2007-01
Standaard
Weersafhankelijke regeling
4. Oververhittingsbeveiliging, 1 of 2, afhankelijk van type ketel.
37. STOP
Door het indrukken van deze knop schakelt de
hoofdschakelaar om en wordt de netspanning
naar de ketel afgeschakeld. De ALARM-lamp
gaat aan.
Om te resetten: volg de procedure 'Resetten na
een alarm met prioriteit 2'.
38. POWER
• Netvoeding: brandt constant als de ketel in
werking is.
• Knippert bij een vertraagde aansluiting na een
onderbreking van de netspanning.
39. LOAD GUARD
Overbelastingsbeveiliging: vermogen wordt
beperkt door het overbelastings-
beveiligingscircuit.
40. EXT. CTRL
Externe regeling: het vermogen wordt beperkt
door de schakeling voor externe regeling. De
indicator blijft aan tot het externe regelsignaal
100 % bereikt.
41. HIGH TEMP.
Hoge temperatuur: het vermogen is
uitgeschakeld door de functie voor
oververhitting.
42. PEC
Geeft in combinatie met ALARM aan dat de
netspanning is uitgeschakeld door de
aardlekdetector PEC.
43. ALARM
• De oververhittingsbeveiliging is geactiveerd.
• De externe beveiligingsapparatuur is
geactiveerd.
• In combinatie met WATER LEVEL
(waterniveau): het waterniveau is laag.
• In combinatie met PEC: de aardlekstroom is te
hoog.
• Storing in de temperatuurvoeler.
44. WATER LEVEL Waterniveau (in combinatie met ALARM): ketel
is geblokkeerd wegens laag waterniveau.
45. INFO
Druk op deze knop voor informatie over de
diverse parameters.
46. STÄLL-SET
Instellen: ketelparameters wijzigen.
Alle wijzigingen moeten worden bevestigd met
de knop SNABB (Snel) op het moederbord.
Deze knop werkt alleen op niveau 1.
16
Bediening en onderhoud
47. De vermogensindicator geeft het percentage ingeschakeld
ketelvermogen aan.
48. Het scherm geeft de keteltemperatuur weer, tenzij de knop
INFO is ingedrukt. Het scherm kan informatie op drie niveaus
weergeven: 0, 1 en 2. U kunt alleen vanaf het
bedieningspaneel niveau 0 bereiken.
30 seconden nadat u de knop INFO, STÄLL-SET (Instellen) of
SNABB (Snel) heeft gedrukt, keert het scherm terug naar de
keteltemperatuur.
Niveau 0: Gebruikersinformatie, wijzigingen niet mogelijk.
Niveau 1: Parameters voor werking, wijzigingen mogelijk.
Niveau 2: Fabrieksinstelling, wijzigingen niet mogelijk.
Meer informatie: zie hoofdstuk 'Programmeren'.
49. Programmaselector, standaard ketel:
Ketel uit, stand-by, alarm resetten.
Zomerstand met pomp-intervalschakeling.
I
Normale stand.
50. Instelling gewenste temperatuur.
51. Programmaselector, ketel met weersafhankelijke regeling:
Stand-by, ketel uit.
Zomerstand met pomp-intervalschakeling.
Normale stand met temperatuur conform ingestelde
waarde.
Nachtstand.
Automatische stand: watertemperatuur schakelt tussen
normale stand en nachtstand conform de instellingen.
52. ADJUST CURVE Aanpassen van de verwarmingscurve.
53. CURVE
Instellen van de verwarmingscurve.
54. NIGHT
Nacht: hoger of lager debiet ten opzichte
van de dagstand.
55. MAX TEMP.
Bovengrens geselecteerde
watertemperatuur.
56. Klok programmeren: instellen wanneer de dag- en
nachtstanden actief zijn.
57. Temperatuurgrafiek: geeft de watertemperatuur weer als
functie van de buitentemperatuur en de geselecteerde
verwarmingscurve.
58. Manometer: geeft de waterdruk in het verwarmingssysteem
aan.
Afbeeldingen kunnen afwijken van het feitelijke product
EPNG