Toetsenbord
Wanneer het touchpad is geactiveerd, brandt het
touchpadlampje 1 en biedt het touchpad de functies van een
optionele externe muis:
■
Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u uw vinger over
het oppervlak van het touchpad 2 in de richting waarin u de
aanwijzer wilt verplaatsen.
■
Als u met het touchpad de klikfuncties van de linker- of
rechterknop op een externe muis wilt uitvoeren, drukt u op de
linker- of rechterknop van het touchpad 3.
■
Om verticaal te schuiven, plaatst u uw vinger op de
schuifzone 4 en beweegt u uw vinger omhoog of omlaag.
(Om de schuifzone te activeren, haalt u eerst uw vinger van
het touchpad en plaatst u daarna uw vinger op de schuifzone.)
■
Als u het touchpad wilt uitschakelen of opnieuw wilt
inschakelen, drukt u op de touchpadknop 5. (Als u
uitsluitend met het toetsenbord werkt en niet met de muis,
schakelt u het touchpad wellicht liever uit om te voorkomen
dat het onbedoeld wordt geactiveerd.)
Andere functies van het touchpad staan beschreven in
"Eigenschappen voor de muis instellen",
3–2
Handleiding voor de hardware en software
hierna in dit hoofdstuk.