■
Een aangesloten optioneel beeldscherm wordt niet
automatisch uitgeschakeld.
■
De snelheid van de vaste schijf neemt niet automatisch
af wanneer de notebookcomputer inactief is.
■
De standbystand wordt niet automatisch geactiveerd.
Ga als volgt te werk om de accu volledig te ontladen:
1. Schakel de hibernationvoorziening uit. U schakelt de
hibernationvoorziening als volgt uit:
a. Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en
b. Schakel de optie Slaapstand inschakelen uit
2. Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties
en onderhoud > Energiebeheer > tabblad
Energiebeheerschema's.
3. Noteer alle instellingen in de kolom Netvoeding (of
Netstroom) en alle instellingen in de kolom Accuvoeding
(of Accustroom), zodat u deze instellingen na de kalibratie
weer kunt opgeven.
4. Stel elk item in de twee kolommen met behulp van de
vervolgkeuzelijsten in op Nooit.
5. Klik op OK.
6. Koppel de notebookcomputer los van de externe
netvoedingsbron, maar schakel de notebookcomputer niet uit.
7. Laat de notebookcomputer op accuvoeding werken totdat de
accu volledig is ontladen. Wanneer de accu volledig is
ontladen, wordt de notebookcomputer uitgeschakeld.
Handleiding voor de hardware en software
onderhoud > Energiebeheer > tabblad Slaapstand.
Energiebeheer
.
2–23