Beveiliging
Setupopstartwachtwoord
Met een opstartwachtwoord dat is ingesteld in het setup-
programma voorkomt u dat de notebookcomputer wordt gebruikt
door onbevoegden. Als dit wachtwoord is ingesteld, moet u het
wachtwoord opgeven wanneer de notebookcomputer wordt
ingeschakeld, opnieuw wordt gestart of wordt geactiveerd vanuit
de hibernationstand. Voor een opstartwachtwoord geldt het
volgende:
■
Het wachtwoord wordt niet weergegeven als het wordt
ingesteld, ingevoerd, gewijzigd of gewist.
■
Het moet met dezelfde toetsen worden ingevoerd als
waarmee het is ingesteld. Als u bijvoorbeeld een opstart-
wachtwoord instelt met de nummertoetsen boven aan het
toetsenbord, wordt het niet herkend als u het opgeeft met de
toetsen van het geïntegreerde numerieke toetsenblok.
■
Voor dit wachtwoord kunt u een willekeurige combinatie van
maximaal acht letters en cijfers opgeven. Daarbij wordt geen
onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
6–10
Handleiding voor de hardware en software