Standbystand activeren (fn+f5)
Met de hotkey
Wanneer de standbystand wordt geactiveerd, wordt uw werk
opgeslagen in het RAM (Random Access Memory), wordt het
scherm gewist en wordt er minder energie verbruikt. Wanneer de
notebookcomputer in de standbystand staat, knipperen de
aan/uit/standby-lampjes.
■
Om de standbystand te kunnen activeren, moet de notebook-
computer zijn ingeschakeld. Als de notebookcomputer in de
hibernationstand staat, moet u de hibernationstand
beëindigen voordat u de standbystand kunt activeren.
■
Als u de standbystand of de hibernationstand wilt beëindigen,
drukt u kort op de aan/uit-knop. U kunt de standbystand ook
beëindigen door op een willekeurige toets te drukken of door
een handeling te verrichten met het touchpad of een optioneel
cursorbesturingsapparaat, zoals een externe muis.
Raadpleeg
over het gebruik van de standbystand en de hibernationstand.
QuickLock activeren (fn+f6)
Met de hotkeyopdracht
voorziening QuickLock.
QuickLock beveiligt een Windows-account door middel van een
aanmeldingsvenster. Om via het aanmeldingsvenster toegang te
krijgen tot de beveiligde account, moet de gebruiker het
Windows-wachtwoord voor de beveiligde account opgeven.
Voordat u QuickLock kunt gebruiken, moet u een Windows-
gebruikerswachtwoord of een Windows-beheerderswachtwoord
instellen voor de account die u wilt beveiligen. (Met een
Windows-gebruikerswachtwoord beveiligt u een Windows-
gebruikersaccount; met een Windows-beheerderswachtwoord
beveiligt u een Windows-beheerdersaccount.)
Handleiding voor de hardware en software
activeert u de standbystand.
fn+f5
hoofdstuk 2,
"Energiebeheer", voor meer informatie
fn+f6
activeert u de beveiligings-
Toetsenbord
3–9