Standbystand en hibernationstand
Standbystand
Met de standbystand wordt er minder stroom geleverd aan
systeemonderdelen die niet worden gebruikt. Wanneer de
standbystand wordt geactiveerd, wordt uw werk opgeslagen in het
RAM (Random Access Memory), wordt het scherm gewist en
knipperen de aan/uit/standby-lampjes. Het is meestal niet
noodzakelijk om uw werk op te slaan voordat u de standbystand
activeert, maar u wordt aangeraden dit uit voorzorg toch te doen.
Wanneer u de standbystand beëindigt, worden de gegevens
onmiddellijk weergegeven zoals ze op het scherm stonden.
Standaard wordt de standbystand door het systeem geactiveerd
nadat de notebookcomputer 10 minuten niet is gebruikt wanneer
deze werkt op accuvoeding, of nadat de notebookcomputer
25 minuten niet is gebruikt wanneer deze werkt op externe
voeding. Raadpleeg
wijzigen",
wijzigen van deze instellingen.
Handleiding voor de hardware en software
"Energiebeheerschema instellen of
verderop in dit hoofdstuk voor informatie over het
Energiebeheer
2–5