Energiebeheer
Procedure voor het kalibreren van een accu
U kalibreert een accu door deze eerst volledig op te laden,
vervolgens volledig te ontladen en dan weer volledig op te laden.
Accu opladen
Laad de accu op terwijl de notebookcomputer is ingeschakeld. U
laadt de accu als volgt op:
1. Plaats de accu in de notebookcomputer.
2. Sluit de notebookcomputer via de netvoedingsadapter aan
op een externe voedingsbron of een optionele auto- of
vliegtuigadapter. (Het acculampje op de notebookcomputer
brandt terwijl de accu wordt opgeladen.)
3. Zorg ervoor dat de notebookcomputer op de externe
voedingsbron aangesloten blijft totdat de accu volledig is
opgeladen. (Het acculampje op de notebookcomputer gaat
uit.)
Accu ontladen
Ä
VOORZICHTIG: Sla uw werk op voordat u met een onbeheerde
ontladingsprocedure begint om verlies van gegevens te voorkomen.
De notebookcomputer moet gedurende het hele ontladingsproces
ingeschakeld blijven. De accu kan worden ontladen ongeacht of
de notebookcomputer in gebruik is. Wanneer de notebook-
computer in gebruik is, verloopt het ontladen echter sneller.
Als u de notebookcomputer incidenteel gebruikt tijdens de hierna
beschreven ontladingsprocedure en u time-outperiodes voor
energiebesparing heeft ingesteld, kunnen de volgende
verschijnselen optreden tijdens het ontladingsproces:
■
Werk dat niet is opgeslagen tijdens de huidige sessie,
gaat verloren wanneer de accu volledig is ontladen en de
notebookcomputer wordt uitgeschakeld.
2–22
Handleiding voor de hardware en software