Toetsenbord
Schakelen tussen functies van toetsen
U kunt schakelen tussen de standaardfunctie (de letter) en de
toetsenblokfunctie van een toets op het geïntegreerde numerieke
toetsenblok.
■
Als u een toets van het toetsenblok als toetsenbloktoets wilt
gebruiken wanneer het toetsenblok is uitgeschakeld, houdt u
de
■
U gebruikt een toets op het toetsenblok als volgt als een
standaardtoets terwijl het toetsenblok is ingeschakeld:
❏
❏
Als u de
ingestelde functie. Een toetsenbloktoets krijgt bijvoorbeeld weer
zijn toetsenblokfunctie als het toetsenblok is ingeschakeld, of zijn
standaardfunctie als het toetsenblok niet is ingeschakeld.
Werken met een extern numeriek
toetsenblok
✎
Al naar gelang de configuratie is het geïntegreerde toetsenblok
mogelijk niet beschikbaar wanneer op de notebookcomputer
een extern toetsenblok is aangesloten.
Als u num lock op een extern numeriek toetsenblok wilt in- of
uitschakelen, drukt u op de
toetsenblok (niet op de notebookcomputer).
■
Wanneer num lock op een extern numeriek toetsenblok wordt
ingeschakeld, gaat het num lock-lampje op de
notebookcomputer branden.
■
Wanneer num lock op een extern numeriek toetsenblok wordt
uitgeschakeld, gaat het num lock-lampje op de
notebookcomputer uit.
3–22
-toets ingedrukt terwijl u op de toets drukt.
fn
Druk op
en houd deze toets ingedrukt om kleine letters
fn
te typen.
Druk op
fn+shift
hoofdletters te typen.
-toets loslaat, krijgt een toetsenbloktoets weer de
fn
en houd deze toetsen ingedrukt om
-toets op het externe
num lk
Handleiding voor de hardware en software