Systeeminformatie
In de volgende procedure wordt beschreven hoe u systeem-
informatie weergeeft in het setupprogramma. Als het
setupprogramma niet is geopend, begint u bij stap 1. Als het
setupprogramma is geopend, begint u bij stap 4.
1. Als u niet zeker weet of de notebookcomputer is
uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, drukt u op de
aan/uit-knop. (Hiermee zet u de notebookcomputer aan of
beëindigt u de hibernationstand.)
2. Geef het bericht van het setupprogramma weer:
❏
❏
3. Druk op
scherm verschijnt.
4. Open de systeeminformatie in de menu's Main
(Hoofdmenu) en Advanced (Geavanceerd).
❏
❏
5. Als u het setupprogramma wilt afsluiten zonder de
instellingen te wijzigen, selecteert u het menu Exit
(Afsluiten) > Exit Discarding Changes (Afsluiten en
wijzigingen niet opslaan). Druk daarna op
notebookcomputer wordt opnieuw gestart in Windows.)
Handleiding voor de hardware en software
Als de notebookcomputer aan staat, start u de
notebookcomputer opnieuw op via het besturingssysteem.
Als u zeker weet dat de notebookcomputer is afgesloten
en niet in de hibernationstand staat, schakelt u de
notebookcomputer in.
wanneer het setupbericht linksonder op het
f10
Selecteer met de pijltoetsen het menu Main
(Hoofdmenu) om het merendeel van de
systeeminformatie die beschikbaar is in het
setupprogramma, weer te geven.
Selecteer met de pijltoetsen het menu Advanced
(Geavanceerd) om informatie over het videogeheugen
weer te geven.
Setupprogramma
(De
enter.
13–5