatie bij de schijfeenheid aan te sluiten op een van de USB-poorten of op de 1394-poort.
Upgrades en vervanging van hardware Onderhoud van schijfeenheden Ä VOORZICHTIG: Ga als volgt te werk om verlies van uw werk en schade aan de notebookcomputer of een schijfeenheid te voorkomen: ■ Verwijder nooit de interne vaste schijf, behalve als de schijf moet worden gerepareerd of vervangen.
Upgrades en vervanging van hardware Interne vaste schijf vervangen De vaste schijf in de vaste-schijfruimte is de interne vaste schijf. Verwijder de interne vaste schijf alleen als de schijf moet worden gerepareerd of vervangen. Ä VOORZICHTIG: Om vastlopen van het systeem en verlies van gegevens te verkomen, wordt u aangeraden niet met deze procedure te beginnen voordat u het volgende heeft gedaan: ■...
Pagina 162
Upgrades en vervanging van hardware 3. Om het afdekplaatje van de vaste schijf te verwijderen en het lipje van de vaste schijf bloot te leggen 1, schuift u het afdekplaatje 2 een beetje naar links en tilt u het afdekplaatje omhoog en van de notebookcomputer vandaan.
Pagina 163
Upgrades en vervanging van hardware 5. U plaatst de vervangende vaste schijf door de kant met de connector van de vaste schijf 1 omlaag gericht te houden en de vaste schijf te laten zakken in de vaste-schijfruimte tot deze stevig vastzit 2. 6.
Pagina 164
Upgrades en vervanging van hardware 7. Draai de twee borgschroeven van de vaste schijf vast. Handleiding voor de hardware en software 7–17...
Upgrades en vervanging van hardware Geheugen De notebookcomputer heeft twee geheugenslots. Al naar gelang uw notebookmodel kan een vervangbare geheugenmodule zijn geplaatst in een van beide of in beide geheugenslots. Geheugen uitbreiden U kunt de hoeveelheid RAM (Random Access Memory) in de notebookcomputer uitbreiden door geheugenmodules te plaatsen in lege geheugenslots of door geplaatste geheugenmodules te vervangen.
Upgrades en vervanging van hardware Geheugenmodule verwijderen of plaatsen Å WAARSCHUWING: Deze procedure is alleen van toepassing op het geheugencompartiment. Probeer deze procedure niet in andere compartimenten uit te voeren, om het risico van letsel door elektrische schokken te beperken. Het geheugencompartiment, de accuruimte en de vaste-schijfruimte zijn de enige interne compartimenten van de notebookcomputer die voor de gebruiker toegankelijk zijn.
Pagina 167
Upgrades en vervanging van hardware 5. Verwijder de accu. Raadpleeg het gedeelte "Accu vervangen" hoofdstuk 3, "Energiebeheer", voor instructies. 6. Leg de notebookcomputer ondersteboven. 7. Verwijder de twee schroeven van het geheugen- compartiment 1, til het afdekplaatje van het geheugencompartiment op en verwijder het plaatje 2. 7–20 Handleiding voor de hardware en software...
Pagina 168
Upgrades en vervanging van hardware 8. Verwijder of plaats de geheugenmodule. U verwijdert een geheugenmodule als volgt: a. Trek de borgklemmetjes aan beide zijden van de module weg 1. (De module komt omhoog.) b. Pak de module aan de rand vast en trek de module voorzichtig uit het geheugenslot 2.
Pagina 169
Upgrades en vervanging van hardware U plaatst een geheugenmodule als volgt: a. Lijn de inkeping in de module uit met het nokje op het geheugenslot 1. Als u één geheugenmodule in een leeg geheugen- compartiment plaatst, plaatst u de module in het onderste slot.
Pagina 170
Upgrades en vervanging van hardware 9. Sluit het geheugencompartiment door de lipjes van het afdekplaatje van het geheugencompartiment uit te lijnen met de sleufjes in de notebookcomputer en vervolgens het afdekplaatje over het geheugencompartiment te schuiven totdat het op zijn plaats zit 1. 10.
Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware Software-updates U wordt aangeraden de nieuwste versies van de bij de notebookcomputer geleverde software te installeren zodra deze beschikbaar zijn, zodat de notebookcomputer optimale prestaties levert en compatibel is met de nieuwste technologieën. Net als bij elke andere wijziging van software wordt u dringend geadviseerd een herstelpunt te maken voordat u met een software-update begint.
2. een update van het ROM (Read-Only Memory) voorbereiden door na te gaan wat de versie is van het huidige ROM dat op de notebookcomputer is geïnstalleerd; 3. de gewenste updates opzoeken op de HP website; 4. de updates downloaden en installeren. Voordat u een software-update uitvoert...
Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware ROM-gegevens van de notebookcomputer opzoeken Als u wilt vaststellen of een beschikbare ROM-update een hogere ROM-versie is dan de huidige ROM-versie die op de notebook- computer is geïnstalleerd, moet u weten welke versie van het ROM momenteel is geïnstalleerd. »...
Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware Update downloaden en installeren De meeste software op de website van HP is verpakt in gecomprimeerde bestanden die SoftPaq's worden genoemd. Sommige ROM-updates kunnen zijn verpakt in gecomprimeerde bestanden die RomPaq's worden genoemd. De meeste downloadpakketten bevatten een bestand met de naam Readme.txt.
Zorg dat u geen apparaten, kabels of snoeren plaatst, verwijdert, aansluit of loskoppelt. ROM-update downloaden 1. Ga naar de pagina op de HP website die de software voor uw notebookcomputer bevat: ❏ Selecteer Start > Help en ondersteuning en selecteer een koppeling voor een software-update.
Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware 3. In de downloadsectie doet u het volgende: a. Noteer de datum, naam of andere kenmerkende gegevens van een ROM-update die recenter is dan het ROM dat momenteel op de notebookcomputer is geïnstalleerd. (Aan de hand van deze gegevens kunt u de update terugvinden nadat deze naar de vaste schijf is gedownload.) b.
Pagina 177
ROM-update downloaden en installeren U kunt als volgt andere software dan het ROM updaten: 1. Ga naar de pagina op de HP website die de software voor uw notebookcomputer bevat: selecteer Start > Help en ondersteuning en selecteer een koppeling voor software-updates.
Pagina 178
Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware 6. Selecteer in de doelmap de naam of het nummer van het softwarepakket dat u heeft gedownload. 7. Selecteer het bestand met de extensie .exe, bijvoorbeeld Bestandsnaam.exe. (De installatie begint.) 8. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware Software herstellen Systeemherstel gebruiken Systeemherstel is een voorziening van het besturingssysteem Windows waarmee u schadelijke veranderingen in de software van de notebookcomputer ongedaan kunt maken. Dat gebeurt door de software te herstellen in een eerdere staat, herstelpunt genoemd, waarin de software optimaal functioneerde.
Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware Herstelpunt instellen U stelt als volgt handmatig een herstelpunt in: 1. Selecteer Start > Help en ondersteuning > Systeemherstel. 2. Selecteer Een herstelpunt maken en volg de instructies op het scherm. Eerdere status van het systeem herstellen U herstelt als volgt terug een eerdere status van het systeem: 1.
Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware Quick Launch-knoppen gebruiken (alleen bepaalde modellen) Quick Launch-knoppen stellen u in staat met één toetsdruk een applicatie te openen. Handleiding voor de hardware en software 8–11...
Pagina 182
Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware Een Quick Launch-knop kan worden toegewezen aan een andere taak, zoals een Internet- of netwerklocatie, een applicatie of een gegevensbestand. Een Quick Launch-knop kan bijvoorbeeld worden toegewezen voor het openen van: ■ uw webbrowser op een favoriete webpagina; ■...
Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware Setupprogramma Het setupprogramma is een ROM-hulpprogramma voor systeemgegevens en aanpassingen dat u ook kunt gebruiken als het besturingssysteem Windows niet werkt of niet kan worden gestart. Met dit hulpprogramma kunt u informatie over de notebook- computer weergeven en kunt u instellingen opgeven voor opstartprocedures, beveiliging en andere voorkeuren.
Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware Taal van het setupprogramma wijzigen In de volgende procedure wordt beschreven hoe u de taal van het setupprogramma wijzigt. Als het setupprogramma niet is geopend, begint u bij stap 1. Als het setupprogramma is geopend, begint u bij stap 2. 1.
Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware Navigeren en selecteren in het setupprogramma Omdat het setupprogramma geen Windows-hulpprogramma is, biedt het geen ondersteuning voor het touchpad. In het setup- programma kunt u navigeren en selecteren met het toetsenbord. ■ Gebruik de pijltoetsen om een menu of menuonderdeel te selecteren.
Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware Systeeminformatie weergeven In de volgende procedure wordt beschreven hoe u systeeminformatie weergeeft in het setupprogramma. Als het setupprogramma niet is geopend, begint u bij stap 1. Als het setupprogramma is geopend, begint u bij stap 2. 1.
Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware Standaardinstellingen herstellen in het setupprogramma In de volgende procedure wordt beschreven hoe u de standaard- instellingen van het setupprogramma herstelt. Als het setup- programma niet is geopend, begint u bij stap 1. Als het setupprogramma is geopend, begint u bij stap 2. 1.
Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware Geavanceerde functies van het setupprogramma gebruiken In deze handleiding worden de functies van het setupprogramma beschreven die zijn aanbevolen voor alle gebruikers. Raadpleeg Help en ondersteuning, dat alleen kan worden geopend wanneer de notebookcomputer in Windows werkt, voor meer informatie over de functies van het setupprogramma die alleen zijn aanbevolen voor ervaren gebruikers.
Software-updates, softwareherstel en systeemsoftware Setupprogramma afsluiten U kunt het setupprogramma afsluiten, waarbij u de wijzigingen al dan niet opslaat. ■ Als u het setupprogramma wilt afsluiten en de wijzigingen van de huidige sessie wilt opslaan, gebruikt u een van de volgende twee procedures: ❏...
Specificaties Omgeving De volgende tabel met informatie over de vereisten waaraan de omgeving moet voldoen, bevat nuttige informatie voor personen die de notebookcomputer onder extreme omstandigheden willen gebruiken of vervoeren. Factor Metrisch V.S. Temperatuur In bedrijf 10 tot 35°C 50 tot 95°F Buiten bedrijf -20 tot 60°C -4 tot 140°F...
Specificaties In- en uitgangssignalen van de dockingpoort De informatie over signalen van de dockingpoort in dit gedeelte kan van pas komen als u van plan bent een optioneel docking- product te gebruiken dat wordt aangesloten op Dockingpoort 2 van de notebookcomputer (de 2 in de term Dockingpoort 2 duidt het type dockingpoort aan).
Index 1394-apparatuur, Acculampje aansluiten 7–3 herkennen 1–13 3–4 1394-poort, herkennen 1–19 status van acculading weergeven 3–24 3–26 Accu- Aan/uit/standby, ontgrendeling 1–22 3–35 lampje 1–9 1–13 Accuruimte 1–22 1–25 Aan/uit/standby-lampje 3–13 Afsluitprocedures 3–14 Aan/uit-knop Afspelen/pauzeren, herkennen 1–4 3–4 knop 1–7 4–12 notebookcomputer Antennes 1–11 opnieuw starten met 3–19...
Pagina 194
Index Bijna lege accu 3–26 BIOS-informatie, Beeldscherm, geïntegreerd weergeven 6–2 8–3 helderheid regelen 2–13 Bluetooth- schakelen tussen apparaat 1–10 1–14 weergaven 2–10 Bluetooth-label 1–25 Zie ook Beeldschermschakelaar Beeldscherm- Camcorder, aansluiten 7–3 ontgrendelingsknop 1–12 Camera, aansluiten 7–3 Beeldschermschakelaar Caps lock-lampje 1–9 herkennen 1–4 3–4 Card en socket services,...
Pagina 195
Index Dvd-knop 1394-apparatuur, functieoverzicht 1–5 aansluiten 7–3 Windows-applicatie 1394-poort, herkennen 1–19 voor afspelen Digitale geheugenkaarten van dvd's openen 4–21 plaatsen 7–7 verwijderen 7–8 Ejectknoppen, PC Card 7–11 Digitale-mediaslot 1–20 7–6 Elektrostatische Digitale-mediaslot, ontlading 7–13 7–19 lampje 1–20 7–6 Enablers, PC Card 7–9 Diskette Energiebeheer voorzorgsmaatregelen...
Pagina 196
Index niet activeren tijdens gebruik van schijven, Gebruikerswachtwoord 6–5 diskettes 3–12 4–13 Gecombineerde voorkeuren instellen 3–20 voedingsadapter 3–2 wanneer Geheugen gebruiken 3–8 3–9 RAM uitbreiden 7–18 Hibernationvoorziening weergave van inschakelen/ hoeveelheid 2–9 7–18 uitschakelen 3–10 Geheugencompartiment Hoofdtelefoon 4–6 1–21 1–25 7–20 Hoofdtelefoonuitgangen Geheugenmodule,...
Pagina 197
Index systeemgegevens weergeven 2–15 8–3 Kaart. Zie Digitale venster met afdrukopties geheugenkaarten; openen 2–10 Geheugen; PC Card Hotkeys Kabels gebruiken met extern audio 4–8 toetsenbord 2–8 modem 1–23 herkennen 1–2 2–6 netwerk 1–16 overzicht 2–7 S-video 4–8 procedures 2–8 Zie ook Netsnoer Hub, USB 7–2 Kabelslot, beveiliging 1–18...
Pagina 198
Index volgende/snel knop voor draadloze vooruitspoelen 1–7 4–12 communicatie 1–10 volume 1–8 4–2 num lock 1–9 2–19 vorige/ touchpad 1–3 2–2 terugspoelen 1–7 4–12 Landspecifieke Zie ook modemadapter 1–23 Accuvergrendeling; Luchthavenbeveiliging 7–13 Beeldschermschakelaar; Luchtvochtigheid, Toetsen specificaties A–1 Kritiek laag niveau Luidsprekers acculading 3–26 extern 4–6...
Pagina 199
Index Muis, extern Notebookmodel, familie, type USB 7–2 en serienummer 2–9 8–2 voorkeuren instellen 2–4 , toets 2–19 Num lock MultiMediaCard 1–20 7–5 Num lock-lampje 1–9 2–19 Muziekknop Numeriek toetsenblok Zie functieoverzicht 1–6 Toetsenblok, extern Windows-applicatie voor numeriek; Toetsenblok, afspelen van muziek geïntegreerd numeriek openen 4–21 , knop 1–8...
Pagina 200
Index Reizen met notebookcomputer label met goedkeuringen PC Card voor modem 1–25 configureren 7–9 labels met keurmerken ondersteunde typen 7–9 voor draadloze plaatsen, verwijderen 7–10 communicatie 1–25 stopzetten 7–11 omgevingsvereisten A–1 PC Card, temperatuur van accu 3–37 ejectknop 1–17 7–11 RJ-11-connector PC Card-slot 1–17 7–10...
Pagina 201
Index Schijfeenheden Setupprogramma, luchthaven- wachtwoorden 6–4 6–5 beveiliging 7–13 , toets Shift onderhoud 7–13 geïntegreerd numeriek toevoegen toetsenblok 2–20 aan het systeem 7–12 hibernationfunctie 3–17 verzenden 7–13 Slaapstand, knop 2–12 Zie ook Cd's; Dvd's; Slot, beveiligings- Vaste schijf kabel 1–18 6–17 Schijfmedium Slots...
Pagina 202
Index Specificaties nominaal Taal, wijzigen in ingangsvermogen A–2 setupprogramma 8–14 omgeving A–1 Telefoonconnector Standaardinstellingen (RJ-11) 1–16 van setupprogramma, Televisie herstellen 8–17 audio aansluiten 4–6 Standby video aansluiten 4–9 aan/uit/standby- Temperatuur lampje 1–9 1–13 specificaties A–1 Standbystand voor opbergen activeren 3–6 3–15 van accu 3–37 beëindigen 3–7...
Pagina 203
Index Virussen, Uitschakelen, notebook- antivirussoftware 6–14 computer 3–14 3–19 Vliegtuigadapter 3–2 USB-apparatuur, Voeding aansluiten 7–2 besparen 3–8 3–9 3–33 USB-poorten, bronnen 3–2 herkennen 1–16 1–19 locatie van knoppen en lampjes 3–4 schakelen tussen Vaste schijf netvoeding en hoeveelheid vrije ruimte accuvoeding 3–3 weergeven op 7–18 Zie ook Accu;...
Pagina 204
Index Windows, weergave van categorieën vs. klassieke xD-Picture Card 1–20 7–5 weergave 2–4 Windows-applicatietoets 1–2 Zelfstudie- Windows-logo, toets 1–2 programma's 2–9 7–4 Windows-wachtwoorden 6–5 WLAN-label 1–25 Index–12 Handleiding voor de hardware en software...