Download Print deze pagina

Advertenties

Handleiding voor
de hardware en software
HP notebookcomputers
Artikelnummer: 366536-331
November 2004
In deze handleiding vindt u een beschrijving van de meeste
hardware- en softwarevoorzieningen die beschikbaar zijn op
de notebookcomputer en aanwijzingen voor het gebruik daarvan.
Deze handleiding bevat geen informatie over modems en
apparatuur voor draadloze communicatie. Raadpleeg het
gedrukte boekje Go Wireless (Draadloze communicatie) dat
bij de notebookcomputer is geleverd (alleen bepaalde modellen)
en de handleidingen voor draadloze-communicatieapparatuur
op de cd Notebook Documentation (Documentatie bij de
notebookcomputer) voor informatie over apparatuur voor
draadloze communicatie. Raadpleeg de handleiding Modems
en netwerken op de cd Notebook Documentation voor informatie
over modems.

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor HP zd8000

  • Pagina 1 Handleiding voor de hardware en software HP notebookcomputers Artikelnummer: 366536-331 November 2004 In deze handleiding vindt u een beschrijving van de meeste hardware- en softwarevoorzieningen die beschikbaar zijn op de notebookcomputer en aanwijzingen voor het gebruik daarvan. Deze handleiding bevat geen informatie over modems en apparatuur voor draadloze communicatie.
  • Pagina 2 Company onder licentie gebruikt. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties die voor HP producten en diensten worden gegeven, worden uiteengezet in de uitdrukkelijke garantievoorwaarden bij de desbetreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen rechten worden ontleend.
  • Pagina 3 Inhoudsopgave 1 Hardware Onderdelen aan de bovenkant ..... 1–2 Touchpad ........1–2 Toetsen.
  • Pagina 4 Inhoudsopgave 2 Toetsenbord Touchpad ........2–2 Onderdelen van het touchpad .
  • Pagina 5 Inhoudsopgave Standbystand activeren of beëindigen ... 3–11 Hibernation-stand activeren of beëindigen ..3–12 Energiebeheer....... . . 3–14 Accuvoeding gebruiken .
  • Pagina 6 Wachtwoorden vastleggen..... 5–7 Wachtwoorden van HP en wachtwoorden van Windows op elkaar afstemmen....5–8 Opstartwachtwoord .
  • Pagina 7 Boot Order (Opstartvolgorde) ....7–16 Optionele HP USB Digital Drive (alleen bepaalde modellen) ..... . 7–17 Optionele SD-geheugenkaart plaatsen.
  • Pagina 8 ......9–14 Niet door HP geleverde versie van een besturingssysteem installeren ....9–15...
  • Pagina 9 Inhoudsopgave Setupprogramma gebruiken ..... . 9–15 Setupprogramma openen ..... 9–16 Navigeren en selecteren in het setupprogramma.
  • Pagina 10 Hardware In dit hoofdstuk worden de zichtbare hardwarevoorzieningen van de notebookcomputer beschreven. Als u te weten wilt komen hoe u een bepaalde voorziening, zoals hotkeys, gebruikt of als u meer wilt weten over een algemeen onderwerp, zoals de standbystand of de Hibernation-voorziening, raadpleegt u de andere hoofdstukken in deze handleiding.
  • Pagina 11 Hardware Onderdelen aan de bovenkant Touchpad Onderdeel Beschrijving Touchpadknop Hiermee schakelt u het touchpad in/uit. Touchpad* Hiermee kunt u de cursor verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. Linker- en rechterknop Deze knoppen hebben dezelfde functie van het touchpad (2)* als de linker- en rechtermuisknop op een externe muis.
  • Pagina 12 Hardware Toetsen Onderdeel Beschrijving Functietoetsen Hiermee kunt u systeem- en applicatietaken uitvoeren. Als u de toets fn gebruikt in combinatie met de functietoetsen, kunt u deze functietoetsen als hotkeys gebruiken om extra taken uit te voeren. Raadpleeg "Overzicht van hotkeys en sneltoetsen"...
  • Pagina 13 Hardware Onderdeel Beschrijving Toetsenbloktoetsen (17) Dit is het standaard numerieke toetsenblok. 1–4 Handleiding voor de hardware en software...
  • Pagina 14 Hardware Aan/uit-knop Onderdeel Beschrijving Aan/uit/standby- Deze knop werkt als volgt: knop* ■ Als de notebookcomputer is uitgeschakeld, drukt u op deze knop om de notebookcomputer in te schakelen. ■ Als de notebookcomputer is ingeschakeld, drukt u kort op deze knop om de Hibernation-stand te activeren. ■...
  • Pagina 15 Hardware Lampjes Onderdeel Beschrijving Lampje voor Aan: een geïntegreerd apparaat voor apparatuur voor draadloze communicatie is ingeschakeld draadloze (alleen bepaalde modellen). communicatie Caps lock-lampje Aan: caps lock is ingeschakeld. Num lock-lampje Aan: num lock of het numerieke toetsenblok is ingeschakeld. 1–6 Handleiding voor de hardware en software...
  • Pagina 16 Hardware Knoppen Onderdeel Beschrijving Knop Geluid zachter Hiermee verlaagt u het systeemvolume. Knop Geluid uitschakelen Hiermee schakelt u de geluidsweergave van het systeem uit of in. Knop Geluid harder Hiermee verhoogt u het systeemvolume. Quick Launch-knoppen Hiermee start u standaardapplicaties voor multimedia, digitale beeldbewerking of muziek (afhankelijk van model).
  • Pagina 17 Hardware Onderdelen aan de voorkant Onderdeel Beschrijving Beeldscherm- Hiermee opent u de notebookcomputer. vergrendeling Stereoluidsprekers (2) Deze luidsprekers zorgen voor stereogeluid. Aan/uit/standby-lampje Aan: de notebookcomputer staat aan. Knipperend: de notebookcomputer staat in de standbystand. Acculampje Aan: de accu wordt opgeladen. Knipperend: de accu is bijna leeg.
  • Pagina 18 Hardware Onderdelen aan de achterkant Connectoren, in-/uitgangen en poorten Onderdeel Beschrijving Uitsparing voor Hiermee kunt u de notebookcomputer aan beveiligingskabel een optionele beveiligingskabel bevestigen. Netvoedingsconnector Hierop sluit u een netvoedingsadapter aan. USB-poort Hierop kunt u optionele USB 1.1- of 2.0-apparaten aansluiten. S-video-uitgang Hierop kunt u een optioneel S-videoapparaat aansluiten, zoals een...
  • Pagina 19 Hardware Ventilatieopening Onderdeel Beschrijving Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen. Ä Blokkeer de ventilatieopeningen niet, om oververhitting te voorkomen. Zorg ervoor dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een printer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, deken, een dik kleed of dikke kleding).
  • Pagina 20 Hardware Onderdelen aan de linkerkant Connectoren, in-/uitgangen en onderdelen Onderdeel Beschrijving USB-poort Hierop kunt u een optioneel USB 1.1- of 2.0-apparaat aansluiten. Audio-ingang Hierop kunt u een optionele (microfooningang) monomicrofoon aansluiten. Audio-uitgang Hierop kunt u een optionele (hoofdtelefoonuitgang) hoofdtelefoon of stereoluidsprekers met versterking aansluiten.
  • Pagina 21 Hardware Ventilatieopening Onderdeel Beschrijving Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen. Ä Blokkeer de ventilatieopeningen niet, om oververhitting te voorkomen. Zorg ervoor dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een printer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, deken, een dik kleed of dikke kleding).
  • Pagina 22 CardBus-kaart van Type I of Type II of een 16-bits PC Card plaatsen. ExpressCard-slot Hierin kunt u een optionele ExpressCard plaatsen. Ruimte voor digitale drive Hierin kan een optionele HP USB Digital Drive worden geplaatst. (Zie volgende pagina) Handleiding voor de hardware en software 1–13...
  • Pagina 23 Hardware Onderdeel Beschrijving Ejectknop van digitale Hiermee verwijdert u een optionele drive HP USB Digital Drive uit de ruimte voor de digitale drive. USB-poorten (2) Hierop kunt u optionele USB 1.1- of 2.0-apparaten aansluiten. 1394-poort Hiermee sluit u een optioneel 1394-apparaat, zoals een camcorder, aan op de computer.
  • Pagina 24 Hardware Onderdelen aan de onderkant Ruimtes en geheugencompartiment Onderdeel Beschrijving Geheugencompartiment Bevat twee geheugenslots. Afhankelijk van het model wordt de notebook- computer geleverd met een vervangbare geheugenmodule in één of beide geheugenslots. Accuvergrendeling Hiermee ontgrendelt u een accu uit de accuruimte.
  • Pagina 25 Hardware Ventilatieopeningen Onderdeel Beschrijving Ventilatieopeningen (6) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen. Ä Blokkeer de ventilatieopeningen niet, om oververhitting te voorkomen. Zorg ervoor dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een printer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, deken, een dik kleed of dikke kleding).
  • Pagina 26 Hardware Aanvullende standaardonderdelen Afhankelijk van de regio, het land, het model van de notebookcomputer en de optionele hardware die is besteld, worden verschillende onderdelen bij de notebookcomputer geleverd. In de volgende gedeelten worden de externe standaardaccessoires en -onderdelen afgebeeld die bij de meeste notebookmodellen worden geleverd.
  • Pagina 27 Hardware Kabels en snoeren Onderdeel Beschrijving Modemkabel* (alleen Hiermee sluit u het modem aan op een bepaalde modellen) modemconnector of op een landspecifieke modemadapter. ✎ Een modemkabel heeft aan beide uiteinden een 6-pins RJ-11-telefoonconnector. Netsnoer* Hiermee sluit u de netvoedingsadapter aan op een stopcontact.
  • Pagina 28 Hardware Adapters en accu (het uiterlijk van de netvoedingsadapter kan variëren) Onderdeel Beschrijving Netvoedingsadapter Hiermee wordt netvoeding omgezet in gelijkstroom. Landspecifieke Hiermee wordt de modemkabel modemadapter geschikt gemaakt voor telefoon- (meegeleverd indien vereist, aansluitingen van een ander type afhankelijk van de regio) dan RJ-11.
  • Pagina 29 Hardware Labels De labels op de notebookcomputer en op bepaalde onderdelen daarvan bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met betrekking tot het systeem oplost of wanneer u de notebookcomputer in het buitenland gebruikt. ■ Op het label met het Certificaat van echtheid van Microsoft® vindt u het productidentificatienummer.
  • Pagina 30 Hardware Herstel- en documentatieschijven Bij de notebookcomputer worden schijven geleverd voor het herstellen of opnieuw installeren van software en voor het verkrijgen van aanvullende informatie over de notebookcomputer. ■ Raadpleeg hoofdstuk 9, "Software-updates, herstelprocedures en hulpprogramma's" voor informatie over het terugzetten, herstellen of opnieuw installeren van software.
  • Pagina 31 Toetsenbord Dit hoofdstuk bevat informatie over de voorzieningen van het toetsenbord van de notebookcomputer, waaronder het touchpad, hotkeys en sneltoetsen en Quick Launch-knoppen. Handleiding voor de hardware en software 2–1...
  • Pagina 32 Toetsenbord Touchpad Onderdelen van het touchpad Onderdeel Beschrijving Touchpadknop Hiermee schakelt u het touchpad in/uit. Touchpad* Hiermee kunt u de aanwijzer (ook wel 'cursor' genoemd) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. Linker- en rechterknop Deze knoppen hebben dezelfde functie van het touchpad (2)* als de linker- en rechtermuisknop op een externe muis.
  • Pagina 33 Toetsenbord Touchpad gebruiken Het touchpad biedt de nagivatie-, selectie- en schuiffuncties van een optionele externe muis. ■ Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u uw vinger over het oppervlak van het touchpad in de richting waarin u de aanwijzer wilt verplaatsen. ■...
  • Pagina 34 Toetsenbord Hotkeys en sneltoetsen Hotkeys en sneltoetsen zijn vooraf ingestelde combinaties van de -toets en andere toetsen op het toetsenbord. ■ Een hotkey is een combinatie van de -toets en een van de functietoetsen. ■ Een sneltoets is een combinatie van de -toets en een andere toets dan een functietoets.
  • Pagina 35 Toetsenbord Overzicht van hotkeys en sneltoetsen In de volgende tabel worden de standaardfuncties van de hotkeys en sneltoetsen beschreven. ✎ Raadpleeg "Energiebeheer" hoofdstuk 3 voor informatie over het wijzigen van de functie van de hotkey fn+f5 Standaardfunctie Toetscombinatie Systeeminformatie weergeven. fn+esc Venster Help en ondersteuning openen.
  • Pagina 36 Toetsenbord Hotkeys en sneltoetsen gebruiken Als u een hotkey- of sneltoetsopdracht wilt gebruiken op het toetsenbord van de notebookcomputer, kunt u dat op twee manieren doen: ■ Druk kort op de -toets en druk vervolgens kort op de tweede toets van de hotkeyopdracht. ■...
  • Pagina 37 Toetsenbord Venster Help en ondersteuning openen (fn+f1) Met de hotkey opent u het venster Help en ondersteuning. fn+f1 Via het venster Help en ondersteuning heeft u toegang tot algemene informatie over uw notebookcomputer, koppelingen naar software-updates en specialisten voor online technische ondersteuning, alsook andere ondersteuningsvoorzieningen.
  • Pagina 38 ✎ Samengestelde-video-apparaten en component-video- apparaten kunnen alleen op de notebookcomputer worden aangesloten via een optioneel dockingproduct voor HP notebookcomputers. Standbystand activeren (fn+f5) Met de standaardinstelling van de hotkey kunt u fn+f5 de standbystand activeren. De standbystand kan alleen worden geactiveerd terwijl de notebookcomputer aanstaat.
  • Pagina 39 Toetsenbord ■ Als u de standbystand wilt beëindigen, drukt u kort op de aan/uit/standby-knop, tikt u op het touchpad om het touchpad te activeren, of drukt u op een toets op het toetsenbord. Raadpleeg "Uitleg van standbystand, Hibernation-voorziening en afsluitprocedure" hoofdstuk 3 voor meer informatie over het gebruik van de standbystand en de Hibernation-stand.
  • Pagina 40 Toetsenbord Helderheid van het beeldscherm verhogen (fn+f8) Met de hotkey verhoogt u de helderheid van het fn+f8 beeldscherm van de notebookcomputer. Houd beide toetsen ingedrukt om de helderheid steeds verder te verhogen. Audio-cd of dvd afspelen en het afspelen onderbreken of hervatten (fn+f9) De hotkey werkt alleen als er een audio-cd of dvd is fn+f9...
  • Pagina 41 Toetsenbord Toetsenblok Het numerieke toetsenblok bestaat uit 17 toetsen die op dezelfde wijze kunnen worden gebruikt als de toetsen op een extern toetsenblok. Handleiding voor de hardware en software 2–11...
  • Pagina 42 Toetsenbord Quick Launch-knoppen De drie Quick Launch-knoppen stellen u in staat om met één toetsaanslag een applicatie te openen of een apparaat voor een draadloos netwerk te activeren (alleen bepaalde modellen). Onderdeel Beschrijving Quick Launch-knoppen Hiermee start u standaardapplicaties voor multimedia, digitale beeldbewerking of muziek (afhankelijk van model).
  • Pagina 43 Toetsenbord Aangepaste toewijzingen en schema's gebruiken Een Quick Launch-knop kan worden toegewezen aan een andere taak, zoals een Internet- of netwerklocatie, een applicatie of een gegevensbestand. Een Quick Launch-knop kan bijvoorbeeld worden toegewezen voor het openen van: ■ uw webbrowser op een favoriete webpagina; ■...
  • Pagina 44 Voeding Voedingsbron selecteren Å WAARSCHUWING: Met de notebookcomputer kunt u veeleisende applicaties uitvoeren met maximale snelheid. Als u de notebookcomputer lang gebruikt, kan de computer door verhoogd stroomverbruik warm of heet aanvoelen. Dit is een normaal verschijnsel. Blokkeer de ventilatieopeningen niet en werk niet gedurende lange tijd met de notebookcomputer op uw schoot, om ongemakken of brandwonden te voorkomen.
  • Pagina 45 In de meeste applicaties werken ■ Opgeladen accu in de notebookcomputer ■ Externe voeding geleverd door de volgende apparaten: ❐ Netvoedingsadapter ❐ Optioneel dockingproduct voor HP notebookcomputer Een accu opladen of kalibreren Externe voeding geleverd door: in de notebookcomputer ■ Netvoedingsadapter ■ Optioneel dockingproduct voor...
  • Pagina 46 Voeding Uitleg van standbystand, Hibernation-voorziening en afsluitprocedure In dit gedeelte worden de standbystand, de Hibernation- voorziening en de procedure voor het afsluiten van de computer beschreven en wordt uitgelegd wanneer u hiervan gebruik kunt maken. Standby en Hibernation zijn energiebesparende voorzieningen die kunnen worden geactiveerd door u of door het systeem.
  • Pagina 47 Voeding Hibernation-voorziening Ä VOORZICHTIG: Als u de configuratie van de notebookcomputer wijzigt terwijl de Hibernation-stand actief is, kan de Hibernation-stand mogelijk niet worden beëindigd. Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer de Hibernation-stand is geactiveerd: ■ Installeer en verwijder geen geheugenmodules. ■...
  • Pagina 48 Voeding Ä VOORZICHTIG: Als de Hibernation-voorziening is uitgeschakeld en het niveau van de acculading kritiek wordt, wordt het systeemgeheugen niet automatisch opgeslagen. » Als u wilt controleren of de Hibernation-voorziening is ingeschakeld, selecteert u Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Slaapstand.
  • Pagina 49 Voeding Kiezen voor standbystand, Hibernation-stand of computer afsluiten In de volgende gedeelten wordt beschreven wanneer u de standbystand of de Hibernation-stand activeert en wanneer u de notebookcomputer afsluit. Wanneer u stopt met werken op de notebookcomputer Activeer de standbystand als u korte tijd wilt stoppen en activeer de Hibernation-stand als u langere tijd wilt stoppen of meer energie wilt besparen.
  • Pagina 50 Voeding Als de externe voedingsbron onbetrouwbaar is Als een externe voedingsbron niet geheel betrouwbaar is, bijvoorbeeld als gevolg van onweer, slaat u uw werk op en doet u het volgende: hetzij de Hibernation-stand activeren en de notebookcomputer afsluiten, hetzij overschakelen op accuvoeding.
  • Pagina 51 Voeding Standaardinstellingen voor energiebeheer gebruiken In dit gedeelte worden de standaardprocedures voor de standbystand, de Hibernation-stand en het afsluiten van de notebookcomputer beschreven. Tevens bevat dit gedeelte informatie over het in- en uitschakelen van het beeldscherm. Veel van deze instellingen kunt u wijzigen. Als u de standaard- instellingen wilt wijzigen, raadpleegt u het gedeelte "Energiebeheer"...
  • Pagina 52 Voeding Notebookcomputer of beeldscherm in- en uitschakelen Activiteit Procedure Resultaat ■ Het aan/uit/standby- De notebook- Druk op de computer aan/uit/standby-knop. lampje gaat branden. inschakelen ■ Het besturingssysteem ✎ Als u op de wordt geladen. aan/uit/standby-knop drukt, wordt de notebookcomputer weer ingeschakeld nadat deze in de standby- of Hibernation-stand was...
  • Pagina 53 Voeding Noodprocedures voor het afsluiten van de notebookcomputer Ä VOORZICHTIG: Bij het gebruik van de noodprocedures voor het afsluiten van de computer kunnen niet-opgeslagen gegevens verloren gaan. Als de notebookcomputer niet reageert en het niet mogelijk is de normale afsluitprocedure van Windows te gebruiken, kunt u de volgende noodprocedures in de aangegeven volgorde proberen: ■...
  • Pagina 54 Voeding Standbystand activeren of beëindigen Activiteit Procedure Resultaat ■ Het aan/uit/standby- Standbystand Terwijl de notebookcomputer activeren is ingeschakeld, volgt u een lampje knippert. van de volgende procedures: ■ Het scherm is leeg. ■ Druk op de hotkey fn+f5. ■ Selecteer Start > Uitschakelen >...
  • Pagina 55 Voeding Hibernation-stand activeren of beëindigen Activiteit Procedure Resultaat ■ Het aan/uit/standby- Hibernation- Terwijl de notebookcomputer is stand activeren ingeschakeld, volgt u een van lampje gaat uit. de volgende procedures: ■ Het scherm is leeg. ■ Druk kort op de aan/uit/standby-knop. ■...
  • Pagina 56 Voeding Activiteit Procedure Resultaat ■ Het aan/uit/standby- Handmatig of Druk op de aan/uit/standby-knop. automatisch lampje gaat branden. ✎ Als de Hibernation-stand geactiveerde ■ Uw gegevens automatisch is geactiveerd Hibernation- verschijnen weer vanwege een kritiek stand op het scherm. ladingsniveau van de accu, beëindigen sluit u een externe voedingsbron aan of...
  • Pagina 57 Voeding Energiebeheer Veel standaardinstellingen voor energiebeheer, zoals de time-outperioden en waarschuwingssignalen, kunt u wijzigen in het venster Energiebeheer. U kunt bijvoorbeeld instellen dat u via een geluidssignaal wordt gewaarschuwd wanneer de accu bijna leeg is. Wanneer de notebookcomputer is ingeschakeld, geldt standaard het volgende: ■...
  • Pagina 58 Voeding Venster Energiebeheer openen Als u de werking van de aan/uit/standby-knop, de hotkey fn+f5 of de beeldschermschakelaar wilt wijzigen, gaat u als volgt te werk: 1. Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Geavanceerd. ❏ Als u de werking van de aan/uit/standby-knop wilt wijzigen, selecteert u een werking in de lijst voor When I press the power/standby button on my...
  • Pagina 59 Voeding Pictogram Energiemeter weergeven Aan de vorm van het pictogram Energiemeter kunt u zien of de notebookcomputer op accuvoeding of op externe netvoeding werkt. Selecteer het pictogram om het venster Energiebeheer te openen. U kunt het pictogram Energiemeter als volgt op de taakbalk verbergen of weergeven: 1.
  • Pagina 60 Voeding Energiebeheerschema instellen of wijzigen Op het tabblad Energiebeheerschema's van het venster Energiebeheer kunt u energieniveaus aan systeemonderdelen toewijzen. U kunt verschillende schema's toewijzen voor accuvoeding en voor netvoeding. U kunt ook een energiebeheerschema instellen waarmee de standbystand wordt geactiveerd of het beeldscherm of de vaste schijf wordt uitgeschakeld na een door u opgegeven periode van inactiviteit.
  • Pagina 61 Voeding Accuvoeding gebruiken Voedingslampjes In de tekstgedeelten over de accu wordt verwezen naar de volgende lampjes op de voorkant: Onderdeel Beschrijving Aan/uit/standby-lampje Aan: de notebookcomputer staat aan. Knipperend: de notebookcomputer staat in de standbystand. Acculampje Aan: de accu wordt opgeladen. Knipperend: de accu is bijna leeg.
  • Pagina 62 Voeding Schakelen tussen accuvoeding en externe voeding De notebookcomputer schakelt tussen netvoeding en accuvoeding, afhankelijk van de beschikbaarheid van een externe netvoedingsbron. Netvoeding heeft altijd voorrang. Als de notebookcomputer een opgeladen accu bevat en op externe netvoeding werkt, wordt pas op de accuvoeding overgeschakeld als de netvoedingsadapter wordt losgekoppeld van de notebookcomputer.
  • Pagina 63 Voeding Acculading controleren Nauwkeurigheid van weergegeven acculading U verhoogt als volgt de nauwkeurigheid van de aangegeven acculading: ■ Laat de accu eerst volledig ontladen voordat u de accu oplaadt. ■ Laad de accu volledig op. Zelfs voor een nieuwe accu kan onnauwkeurige ladinginformatie worden weergegeven als de accu niet volledig is opgeladen.
  • Pagina 64 Voeding Bijna lege accu herkennen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u merkt dat het energieniveau van de accu laag of kritiek laag is. Laag niveau acculading Wanneer een accu de enige voedingsbron van de notebook- computer is en de accu bijna leeg is (5 procent van de volledige lading), gaat het acculampje knipperen.
  • Pagina 65 Voeding Problemen met bijna lege accu verhelpen Ä VOORZICHTIG: Als de Hibernation-stand automatisch wordt geac- tiveerd omdat het ladingsniveau van de accu in de notebookcomputer kritiek is geworden, is het belangrijkt te wachten met het herstellen van de voeding totdat het aan/uit/standby-lampje uit is. Wanneer er externe voeding beschikbaar is Als de accu bijna leeg is en er een externe voedingsbron beschikbaar is, sluit u de netvoedingsadapter aan.
  • Pagina 66 Voeding Accu kalibreren Wanneer is kalibreren noodzakelijk? Zelfs als een accu intensief wordt gebruikt, is het niet altijd nodig om de accu vaker dan eens per maand te kalibreren. Het is niet nodig om een nieuwe accu te kalibreren voordat deze in gebruik wordt genomen.
  • Pagina 67 Voeding Accu ontladen De Hibernation-voorziening is standaard ingeschakeld, maar kan worden uitgeschakeld. Voordat u de accu volledig gaat ontladen, schakelt u de Hibernation-voorziening uit. U schakelt de Hibernation-voorziening als volgt uit: 1. Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Slaapstand. 2.
  • Pagina 68 Voeding Als u de notebookcomputer incidenteel gebruikt tijdens de ontladingsprocedure en u time-outperiodes voor energiebesparing heeft ingesteld, kunnen de volgende verschijnselen optreden tijdens het ontladingsproces: ■ De monitor wordt niet automatisch uitgeschakeld. ■ De snelheid van de vaste schijf neemt niet automatisch af wanneer de notebookcomputer inactief is.
  • Pagina 69 Voeding Accu opbergen Als u de notebookcomputer langer dan twee weken niet gebruikt en de computer gedurende die tijd is losgekoppeld van de netvoeding, haalt u de accu uit de computer en bergt u de accu op. Ä VOORZICHTIG: Stel een accu niet gedurende langere tijd bloot aan hoge temperaturen, om beschadiging van de accu te voorkomen.
  • Pagina 70 Voeding Instellingen en procedures voor besparing van accuvoeding Door het gebruik van de volgende energiebesparende instellingen en procedures kunt u de werktijd van een accu verlengen: ■ Schakel draadloze verbindingen en LAN-verbindingen uit en sluit modemapplicaties af wanneer u deze niet gebruikt. ■...
  • Pagina 71 Voeding Accu vervangen Ä VOORZICHTIG: Activeer de Hibernation-stand of schakel de computer uit voordat u een accu verwijdert die de enige voedingsbron is. Zo voorkomt u dat uw werk verloren gaat. U vervangt de accu als volgt: 1. Plaats de notebookcomputer ondersteboven. ❏...
  • Pagina 72 Voeding ❏ Als u een accu wilt plaatsen, plaatst u het lipje op de accu in de uitsparing op de notebookcomputer en duwt u de accu vervolgens naar beneden totdat deze op zijn plaats klikt. 2. Als u de Hibernation-stand wilt beëindigen of de notebookcomputer wilt inschakelen, drukt u op de aan/uit/standby-knop.
  • Pagina 73 Multimedia Luidsprekers gebruiken Door de geïntegreerde luidsprekers wordt stereogeluid afgespeeld van applicaties, het besturingssysteem, spelletjes, media, Internet en andere bronnen. ✎ Als er een extern apparaat, bijvoorbeeld een headset, wordt aangesloten op de hoofdtelefoonuitgang, worden de geïntegreerde luidsprekers uitgeschakeld. Handleiding voor de hardware en software 4–1...
  • Pagina 74 Multimedia Geluidsvolume regelen U kunt het geluidsvolume aanpassen met de volumeknoppen van de notebookcomputer of met de volumeregeling die beschikbaar is in het besturingssysteem en in sommige multimedia-appli- caties. De knop voor het uitschakelen van het geluid op de notebookcomputer heeft voorrang op alle softwarematige volume-instellingen.
  • Pagina 75 Multimedia U opent de volumeregeling van het besturingssysteem als volgt: selecteer Start > Configuratiescherm > Spraak, geluid en audioapparaten > Geluiden en audioapparaten en selecteer daarna het tabblad Volume. ■ Voor andere instellingen van de geluidskwaliteit, zoals de balans, selecteert u de knop Geavanceerd onder Volume. ■...
  • Pagina 76 Multimedia Microfooningang gebruiken Gebruik een monomicrofoon met een 3,5-mm connector wanneer u een microfoon op de microfooningang aansluit. U wordt aangeraden een mono-electret-condensatormicrofoon te gebruiken. ■ Als u een stereomicrofoon aansluit, wordt het geluid van het linkerkanaal op beide kanalen opgenomen. ■...
  • Pagina 77 Multimedia S-videoapparatuur aansluiten Audio aansluiten De S-video-uitgang ondersteunt alleen videosignalen. Als u een systeem configureert waarin audio- en videovoorzieningen worden gecombineerd (bijvoorbeeld om een dvd-film vanaf de notebookcomputer af te spelen op een televisietoestel), heeft u een standaard 3,5-mm audiokabel nodig. Deze kabels zijn verkrijgbaar bij de meeste computer- en elektronicazaken.
  • Pagina 78 Multimedia Video aansluiten Als u videosignalen wilt doorgeven via de S-video-uitgang, heeft u een standaardkabel voor S-video nodig. Deze kabels zijn verkrijgbaar bij de meeste computer- en elektronicazaken. U sluit als volgt de S-videokabel aan: 1. Sluit een van de uiteinden van de S-videokabel aan op de S-video-uitgang van de notebookcomputer.
  • Pagina 79 Multimedia Videobeeld weergeven Als u videobeeld wilt weergeven op het beeldscherm van de notebookcomputer of het scherm van een videoapparaat, moeten zowel de notebookcomputer als het videoapparaat zijn ingeschakeld. Om de weergave teschakelen tussen het beeldscherm van de notebookcomputer en het scherm van het videoapparaat, drukt u op de hotkey .
  • Pagina 80 Multimedia Kleurentelevisiestandaard wijzigen Kleurentelevisiestandaarden bepalen hoe televisievideosignalen worden verzonden en ontvangen. Er kunnen alleen signalen tussen de notebookcomputer en een televisie worden uitgewisseld wanneer de notebookcomputer en de televisie gebruikmaken van dezelfde kleurentelevisiestandaard. De NTSC-standaard wordt veel gebruikt in de Verenigde Staten, Canada, Japan en Zuid-Korea.
  • Pagina 81 De meeste multimedia-applicaties bevatten een Help-bestand dat u kunt openen via de menubalk van de applicatie of via een pictogram in de applicatiemap. Sommige applicaties bevatten ook zelfstudieprogramma's. U heeft recht op HP klantenondersteuning voor elke multimedia-applicatie die is meegeleverd bij de notebookcomputer. ✎...
  • Pagina 82 Multimedia Multimedia-applicaties selecteren Welke multimediasoftware bij de notebookcomputer wordt geleverd, verschilt per land en model notebookcomputer. In het volgende overzicht worden de mogelijkheden beschreven van een aantal multimedia-applicaties die mogelijk zijn meegeleverd bij de notebookcomputer. ■ Met Apple iTunes kunt u audio-cd's afspelen, muziek van of naar cd's kopiëren, radiozenders op Internet beluisteren, muziek downloaden en muziekbestanden zoeken en beheren.
  • Pagina 83 Multimedia InterVideo WinDVD Player InterVideo WinDVD Player is een applicatie waarmee u dvd-films of video-cd's kunt afspelen. WinDVD Player is vooraf op de notebookcomputer geïnstalleerd. ✎ Sommige dvd's bevatten dvd-afspeelprogramma's van andere fabrikanten (zoals PCFriendly), die conflicten met WinDVD kunnen veroorzaken. WinDVD Player opnieuw installeren Als WinDVD Player is verwijderd en u een dvd met een afspeelprogramma van een andere fabrikant plaatst, wordt u...
  • Pagina 84 Multimedia Video-cd of dvd afspelen Als u een dvd of video-cd wilt afspelen, krijgt u de beste kwaliteit wanneer u alle bestanden opslaat en alle programma's sluit die niet nodig zijn voor het afspelen van de dvd of video-cd. Als het foutbericht "Playback Of Content From This Region Is Not Permitted"...
  • Pagina 85 Multimedia Regio-instelling van de dvd-drive wijzigen De meeste dvd's met auteursrechtelijk beschermde bestanden bevatten ook regiocodes. Deze regiocodes zijn een middel om dvd-materiaal internationaal auteursrechtelijk te beschermen. U kunt een dvd met een regiocode alleen afspelen als de regiocode op de dvd overeenkomt met de regio-instelling van de dvd-rom-drive.
  • Pagina 86 Multimedia Cd's maken Het systeem wordt geleverd met een hulpprogramma waarmee u optische schijven kunt maken en kopiëren. Voordat u cd's kunt maken, moet u deze applicatie installeren vanaf de installatie-cd die u bij de notebookcomputer heeft ontvangen. ✎ Als de optische-schijfeenheid dvd+rw ondersteunt, kunt u met het cd-hulpprogramma grote hoeveelheden gegevens op een schijf opslaan.
  • Pagina 87 Multimedia Voordat u het cd-hulpprogramma gaat gebruiken Ä VOORZICHTIG: U beperkt als volgt het risico van verlies van gegevens en schade aan cd's of dvd's: ■ Sluit de notebookcomputer aan op een betrouwbare externe voedingsbron voordat u naar een schijf schrijft. Schrijf niet naar een schijf als u accuvoeding gebruikt.
  • Pagina 88 Multimedia Reageren op de vraag over UDF Reader Als u voor de eerste keer een cd in een optische-schijfeenheid plaatst, wordt u mogelijk gevraagd of u UDF Reader (Universal Disk Format) wilt installeren. UDF Reader is vooraf geïnstalleerd op bepaalde modellen notebookcomputers.
  • Pagina 89 Multimedia Dvd's maken met InterVideo WinDVD Creator Met InterVideo WinDVD Creator kunt u films maken, bewerken en op dvd's branden. Voordat u de dvd's kunt maken, moet u deze applicatie installeren vanaf de installatie-cd die bij bepaalde notebookcomputers wordt geleverd. De applicatie kan alleen worden geïnstalleerd als de notebookcomputer is voorzien van een optische-schijfeenheid die dvd+rw ondersteunt.
  • Pagina 90 Multimedia Opnamemedia kiezen U wordt aangeraden media van hoge kwaliteit te gebruiken waarvan de snelheid overeenkomt met de maximumsnelheid van de optische-schijfeenheid. Met de notebookcomputer kunt u schrijven en kopiëren naar dvd's die eenmalig kunnen worden beschreven en niet kunnen worden gewist (dvd+r) en naar dvd's die verschillende keren kunnen worden beschreven en gewist (dvd+rw).
  • Pagina 91 Beveiliging Aanbevelingen voor beveiligingsvoorzieningen Met de beveiligingsvoorzieningen waarmee de notebookcom- puter is uitgerust, kunt u de computer, persoonlijke informatie en gegevens beschermen tegen een aantal mogelijke gevaren. In bepaalde omgevingen zijn sommige beveiligingsvoorzieningen mogelijk niet noodzakelijk. U wordt echter dringend geadviseerd de procedures in dit hoofdstuk te volgen voor het gebruik van de volgende onderdelen: ■...
  • Pagina 92 Computervirussen Norton antivirussoftware ■ Windows-updates Onbevoegde toegang tot informatie over u of uw notebookcomputer ■ Firewall-software ■ HP beheerderswachtwoord voor het setupprogramma, waarmee de systeemgegevens in het setup- programma worden beveiligd* ■ QuickLock Ongeoorloofd gebruik van de notebookcomputer ■ Opstartwachtwoord*...
  • Pagina 93 Beveiliging Antivirussoftware Wanneer u de notebookcomputer gebruikt voor e-mail of voor netwerk- of Internet-toegang, wordt de notebookcomputer blootgesteld aan computervirussen. Computervirussen kunnen tot gevolg hebben dat het besturingssysteem, de applicaties of de hulpprogramma's onbruikbaar worden of niet goed werken. Met antivirussoftware kunnen de meeste virussen worden opgespoord en vernietigd.
  • Pagina 94 Microsoft een bericht hierover ontvangt. Het is ook aan te raden Windows Update maandelijks uit te voeren om de meest recente aanbevolen updates en updates van stuurprogramma's van Microsoft en HP te installeren. 5–4 Handleiding voor de hardware en software...
  • Pagina 95 Beveiliging Firewall-software Wanneer u de notebookcomputer gebruikt voor e-mail of voor toegang tot een netwerk of Internet, kunnen anderen op ongeoorloofde wijze informatie verkrijgen over u, uw notebookcomputer en uw gegevens. Firewalls bewaken al het inkomende en uitgaande verkeer op de computer. Daartoe bevatten ze voorzieningen zoals logboek- en rapportagefuncties, automatische alarmfuncties en gebruikersinterfaces voor het configureren van de firewall.
  • Pagina 96 Beveiliging QuickLock Met de hotkey activeert u de beveiligingsvoorziening fn+f6 QuickLock van het besturingssysteem. QuickLock beveiligt uw notebookcomputer door het aanmeldingsvenster van het besturingssysteem weer te geven. Als het aanmeldingsvenster wordt weergegeven, kan de notebookcomputer pas worden gebruikt nadat een gebruikers- wachtwoord of beheerderswachtwoord voor Windows is ingevoerd.
  • Pagina 97 Wachtwoorden bieden een zeer krachtige beveiliging. Als u bijvoorbeeld zowel een opstartwachtwoord als een HP beheerderswachtwoord voor het setupprogramma heeft ingesteld en beide wachtwoorden vergeet, kunt u de notebook- computer niet starten en de Hibernation-stand niet beëindigen. De notebookcomputer moet dan eerst opnieuw worden ingesteld door een servicepartner.
  • Pagina 98 Wachtwoorden van HP en wachtwoorden van Windows op elkaar afstemmen Sommige wachtwoordmogelijkheden zijn beschikbaar in de HP software en andere in het besturingssysteem. De volgende tabel geeft een overzicht van de meestgebruikte HP wachtwoorden en Windows-wachtwoorden. Als u informatie wilt over andere Windows-wachtwoorden, bijvoorbeeld een wachtwoord voor de schermbeveiliging, selecteert u Start >...
  • Pagina 99 HP wachtwoord instellen in het setupprogramma en het Windows-wachtwoord in het besturingssysteem. ✎ Hoewel ze qua naam op elkaar lijken, hebben een HP beheerderswachtwoord voor het setupprogramma en een Windows-beheerderswachtwoord verschillende functies. Een Windows-beheerderswachtwoord kan bijvoorbeeld niet...
  • Pagina 100 Beveiliging Opstartwachtwoord Met een opstartwachtwoord voorkomt u dat de notebook- computer wordt gebruikt door onbevoegden. Als een opstartwachtwoord is ingesteld, moet u het wachtwoord invoeren wanneer de notebookcomputer wordt gestart of opnieuw wordt gestart of wanneer de Hibernation-stand wordt beëindigd. Voor een opstartwachtwoord geldt het volgende: ■...
  • Pagina 101 Beveiliging 5. Wanneer de Setup Notice (setup-kennisgeving) verschijnt, drukt u op om uw voorkeuren op te slaan. enter 6. Als u uw voorkeuren wilt opslaan en het setupprogramma wilt afsluiten, drukt u op en volgt u de instructies op het scherm. De voorkeursinstellingen worden van kracht wanneer de notebookcomputer opnieuw wordt gestart.
  • Pagina 102 Beveiliging Opstartwachtwoord verwijderen U kunt als volgt een opstartwachtwoord verwijderen in het setupprogramma: 1. Open het setupprogramma door de notebookcomputer in te schakelen. Druk op wanneer het setup-bericht linksonder op het scherm verschijnt. 2. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) > Power-On Password (Opstartwachtwoord) en druk op enter.
  • Pagina 103 ■ Het moet met dezelfde toetsen worden ingevoerd als waarmee het is ingesteld. Als u bijvoorbeeld een HP beheerderswachtwoord voor het setupprogramma instelt met de cijfertoetsen boven aan het toetsenbord, wordt het niet herkend als u het opgeeft met de cijfertoetsen van het toetsenblok.
  • Pagina 104 Beveiliging HP beheerderswachtwoord voor setupprogramma instellen Een HP beheerderswachtwoord voor het setupprogramma wordt als volgt ingesteld in het setupprogramma: 1. Open het setupprogramma door de notebookcomputer in te schakelen. Druk op wanneer het setup-bericht linksonder op het scherm verschijnt. 2. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) >...
  • Pagina 105 Beveiliging HP beheerderswachtwoord voor setupprogramma wijzigen Een HP beheerderswachtwoord voor het setupprogramma wordt als volgt gewijzigd in het setupprogramma: 1. Open het setupprogramma door de notebookcomputer in te schakelen. Druk op wanneer het setup-bericht linksonder op het scherm verschijnt. 2. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) >...
  • Pagina 106 Beveiliging HP beheerderswachtwoord voor setupprogramma verwijderen Een HP beheerderswachtwoord voor het setupprogramma wordt als volgt verwijderd in het setupprogramma: 1. Open het setupprogramma door de notebookcomputer in te schakelen. Druk op wanneer het setup-bericht linksonder op het scherm verschijnt. 2. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) >...
  • Pagina 107 Beveiliging DriveLock gebruiken Ä VOORZICHTIG: Als u het wachtwoord voor DriveLock vergeet, is de vaste schijf permanent onbruikbaar. DriveLock voorkomt ongeoorloofde toegang tot de inhoud van een vaste schijf. Nadat een schijf met DriveLock is beveiligd, moet u het DriveLock-wachtwoord invoeren om toegang tot de schijfeenheid te krijgen.
  • Pagina 108 Beveiliging DriveLock-wachtwoorden invoeren Telkens wanneer u de notebookcomputer opnieuw start, wordt u verzocht het DriveLock-wachtwoord op te geven. U geeft het DriveLock-wachtwoord als volgt op: » Typ het DriveLock-wachtwoord in het veld Enter DriveLock Password (Typ DriveLock-wachtwoord) en druk op enter ✎...
  • Pagina 109 Beveiliging DriveLock-beveiliging verwijderen U krijgt als volgt toegang tot de instellingen van DriveLock in het setupprogramma: 1. Open het setupprogramma door de notebookcomputer in te schakelen. Druk op wanneer het setup-bericht linksonder op het scherm verschijnt. 2. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) > DriveLock Password (Wachtwoord voor DriveLock) en druk op enter.
  • Pagina 110 Beveiliging Apparaten uitschakelen Als u de gebruiksmogelijkheden van de notebookcomputer wilt beperken, kunt u bepaalde voorzieningen van de computer uitschakelen. U kunt bijvoorbeeld de mogelijkheid van de notebookcomputer om op te starten vanaf een cd uitschakelen. Mogelijkheden van de notebookcomputer worden als volgt uitgeschakeld of weer ingeschakeld in het setupprogramma: 1.
  • Pagina 111 Beveiliging Beveiligingskabel Om de notebookcomputer beter te beveiligen, kunt u gebruikmaken van een beveiligingskabel (apart aan te schaffen). ✎ Van beveiligingsvoorzieningen moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze oplossingen kunnen niet voorkomen dat een product wordt gestolen of dat er slecht mee wordt omgesprongen.
  • Pagina 112 Beveiliging 3. Draai de sleutel tegen de wijzers van de klok in 1, neem de sleutel uit 2 en bewaar deze op een veilige plek. Om de beveiligingskabel te verwijderen, herhaalt u de voorgaande procedure in de omgekeerde volgorde. 5–22 Handleiding voor de hardware en software...
  • Pagina 113 Hardwareopties en -upgrades Externe apparatuur Op de in- en uitgangen, poorten en connectoren die in deze handleiding worden beschreven, kan externe standaardapparatuur worden aangesloten. ■ Raadpleeg de documentatie bij het apparaat voor informatie over welke in- of uitgang, poort of connector moet worden gebruikt.
  • Pagina 114 USB-toetsenbord, -muis, schijfeenheid, -printer, -scanner of -hub op de notebookcomputer of een optioneel dockingproduct voor een HP notebookcomputer kunnen worden aangesloten. Een hub is een verbindingsapparaat met of zonder eigen voeding. USB-hubs kunnen worden aangesloten op een USB-poort van de notebookcomputer en op andere USB-apparatuur.
  • Pagina 115 Hardwareopties en -upgrades USB-apparaat gebruiken Om een USB-apparaat te gebruiken, sluit u het apparaat aan op een van de vier USB-poorten van de notebookcomputer. Ondersteuning voor USB 1.1-apparatuur is standaard ingeschakeld. Hierdoor kunnen USB-apparaten, zoals een USB-toetsenbord of USB-hub, die op een USB-poort van de notebookcomputer zijn aangesloten, worden gebruikt tijdens het opstarten (voordat Windows wordt geladen) of in een niet-Windows-applicatie.
  • Pagina 116 Hardwareopties en -upgrades 1394-apparaat aansluiten IEEE 1394 is een hardwarematige interface die kan worden gebruikt om een multimedia-apparaat of gegevensopslagapparaat met hoge snelheid aan te sluiten op de notebookcomputer. Voor scanners, digitale camera's en digitale camcorders is vaak een 1394-aansluiting vereist. Mogelijk moet u apparaatspecifieke stuurprogramma's en andere software laden om bepaalde 1394-apparaten te kunnen gebruiken.
  • Pagina 117 Hardwareopties en -upgrades PC Card gebruiken Een PC Card is een accessoire ter grootte van een creditcard, waarvan de functionaliteit voldoet aan de specificaties van de PCMCIA (Personal Computer Memory Card International Association). Het PC Card-slot van de notebookcomputer ondersteunt zowel 32-bits CardBus-kaarten als 16-bits PC Cards. Met PC Cards kunt u de functionaliteit van de notebookcomputer uitbreiden met bijvoorbeeld een modem, geluidsfuncties, opslagmogelijkheden, draadloze communicatie en voorzieningen...
  • Pagina 118 Hardwareopties en -upgrades PC Card plaatsen Ä VOORZICHTIG: Neem de volgende richtlijnen in acht om het risico van beschadiging van de PC Card-connectoren te beperken: ■ Oefen zo weinig mogelijk druk uit wanneer u een PC Card in een PC Card-slot plaatst. ■...
  • Pagina 119 Hardwareopties en -upgrades 3. Houd de PC Card met het label naar boven, terwijl de connectoren naar de notebookcomputer zijn gericht. 4. Schuif de kaart voorzichtig in het slot tot de kaart goed op zijn plaats zit. Handleiding voor de hardware en software 6–7...
  • Pagina 120 Hardwareopties en -upgrades PC Card stopzetten en verwijderen Ä VOORZICHTIG: Voordat u een PC Card verwijdert, is het belangrijk de kaart stop te zetten, om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt. ✎ U spaart voeding als u een PC Card stopzet. Dit geldt ook als de kaart niet in gebruik is.
  • Pagina 121 Hardwareopties en -upgrades ExpressCard gebruiken De ExpressCard is een PC Card van de volgende generatie met hogere prestaties en een verbeterde schaalbaarheid. Het ontwerp van de kaart voldoet aan de standaardspecificaties van de PCMCIA. Om een breed scala van applicaties te ondersteunen, is de ExpressCard er in twee formaten: ExpressCard/34 en ExpressCard/54.
  • Pagina 122 Hardwareopties en -upgrades ExpressCard configureren VOORZICHTIG: Als u alle software of een van de enablers installeert die door de fabrikant van een ExpressCard zijn geleverd, kunt u mogelijk geen andere ExpressCard gebruiken. Als u volgens de instructies in de documentatie bij de ExpressCard stuurprogramma's moet installeren, houdt u dan rekening met het volgende: ■...
  • Pagina 123 Hardwareopties en -upgrades 3. Houd de ExpressCard met het label naar boven, terwijl de connectoren naar de notebookcomputer zijn gericht. 4. Schuif de kaart voorzichtig in het slot tot de kaart goed op zijn plaats zit. Handleiding voor de hardware en software 6–11...
  • Pagina 124 Hardwareopties en -upgrades ExpressCard verwijderen Ä VOORZICHTIG: Zet de ExpressCard stop voordat u de kaart verwijdert, om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt. ✎ U spaart voeding als u een ExpressCard stopzet. Dit geldt ook als de kaart niet in gebruik is. 1.
  • Pagina 125 Hardwareopties en -upgrades Digitale media gebruiken Het digitale-mediaslot ondersteunt de volgende digitale media: ■ Secure Digital (SD) ■ Secure Digital Input/Output (SDIO) ■ MultimediaCard (MMC) ■ Memory Stick (MS) ■ Memory Stick Pro (MSP) ■ SmartMedia (SM) ■ xD Picture Card (XD) Digitale mediakaarten zijn flashgeheugenkaarten waarmee u veilig gegevens kunt opslaan en gemakkelijk gegevens kunt uitwisselen.
  • Pagina 126 Hardwareopties en -upgrades Digitale-medialampje Het digitale-medialampje gaat branden wanneer een geplaatste digitale geheugenkaart wordt benaderd. Het digitale-medialampje brandt niet wanneer de geplaatste digitale-mediakaart niet actief is of wanneer het digitale-mediaslot leeg is. 6–14 Handleiding voor de hardware en software...
  • Pagina 127 Hardwareopties en -upgrades Digitale geheugenkaarten plaatsen Ä VOORZICHTIG: Neem de volgende richtlijnen in acht om het risico van beschadiging van de connectoren op de digitale geheugenkaart te beperken: ■ Oefen zo weinig mogelijk druk uit wanneer u een digitale geheugenkaart in een digitale-mediaslot plaatst. ■...
  • Pagina 128 Hardwareopties en -upgrades Digitale geheugenkaarten verwijderen U verwijdert als volgt een digitale geheugenkaart: 1. Voltooi alle activiteiten die door de kaart worden ondersteund (zoals gegevensoverdracht) en sluit alle applicaties. 2. Als u een digitale geheugenkaart wilt stopzetten, selecteert u het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk en selecteert u daarna de digitale geheugenkaart.
  • Pagina 129 Hardwareopties en -upgrades Digitale geheugenkaarten uitschakelen of opnieuw starten Een geplaatste digitale geheugenkaart gebruikt voeding, ook wanneer de kaart niet in gebruik is. Als u de kaart uitschakelt, wordt er minder stroom verbruikt. Als u een geplaatste digitale geheugenkaart wilt uitschakelen, selecteert u het pictogram Deze computer op het bureaublad van Windows, klikt u met de rechtermuisknop op de schijfeenheid die aan de kaart is toegewezen en selecteert u Uitwerpen.
  • Pagina 130 Hardwareopties en -upgrades Informatie over het geheugen weergeven Wanneer het RAM wordt uitgebreid, wordt automatisch ook de ruimte op de vaste schijf vergroot die is gereserveerd voor het Hibernation-bestand. Als u problemen ondervindt met de Hibernation-voorziening nadat u het RAM heeft uitgebreid, controleert u of op de vaste schijf voldoende vrije ruimte is voor het grotere Hibernation-bestand.
  • Pagina 131 Hardwareopties en -upgrades Geheugenmodule verwijderen of plaatsen Å WAARSCHUWING: Deze procedure geldt alleen voor het geheugencompartiment. Probeer deze procedure niet in andere compartimenten uit te voeren, om het risico van letsel door elektrische schokken te beperken. Het geheugencompartiment, de accuruimte en de vaste-schijfruimte zijn de enige interne compartimenten van de notebookcomputer die voor de gebruiker toegankelijk zijn.
  • Pagina 132 Hardwareopties en -upgrades 5. Verwijder de accu, indien die is geplaatst. Raadpleeg "Accu vervangen" hoofdstuk 3 voor instructies. 6. Verwijder de schroef van het geheugencompartiment 1. 7. Til het afdekplaatje van het geheugencompartiment op en verwijder het 2. 6–20 Handleiding voor de hardware en software...
  • Pagina 133 Hardwareopties en -upgrades 8. Verwijder of plaats de geheugenmodule. U verwijdert een geheugenmodule als volgt: a. Trek de borgklemmetjes aan beide zijden van de module weg 1. (De module komt omhoog.) b. Pak de module aan de randen vast en trek de module voorzichtig uit het geheugenslot 2.
  • Pagina 134 Hardwareopties en -upgrades U plaatst een geheugenmodule als volgt: a. Breng de inkeping in de module op één lijn met het nokje op het geheugenslot 1. b. Duw de module onder een hoek van 45 graden ten opzichte van het geheugencompartiment in het slot totdat de module vastzit 2.
  • Pagina 135 Hardwareopties en -upgrades 9. Leg het afdekplaatje van het geheugencompartiment weer op de juiste plaats op de notebookcomputer en duw het omlaag 1. 10. Plaats de schroef van het geheugencompartiment weer terug en draai de schroef vast 2. 11. Plaats de accu terug (voor zover u aan het begin van deze procedure een accu heeft verwijderd), sluit de externe voeding weer aan en start de notebookcomputer opnieuw.
  • Pagina 136 Schijfeenheden Schijfeenheden Met schijfeenheden kunt u gegevens opslaan en gebruiken. Vaste schijven en optische-schijfeenheden verschillen per model. ■ Vaste schijven zijn bedoeld voor de opslag van gegevensbestanden en van software, zoals systeembestanden, applicaties en stuurprogramma's. Een vaste schijf noemt ook wel een vaste-schijfeenheid.
  • Pagina 137 "Optische-schijfeenheid" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie. Alle modellen hebben een ruimte voor een digitale drive, die kan worden gebruikt voor een optionele HP USB Digital Drive. Zie het gedeelte "Optionele HP USB Digital Drive (alleen bepaalde modellen)" verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie.
  • Pagina 138 Schijfeenheden Onderhoud van schijfeenheden Schijfeenheden zijn kwetsbare onderdelen van de notebook- computer, die voorzichtig moeten worden behandeld. De volgende waarschuwingen gelden voor alle schijfeenheden. Waarschuwingen die betrekking hebben op specifieke procedures, worden vermeld bij de desbetreffende procedures. Handleiding voor de hardware en software 7–3...
  • Pagina 139 Schijfeenheden Ä VOORZICHTIG: Ga als volgt te werk om verlies van gegevens of schade aan de notebookcomputer of een schijfeenheid te voorkomen: ■ Wees voorzichtig met een schijfeenheid. Laat deze niet vallen. ■ Zorg ervoor dat u bij het plaatsen van een schijfeenheid niet meer druk uitoefent dan nodig is om de schijfeenheid vast te zetten.
  • Pagina 140 Schijfeenheden Vaste schijf In dit gedeelte vindt u informatie over de primaire vaste schijf van de notebookcomputer. Vaste-schijflampje Het vaste-schijflampje gaat branden wanneer er wordt gelezen van of geschreven naar de interne vaste schijf. Handleiding voor de hardware en software 7–5...
  • Pagina 141 Schijfeenheden Interne vaste schijf vervangen De vaste schijf in de vaste-schijfruimte is de interne vaste schijf. Verwijder de interne vaste schijf alleen als u de schijf moet repareren of vervangen. Ä VOORZICHTIG: Doe het volgende voordat u met deze procedure begint, om te voorkomen dat het systeem vastloopt en er gegevens verloren gaan: ■...
  • Pagina 142 Schijfeenheden 7. Verwijder de vier borgschroeven van de vaste schijf 1. 8. Verwijder het afdekplaatje van de vaste schijf 2. Handleiding voor de hardware en software 7–7...
  • Pagina 143 Schijfeenheden 9. Ontgrendel de vaste schijf door de schijf aan de greep naar de rand van de notebookcomputer te schuiven 1 en verwijder vervolgens de schijf uit de vaste-schijfruimte 2. 7–8 Handleiding voor de hardware en software...
  • Pagina 144 Schijfeenheden 10. Als u een vaste schijf wilt installeren, laat u de vaste schijf in de vaste-schijfruimte zakken 1 en schuift u de vaste schijf vervolgens naar binnen (van de rand van de notebook- computer af) totdat de vaste schijf volledig vergrendeld is 2. Handleiding voor de hardware en software 7–9...
  • Pagina 145 Schijfeenheden 11. Plaats het afdekplaatje van de vaste schijf terug op de vaste-schijfruimte 1. 12. Als u een vaste schijf heeft geïnstalleerd, brengt u de vier borgschroeven van de vaste schijf weer aan 2. (Als u een vaste schijf heeft verwijderd maar geen nieuwe schijf plaatst, bergt u de borgschroeven op een veilige plaats op.) 7–10 Handleiding voor de hardware en software...
  • Pagina 146 Schijfeenheden Optische-schijfeenheid Ä VOORZICHTIG: Stop de cd of dvd en sluit mediasoftware af voordat u een optische-schijfeenheid plaatst of verwijdert, om vervorming tijdens het afspelen of schade aan optische media te voorkomen. Optische schijf plaatsen 1. Zet de notebookcomputer aan. 2.
  • Pagina 147 Schijfeenheden Optische schijf verwijderen (met voeding) 1. Zet de notebookcomputer aan. 2. Druk op de ontgrendelknop 1 op het voorpaneel om de lade te ontgrendelen en trek de lade volledig uit 2. 3. Neem de schijf uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt 3.
  • Pagina 148 Schijfeenheden Optische schijf verwijderen (zonder voeding) Als de notebookcomputer is uitgeschakeld of als er geen voeding beschikbaar is, werkt de ejectknop op de optische-schijfeenheid niet. U kunt als volgt een schijf uit een optische-schijfeenheid verwijderen zonder de ejectknop te gebruiken: 1.
  • Pagina 149 Schijfeenheden Optische schijf afspelen U kunt een cd of een dvd afspelen in de optische-schijfeenheid. De informatie in dit gedeelte is van toepassing op de meeste optische-schijfeenheden en de meeste software voor schijven. Raadpleeg het gedeelte "Multimediasoftware gebruiken" hoofdstuk 4 voor informatie over specifieke software voor schijven, waaronder Windows Media Player, WinDVD en het hulpprogramma voor het maken van cd's dat bij de notebook-...
  • Pagina 150 Schijfeenheden Afspelen beschermen Ä VOORZICHTIG: Het plaatsen of verwijderen van een apparaat terwijl er een multimedia-applicatie wordt uitgevoerd, kan ertoe leiden dat het afspelen wordt onderbroken of gestopt. Ä VOORZICHTIG: Activeer de standbystand of de Hibernation-stand niet wanneer in de schijfeenheden media in gebruik zijn. Als u dat wel doet, kan dat ten koste gaan van de kwaliteit van de video- en audioweergave of van de afspeelfunctionaliteit.
  • Pagina 151 Schijfeenheden Waarschuwing met betrekking tot auteursrecht Het illegaal kopiëren van auteursrechtelijk beschermd materiaal, waaronder computerprogramma's, films, uitzendingen en geluidsopnamen, vormt op grond van het van toepassing zijnde auteursrecht een strafrechtelijke overtreding. Deze notebookcomputer dient niet voor dergelijke doeleinden te worden gebruikt. Boot Order (Opstartvolgorde) Standaard wordt de notebookcomputer opgestart vanaf de interne vaste schijf.
  • Pagina 152 Schijfeenheden Optionele HP USB Digital Drive (alleen bepaalde modellen) Optionele HP USB Digital Drives zijn kleine drives voor SD-geheugenkaarten (Secure Digital) voor het opslaan en transporteren van bestanden, zoals digitale afbeeldingen, muziekbestanden, videobestanden of grote gegevensbestanden. Een digitale drive kan worden aangesloten op de digitale- driveruimte of op de USB-poort.
  • Pagina 153 Schijfeenheden 2. Plaats de SD-geheugenkaart in het SD-slot van de digitale drive. 7–18 Handleiding voor de hardware en software...
  • Pagina 154 Schijfeenheden Optionele digitale drive in de digitale-driveruimte plaatsen U plaats als volgt de optionele digitale drive in de digitale-driveruimte: 1. Zorg dat er een SD-geheugenkaart in de digitale drive is geplaatst. 2. Plaats de digitale drive voorzichtig, met het label naar boven, in de digitale-driveruimte.
  • Pagina 155 Schijfeenheden Optionele digitale drive uit de digitale-driveruimte verwijderen U verwijdert als volgt de optionele digitale drive uit de digitale-driveruimte: 1. Druk op de ontgrendelknop van de digitale drive, zodat deze naar buiten komt, en druk nogmaals op de knop om de digitale drive uit te werpen 1.
  • Pagina 156 Schijfeenheden Digitale drive aansluiten op een USB-poort Met de USB-kabel kan de optionele digitale drive kan worden aangesloten op een USB-poort van de notebookcomputer terwijl de USB-kabel is ingeklapt of uitgeklapt. U sluit de digitale drive als volgt aan op de USB-poort terwijl de USB-kabel is ingeklapt: 1.
  • Pagina 157 Schijfeenheden U sluit de optionele digitale drive als volgt aan met de USB-kabel uitgeklapt: 1. Kantel de USB-connector naar het andere uiteinde van de drive, totdat de kabel helemaal is uitgeklapt. 2. Sluit de USB-connector van de digitale drive aan op de USB-poort van de notebookcomputer.
  • Pagina 158 Communicatie Modem Ä VOORZICHTIG: Het is mogelijk dat het ingebouwde modem niet werkt in combinatie met meerdere telefoonlijnen of een huiscentrale, niet kan worden verbonden met een munttelefoon en niet werkt met gemeenschappelijke telefoonlijnen. De elektrische spanning van sommige van deze lijnen kan te hoog zijn, waardoor het interne modem defect kan raken.
  • Pagina 159 Communicatie Modem aansluiten Een modem moet worden aangesloten op een analoge telefoonlijn. Å WAARSCHUWING: Sluit geen telefoonkabel aan op de RJ-45-(netwerk) connector, om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de apparatuur te beperken. Å WAARSCHUWING: Als u de notebookcomputer op een digitale lijn aansluit, kan het modem blijvend beschadigd raken.
  • Pagina 160 Communicatie Netwerkkabel aansluiten Raadpleeg de handleiding Modems en netwerken op de cd Notebook Documentation (Documentatie bij de notebook- computer) voor meer informatie over het aansluiten van een (optionele) netwerkkabel. Netwerkverbinding uit- en inschakelen Als u een netwerkverbinding niet gebruikt, kunt u energie besparen door de netwerkverbinding uit te schakelen.
  • Pagina 161 Communicatie Functie voor draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Als de notebookcomputer een interne voorziening voor draadloze communicatie heeft, zoals 802.11- of Bluetooth®-techniek, is de notebookcomputer geschikt voor een draadloos netwerk. Raadpleeg de volgende gedeelten voor meer informatie over de draadloze- communicatietechnieken 802.11 en Bluetooth.
  • Pagina 162 Communicatie Draadloze-communicatietechniek 802.11 Een notebookcomputer met de draadloze-communicatietechniek 802.11 kan verbinding maken met draadloze netwerken (ook wel draadloze LAN's, WLAN's of hotspots genoemd) in uw huis en in bedrijfsruimtes, openbare universiteiten, restaurants en luchthavens. Met de draadloze-communicatiefunctie 802.11 kunt u toegang krijgen tot een netwerk dat bestaat uit andere computers en accessoires die met elkaar zijn verbonden door een draadloze router of een draadloos toegangspunt.
  • Pagina 163 Raadpleeg het meegeleverde boekje Go Wireless (Draadloze communicatie) voor informatie over draadloze netwerk- verbindingen (alleen bepaalde modellen), of ga naar de HP website op voor informatie over: http://www.hp.com/go/wireless ■ opzetten van een draadloos netwerk;...
  • Pagina 164 Wanneer u zelf een draadloos netwerk opzet of verbinding maakt met een bestaand draadloos netwerk, dient u er altijd voor te zorgen dat het draadloze netwerk wordt beschermd door beveiligingsvoorzieningen. Ga naar de HP website op voor nadere bijzonderheden. http://www.hp.com/go/wireless...
  • Pagina 165 Communicatie WLAN-software openen WLAN-software voor Windows XP is verkrijgbaar als SoftPaq op de HP website. U kunt op een van de volgende twee manieren toegang krijgen tot de SoftPaq en deze downloaden en installeren: ■ Selecteer Start > Help en ondersteuning, selecteer een koppeling en volg de instructies op het scherm.
  • Pagina 166 Als u de voorkeur geeft aan gedetailleerde instructies om mee te werken, komt de informatie in de volgende gedeelten van pas bij de volgende activiteiten: ■ updates voorbereiden; ■ updates opzoeken op de HP website; ■ updates downloaden en installeren. Handleiding voor de hardware en software 9–1...
  • Pagina 167 Software-updates, herstelprocedures en hulpprogramma's Software-updates voorbereiden Als de notebookcomputer op een netwerk is aangesloten, raadpleegt u de netwerkbeheerder voordat u software-updates installeert, vooral als het gaat om een ROM-update. U wordt dringend geadviseerd een herstelpunt te maken voordat u met een software-update begint. Raadpleeg het gedeelte "Systeemherstelpunt instellen"...
  • Pagina 168 Software-updates, herstelprocedures en hulpprogramma's Productgegevens van de notebookcomputer opzoeken Voordat u de updates voor uw notebookcomputer kunt selecteren, heeft u de volgende gegevens nodig: ■ De productcategorie is Notebook. ■ De naam van de productfamilie en het serienummer bevinden zich op de behuizing van het beeldscherm. ■...
  • Pagina 169 Software-updates, herstelprocedures en hulpprogramma's ROM-gegevens van de notebookcomputer opzoeken Als u wilt vaststellen of een beschikbare ROM-update een hogere ROM-versie is dan de huidige ROM-versie die op de notebookcomputer is geïnstalleerd, moet u weten welke versie van het ROM momenteel is geïnstalleerd. »...
  • Pagina 170 Software-updates, herstelprocedures en hulpprogramma's Update downloaden en installeren De meeste software op de HP website is verpakt in een gecomprimeerd bestand dat een SoftPaq wordt genoemd. Sommige ROM-updates kunnen zijn verpakt in een gecomprimeerd bestand dat een ROMPaq wordt genoemd.
  • Pagina 171 Software-updates, herstelprocedures en hulpprogramma's ROM-update downloaden 1. Ga naar de pagina op de HP website die de software voor uw notebookcomputer bevat: ❏ Selecteer Start > Help en ondersteuning en selecteer een koppeling voor een software-update. -of- ❏ Ga naar de HP website op http://www.hp.com/support.
  • Pagina 172 Software-updates, herstelprocedures en hulpprogramma's ROM-update installeren De procedures voor de installatie van het ROM kunnen verschillen. Volg de instructies die op het scherm verschijnen nadat het downloaden is voltooid. Als er geen instructies verschijnen, doet u het volgende: 1. Open Windows Verkenner. Om Windows Verkenner te openen via het menu Start, selecteert u Start >...
  • Pagina 173 ROM-update downloaden en installeren U kunt als volgt andere software dan het ROM van de notebook- computer updaten: 1. Ga naar de pagina op de HP website die de software voor uw notebookcomputer bevat: ❏ Selecteer Start > Help en ondersteuning en selecteer een koppeling voor een software-update.
  • Pagina 174 Software-updates, herstelprocedures en hulpprogramma's 7. Selecteer het bestand met de extensie .EXE, bijvoorbeeld BESTANDSNAAM.EXE. (De installatie begint.) 8. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. ✎ Nadat op het scherm het bericht is verschenen dat de installatie is geslaagd, kunt u het gedownloade bestand uit de map SWSetup verwijderen.
  • Pagina 175 Software-updates, herstelprocedures en hulpprogramma's Teruggaan naar een herstelpunt U zet de notebookcomputer als volgt terug naar een systeemherstelpunt: 1. Selecteer Start > Help en ondersteuning > Tools (Systeemwerkset) (Er worden gegevens over de notebookcomputer en diagnosegegevens weergegeven.) 2. Selecteer Systeemherstel en volg de instructies op het scherm voor het terugzetten van de notebookcomputer naar een herstelpunt.
  • Pagina 176 Software-updates, herstelprocedures en hulpprogramma's Besturingssysteem herstellen Als u het besturingssysteem wilt herstellen zonder verlies van persoonlijke gegevens, gebruikt u de schijf met het besturingssysteem die bij de notebookcomputer is geleverd: 1. Sluit de notebookcomputer aan op een externe voedingsbron en schakel de notebookcomputer in. 2.
  • Pagina 177 Software-updates, herstelprocedures en hulpprogramma's Besturingssysteem opnieuw installeren Als de functionaliteit van de notebookcomputer niet kan worden hersteld met het hulpprogramma Systeemherstel en de herstelprocedure voor het besturingssysteem, kan het noodzakelijk zijn om het besturingssysteem opnieuw te installeren. Ä VOORZICHTIG: Persoonlijke gegevens en alle software die u op de notebookcomputer heeft geïnstalleerd, gaan verloren als u het besturingssysteem opnieuw installeert.
  • Pagina 178 Software-updates, herstelprocedures en hulpprogramma's 6. Druk op om door te gaan. enter (De gebruiksrechtovereenkomst verschijnt.) 7. Druk op om de voorwaarden te accepteren en door te gaan. (Het Setup-venster verschijnt.) 8. Als er al een Windows-besturingssysteem is geïnstalleerd, drukt u op om het besturingssysteem opnieuw te installeren in plaats van het te herstellen.
  • Pagina 179 Software-updates, herstelprocedures en hulpprogramma's Stuurprogramma's en andere software opnieuw installeren Nadat de installatie is voltooid, moet u de stuurprogramma's en andere software opnieuw installeren. U kunt als volgt stuurprogramma's opnieuw installeren vanaf de meegeleverde schijf Application and Driver Recovery (Herstel van applicaties en stuurprogramma's): 1.
  • Pagina 180 VOORZICHTIG: Wanneer u een besturingssysteem voor uw HP notebookcomputer dat door HP is uitgebreid vervangt door een versie die niet door HP is geleverd, gaan alle uitbreidingen verloren. Wanneer deze uitbreidingen niet meer aanwezig zijn, is het mogelijk dat het systeem vastloopt of dat er geen volledige USB-ondersteuning meer beschikbaar is.
  • Pagina 181 Software-updates, herstelprocedures en hulpprogramma's Setupprogramma openen U krijgt als volgt toegang tot de meeste instellingen: 1. Start de notebookcomputer (opnieuw) op. 2. Druk op voordat Windows wordt gestart en terwijl linksonder op het scherm het bericht "Press <F10> to enter setup"...
  • Pagina 182 Software-updates, herstelprocedures en hulpprogramma's Standaardinstellingen van het setupprogramma terugzetten Als u alle instellingen van het setupprogramma wilt terugzetten op de standaardwaarden, selecteert u File (Bestand) > Restore Defaults (Standaardinstellingen). (Identificatiegegevens, waaronder informatie over de ROM-versie, blijven behouden.) Setupprogramma afsluiten ■ Als u het hulpprogramma wilt afsluiten en de wijzigingen van de huidige sessie wilt opslaan, selecteert u File >...
  • Pagina 183 Specificaties Deze appendix bevat nuttige informatie voor personen die de notebookcomputer in verschillende landen of onder extreme omstandigheden willen gebruiken of vervoeren. Afmetingen van de notebookcomputer Afmetingen Metrisch U.S. Hoogte (voorkant) 4,51 cm 1,78 in Hoogte (achterkant) 4,97 cm 1,96 in Breedte 39,79 cm 15,70 in...
  • Pagina 184 Specificaties Omgeving Factor Metrisch U.S. Temperatuur In bedrijf (niet schrijvend 0° tot 35°C 32° tot 95°F naar optische schijf) In bedrijf (schrijvend naar 5° tot 35°C 41° tot 95°F optische schijf) Buiten bedrijf -20° tot 60°C -4° tot 140°F Luchtvochtigheid (zonder condensatie) In bedrijf 10% tot 90% 10% tot 90%...
  • Pagina 185 Specificaties Nominaal ingangsvermogen De notebookcomputer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. Hoewel de notebookcomputer kan worden gevoed via een stand-alone gelijkstroom-voedingsbron, wordt u ten zeerste aangeraden de notebookcomputer alleen te voeden via een netvoedingsadapter. De notebookcomputer kan gelijkstroom accepteren binnen de hierna aangegeven specificaties.
  • Pagina 186 2 duidt op het type dockingpoort. Optionele dockingproducten van HP die op de notebookcomputer kunnen worden aangesloten via dockingpoort 2, zijn bijvoorbeeld een HP xb2000 Notebook Expansion Base of een HP xc2000 Notebook All-in-One Media Cable. A–4...
  • Pagina 187 Specificaties De volgende tabel bevat de ingangs- en uitgangssignalen die worden ondersteund door de dockingpoort 2 van de notebookcomputer. ✎ Niet alle dockingproducten ondersteunen deze voorzieningen. Voorziening Ondersteuning USB 2.0 10/100 Ethernet Gigabit Ethernet IEEE 1394 (4-pins poort) Infrarood voor consumentenelektronica (uitsluitend voor optionele afstandsbediening) Ingangsvermogen...
  • Pagina 188 Specificaties Meer omgevingsinformatie De specificaties in deze appendix bevatten informatie over de omgevingsvereisten voor de notebookcomputer. ■ Raadpleeg het gedeelte "Accu opbergen" hoofdstuk 3 voor vergelijkbare informatie over het bewaren van accu's. ■ Raadpleeg de handleiding Onderhoud en transport op de cd Notebook Documentation (Documentatie bij de notebook- computer) voor informatie over blootstelling van de notebook- computer aan zonlicht, ultraviolet licht, röntgenstralen...
  • Pagina 189 Index 1394-apparatuur 6–4 7–2 Accu 1394-connector 1–14 herkennen 1–19 1394-poort instellingen voor gebruiken 6–4 7–2 energiebesparing 3–27 herkennen 1–14 kalibreren 3–23 ondersteuning van lading controleren 3–20 dockingproduct A–5 ontladen 3–24 opbergen 3–26 opladen 3–19 3–23 Aan/uit opnieuw opladen 3–25 knoppen 3–8 vervangen 3–28 noodprocedures voor verwijderen 3–5...
  • Pagina 190 Index Afmetingen, Beeldscherm, helderheid 2–9 notebookcomputer A–1 Beeldschermschakelaar Afsluiten. Zie Uitschakelen, functie wijzigen 3–15 notebookcomputer 3–5 herkennen 3–8 Afsluitprocedures 3–9 Beeldscherm- Antivirussoftware 5–3 vergrendeling 1–8 Apparaten uitschakelen 5–20 Beheerderswachtwoord 5–8 Apple iTunes 4–10 Beheerderswachtwoord Applicaties. Zie Software; voor setupprogramma 5–8 Software-updates Besturingssysteem Application and Driver...
  • Pagina 191 Index BIOS (basic input/output Compartiment, geheugen. system) 9–2 Zie Geheugencompartiment Zie ook ROM Connectoren Breedte, netvoeding 1–9 notebookcomputer A–1 schijfeenheid 7–4 Caps lock-lampje 1–6 Digitale drive Card en Socket Services, gebruiken 7–17 ExpressCard 6–10 SD-geheugenkaart Card en Socket Services, plaatsen 7–17 PC Card 6–5 verwijderen 7–20 Cd Notebook Documentation...
  • Pagina 192 Index Digitale-driveruimte Elektrostatische digitale drive plaatsen 7–19 ontlading 6–19 7–4 digitale drive Enablers, ExpressCard 6–10 verwijderen 7–20 Enablers, PC Card 6–5 Digitale-medialampje 6–14 Energiebeheer Digitale-mediaslot, standaardinstellingen 3–8 herkennen 1–13 voorkeuren instellen 3–14 Dockingpoort 2 Energiebeheer, herkennen 1–14 instellingen 3–14 ondersteunde signalen A–4 Energiebeheer, venster 3–15 Documentatie 1–21 Energiebeheerschema's,...
  • Pagina 193 Index Firewall-software 5–5 Handleiding Informatie Flashgeheugenkaart. Zie over veiligheid en Digitale geheugenkaarten voorschriften 1–21 -toets 1–3 2–4 Handleiding voor hulp en Zie ook Functietoetsen ondersteuning 1–21 Foutbericht, Playback Hardwareonderdelen, of content from this region informatie weergeven 2–6 not permitted 4–12 Hardwarevoorzieningen 1–1 Functietoetsen Help en ondersteuning...
  • Pagina 194 4–17 4–18 Webbrowser 2–7 overzicht 4–10 HP beheerderswachtwoord InterVideo WinDVD Player voor het foutbericht 4–12 setupprogramma 5–13 gebruiken 4–11 HP USB Digital Drive opnieuw installeren 4–11 gebruiken 7–17 overzicht 4–10 plaatsen 7–19 regio-instellingen SD-geheugenkaart beheren 4–13 plaatsen 7–17 verwijderen 7–20 Kaart.
  • Pagina 195 Index Kabels audio 4–5 Labels modem 1–14 1–18 8–1 Certificaat van echtheid netwerk 1–14 1–18 8–3 van Microsoft 1–20 9–12 S-video 4–6 goedkeuringen voor USB-kabel modem 1–20 van digitale drive keurmerk voor draadloos Zie ook Netsnoer communicatie- Kennisgevingen apparaat 1–20 handleiding Informatie productidentificatie 1–20 over veiligheid en...
  • Pagina 196 Index Luidsprekers Modem, label met extern 4–3 goedkeuringen 1–20 gebruiken 4–1 Modemadapter 1–19 herkennen 1–8 4–1 Modemconnector. Zie RJ-11-connector (modem) Modemkabel 1–14 1–18 Maten, Modems en netwerken, notebookcomputer A–1 handleiding 1–21 Media Monitor, schakelen tussen Automatisch afspelen beeldschermen 2–7 annuleren 7–14 Monitorpoort, extern 1–9 behandelen 7–4 MultiMediaCard 6–13...
  • Pagina 197 Index Noodprocedures Optische-schijfeenheid, voor afsluiten 3–10 ejectknop 1–11 Norton AntiVirus 5–3 Notebookcomputer, PAL-M- productgegevens 9–3 televisiestandaard 4–8 NTSC-televisiestandaard 4–8 PAL-televisiestandaard 4–8 Num lock-lampje 1–6 PC Card Nummer, beschikbare typen 6–5 productidentificatie 1–20 configureren 6–5 functies 6–5 Omgevingsvereisten A–1 plaatsen 6–6 Onderhoud en transport, stopzetten 6–8 handleiding 1–21...
  • Pagina 198 Index Productidentificatie- RJ-11-connector (modem) nummer 1–20 herkennen 1–14 Projector modem gebruiken 8–1 aansluiten 1–9 RJ-45-connector (netwerk) schakelen tussen gebruiken 8–2 beeldschermen 2–7 herkennen 1–14 PXE (Preboot eXecution Environment) 8–3 definitie 9–2 downloaden en installeren 9–5 Quick Launch 1–7 2–12 huidige Quick Launch-knoppen versie opzoeken 9–4 herkennen 1–7...
  • Pagina 199 Index veiligheid 7–4 Sneltoetsen verzenden 7–4 overzicht 2–4 2–5 Zie ook Vaste schijf, procedures 2–6 interne; Sneltoetsopdracht 2–5 2–6 Optische-schijfeenheden Socket Services Schijfmedia. Zie Media ExpressCard 6–10 Schijven PC Card 6–5 afspelen 4–12 SoftPaq Application and Driver definitie 9–5 Recovery (Herstel downloaden van applicaties en en installeren 9–8...
  • Pagina 200 Index Sonic RecordNow! 4–10 Systeemgegevens Specificaties weergeven 2–6 afmetingen A–1 Systeemherstel, modem 8–1 hulpprogramma 9–9 netwerk 8–2 Systeemherstelpunt nominaal instellen 9–9 ingangsvermogen A–3 teruggaan naar 9–10 omgeving A–2 Systeemlabel 1–20 Standbystand Aan/uit/standby, Technische lampje 1–8 ondersteuning 1–21 activeren 3–6 3–11 Technische ondersteuning.
  • Pagina 201 1–10 1–12 1–16 USB-ondersteuning 6–3 Vergrendeling, accu 3–29 USB-poorten Vergrendelingen herkennen 1–9 1–11 1–14 accu 1–15 HP USB Digital Drive accuvergrendeling 3–29 aansluiten 7–21 beeldscherm- vergrendeling 1–8 Vaste schijf Zie ook Knoppen; Toetsen DriveLock 5–17 Videoapparatuur Vaste schijf, aansluiten 4–5 afdekplaatje 7–7...
  • Pagina 202 Index Videorecorder aansluiten 4–5 Wachtwoorden audio-uitgang, functie 4–3 aandachtspunten 5–9 Virussen, DriveLock 5–17 antivirussoftware 5–3 op elkaar afstemmen 5–8 Voeding opstartwachtwoord 5–10 besparen 3–4 3–27 overzicht 5–7 Voedingsbron standbystand 3–17 overschakelen 3–19 vastleggen 5–7 selecteren 3–1 Webbrowser, hotkey 2–7 Volume, aanpassen 4–2 Windows Mediaspeler 4–10 Volumeknoppen Windows MovieMaker 4–10...