EPNG
Weersafhankelijke regeling
Alleen voor ketels met een weersafhankelijke regeling. Met deze
functie wordt de watertemperatuur aangepast conform de
geselecteerde verwarmingscurve.
Verwarmingscurve
Hoe lager de buitentemperatuur, hoe hoger de
watertemperatuur moet zijn. Aanpassing gaat
automatisch conform vooraf ingestelde waarden.
De keuze van de verwarmingscurve hangt af van de vraag van het
verwarmingssysteem, het gebouw en de klimaatzone. De
startwaarde is de ontwerp-watertemperatuur. Kent u deze waarde
niet, gebruik dan de volgende startwaarden.
Nadere aanpassingen zijn nodig als de kamertemperatuur niet de
gewenste waarde bereikt. Wacht minimaal 24 uur na aanpassing
van de instellingen, zodat de temperatuur zich kan stabiliseren.
Bovenstaande grafiek geeft de relatie weer tussen
watertemperatuur, geselecteerde verwarmingscurve en
buitentemperatuur. De verticale as toont de watertemperatuur weer,
de horizontale as de buitentemperatuur.
Ontwerpwaarden
Curve:
Curve aanpassen:
Nacht:
Onbekende waarden: radiatoren
Curve:
Curve aanpassen:
Nacht:
De 'koudste dag': de laagste temperatuur die normaliter in de
omgeving optreedt.
Onbekende waarden: vloerverwarming
Curve:
Curve aanpassen:
Nacht:
Afbeeldingen kunnen afwijken van het feitelijke product
Bediening en onderhoud
geselecteerd conform
ontwerpwaarden.
startwaarde 0.
startwaarde 0.
selecteer een curve met de
volgende eigenschappen:
watertemperatuur 55° C voor een
laagtemperatuursysteem op de
'koudste dag'
watertemperatuur 70° C voor een
hoogtemperatuursysteem op de
'koudste dag'.
startwaarde 0.
startwaarde 0.
0,75 - 1 bij vloerverwarming op
eenbalkenlaag.
0,5 bij vloerverwarming in beton.
startwaarde 0.
startwaarde 0.
Basisinstellingen aanpassen
Kamertemperatuur is te hoog: kies een lagere curve.
Kamertemperatuur is te laag: kies een hogere curve.
Een stijging in kamertemperatuur kan worden begrensd door
thermostaten voor radiatoren of vloerverwarming of door een
kamerthermostaat. Gebruik om aan te passen de knop ADJUST
CURVE (curve aanpassen).
Verwarmingscurve verschuiven
U kunt de verwarmingscurve met ±10 ° C
aanpassen of de functie gebruiken om de
kamertemperatuur tijdelijk of permanent
aan te passen. Een stijging in
kamertemperatuur kan worden begrensd
door thermostaten voor radiatoren of vloerverwarming. De
startwaarde moet 0° C zijn. Moet u meer dan 10° C wijzigen, dan
moet u de verwarmingscurve aanpassen.
Maximumtemperatuur
Kies de maximaal toegestane watertemperatuur
dusdanig, dat deze niet lager is dan de temperatuur
conform de curve op de 'koudste dag'.
Nachtstand aanpassen
Met deze functie kunt u diverse temperaturen instellen
op verschillende tijden van de dag. De
watertemperatuur kan met ±15° C t.o.v. de
verwarmingscurve worden aangepast. Elke ° C
verandering in watertemperatuur komt overeen met
circa 0,5° C verandering in kamertemperatuur. U kunt
deze functie in eerste instantie beter niet gebruiken of op 0° C
zetten.
De geprogrammeerde tijden voor aan/uitschakelen bepalen
wanneer de temperatuur wijzigt. Een stijging in kamertemperatuur
kan worden verhinderd door te laag afgestelde thermostaten voor
radiatoren of vloerverwarming. U kunt de kamertemperatuur ook
met de hand wijzigen door de programmaklok in- en uit te
schakelen.
Aanpassingen worden actief met de schakelaar in Nachtstand
Automatische stand
of conform de instelling van de
programmaklok.
Klok programmeren
Draai de transparante plastic schijf
met minutenwijzer om tijd en dag in te
stellen: 1=maandag, 2=dinsdag, etc.
Trek de nokjes naar buiten voor de
tijden waarop u de dagtemperatuur
wilt instellen. Elk nokje staat voor
twee uur. De klok-indicator staat op 'I'
voor dagtemperatuur.
Gebouwen houden warmte vast. Om
rond 00.00 uur een lagere
temperatuur te bereiken, kunt u
mogelijk al om 22:00 uur de
nachtstand aanzetten. Hetzelfde geldt
voor de hogere dagtemperatuur.
De programmaklokinstellingen gelden
alleen als de keuzeschakelaar op
Automatische stand staat. In
Dagstand geldt altijd de
dagtemperatuur, in Nachtstand
geldt altijd de nachttemperatuur.
2007-01
, in
17