1 1 1 1
l Om nummerherhaling in te stellen na een fout bij het verzenden:
Om nummerherhaling in te stellen na een fout bij het verzenden:
Om nummerherhaling in te stellen na een fout bij het verzenden:
Om nummerherhaling in te stellen na een fout bij het verzenden:
Druk op "TX fout opnieuw TX"
"Fout & 1ste pagina": Automatische nummerherhaling vindt plaats indien er een verzendfout
optreedt. De eerste pagina, de pagina waarbij een storing optrad en de daarop volgende pagina's
worden opnieuw verzonden.
"Alle pagina's": Automatische nummerherhaling vindt plaats indien er een verzendfout optreedt.
Alle pagina's worden opnieuw verzonden.
"Uit": Er vindt geen nummerherhaling plaats als er een verzendfout optreedt.
OPMERKING
• • • •
Om de procedure voor het instellen te annuleren, drukt u op "Annuleren".
4 4 4 4
Wanneer alle instellingen zijn aangegeven, drukt u op "Gereed" en drukt u
Wanneer alle instellingen zijn aangegeven, drukt u op "Gereed" en drukt u
Wanneer alle instellingen zijn aangegeven, drukt u op "Gereed" en drukt u
Wanneer alle instellingen zijn aangegeven, drukt u op "Gereed" en drukt u
op "OK".
op "OK".
op "OK".
op "OK".
5 5 5 5
Druk op "Gereed".
Druk op "Gereed".
Druk op "Gereed".
Druk op "Gereed".
De aangegeven mode is ingesteld.
Druk herhaaldelijk op "Gereed" tot het scherm met basisfaxfuncties verschijnt.
Invoeren van stempelinstellingen
Invoeren van stempelinstellingen
Invoeren van stempelinstellingen
Invoeren van stempelinstellingen
U kunt aangeven of u het document wilt stempelen nadat het is verzonden of na scannen in het
geheugen is opgeslagen.
BELANGRIJK
• • • •
Deze instelling is alleen mogelijk wanneer de aanvoer (DADF-H1) is aangesloten.
OPMERKING
• • • •
Geef aan of u de documenten wilt laten stempelen via het scherm Basisfaxfuncties. (Raadpleeg 'Stempelen van
verzonden of gescande originelen (Stempelen van origineel)' op pag. 2-18.)
• • • •
De standaard instelling is "Directe & Geheugen TX".
druk op het gewenste item
R
druk op "OK".
R
Instellen verzendfuncties
5 5 5 5
5-33
5-33
5-33
5-33