EPNG
Algemeen
• De installatie moet worden uitgevoerd conform de Instructies
voor warmwaterinstallaties en de Voorschriften voor nieuwe
gebouwen.
• De ketel is leverbaar met een typegoedkeuring, certificaat SAQ
T010-00, met af fabriek gemonteerde veiligheidsvoorzieningen. In
dit geval is de ketel goedgekeurd voor installatie zonder
beveiliging tegen calamiteiten. De af fabriek gemonteerde
veiligheidsvoorzieningen bestaan uit een of meer
veiligheidskleppen, een drukschakelaar en een automatisch
overstortventiel.
• Dubbel uitgevoerde circulatiepompen en stromingsschakelaars
zijn vanuit veiligheidsoverwegingen niet vereist omdat de ketel
veilig kan opereren zonder stroming.
• Stoomvaten zijn niet vereist omdat de veiligheidskleppen
rechtstreeks op de veiligheidsleiding van de ketel zijn
aangesloten.
• De ketel moet binnenshuis in een geschikte ruimte worden
geïnstalleerd. De ketel mag direct op de vloer worden geplaatst.
• De ketel moet rechtop worden geplaatst met een vrije ruimte van
minimaal 1 meter voor de ketel.
• Buizen moeten zodanig worden geplaatst dat voor onderhoud het
paneel aan de voorkant kan worden geopend en verwijderd. Voor
de minimale plafondhoogte: zie technische specificaties.
• Monteer kleppen/afsluiters tussen de ketel en het
verwarmingssysteem.
• De drukgevulde installatie van een elektrische ketel met een
expansievat moet voor ingebruikname worden geïnspecteerd
door een hiertoe gekwalificeerde persoon. Wordt de ketel of het
expansievat vervangen, dan moet opnieuw een inspectie worden
uitgevoerd.
Expansiesysteem: veiligheidsleiding
De elektrische ketel moet worden aangesloten op een
expansiesysteem.
De schema's op deze pagina zijn principeschema's. Het feitelijke
systeem moet worden ontworpen conform de geldende
standaards. Additionele apparatuur moet worden geïnstalleerd
conform de specificaties van de fabrikant.
Is de veiligheidsleiding van de ketel niet op een
expansievat met ontluchting aangesloten, dan
moet deze beslist worden voorzien van
automatische ontluchting. Dit voorkomt ophoping
van lucht bovenin de ketel, wat problemen kan
veroorzaken als de niveauschakelaar een laag
waterniveau detecteert.
Drukloos systeem
De veiligheidsleiding van de ketel moet in een ononderbroken
stijgende lijn op het niveauvat worden aangesloten zonder te
kunnen worden afgesloten.
Om te voorkomen dat extra zuurstof in het water terechtkomt, moet
de afstand tussen het hoogste punt van het verwarmingssysteem
en het niveauvat minimaal 2,5 m bedragen. Raadpleeg de
handleiding van de pomp voor de aanbevolen inlaatdruk.
Afbeeldingen kunnen afwijken van het feitelijke product
HVAC-installatie
Drukgevuld systeem, <2,5 bar, <100 kW en <110 ° C
Monteer in de veiligheidsleiding van de elektrische ketel een
typegoedgekeurd overstortventiel en een automatische
ontluchter.
Drukgevuld systeem, >2,5 bar, >100 kW of >110 ° C
Monteer in de veiligheidsleiding van de elektrische ketel een
typegoedgekeurd overstortventiel en een automatische
ontluchter.
Niet in de afdekplaten van de ketel boren!
Boorslijpsel kan de elektronica beschadigen.
6 M6-schroeven zijn meegeleverd voor
bevestiging kabelgeleider.
2007-01
Minimale plafondhoogte: zie
technische gegevens
A = M6-schroeven voor
bevestiging kabelgeleider,
etc.
Plaats geen buizen,
kabelgoten etc. tegen de
achterste afdekplaat van de
ketel.
9