Richtlijnen voor HP wachtwoorden
en Windows-wachtwoorden
Wachtwoorden van HP en Windows zijn niet uitwisselbaar. Geef
een HP wachtwoord op wanneer er om een HP wachtwoord wordt
gevraagd en geef een Windows-wachtwoord op wanneer er om
een Windows-wachtwoord wordt gevraagd. Bijvoorbeeld:
■
Als er een opstartwachtwoord is ingesteld, geeft u dit
opstartwachtwoord (en niet een Windows-wachtwoord) op
bij het opstarten van de notebookcomputer of beëindiging
van de hibernationstand.
■
Als in Windows is ingesteld dat er een wachtwoord moet
worden opgegeven om de standbystand te beëindigen, geeft u
een Windows-wachtwoord (en niet een opstartwachtwoord)
op om de standbystand te beëindigen.
U kunt wel hetzelfde woord of dezelfde reeks letters of cijfers van
een HP wachtwoord instellen voor een ander HP wachtwoord of
voor een Windows-wachtwoord. Let hierbij op het volgende.
■
HP wachtwoorden kunnen bestaan uit een willekeurige
combinatie van maximaal acht letters en cijfers. Daarbij
wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en
kleine letters.
■
Een HP wachtwoord moet met hetzelfde type toetsen worden
ingevoerd als waarmee het is ingesteld. Als u bijvoorbeeld
een HP wachtwoord instelt met de cijfertoetsen boven aan het
toetsenbord, wordt het niet herkend als u het typt met de
cijfertoetsen van het toetsenblok.
Raadpleeg
over het toetsenblok.
Handleiding voor de hardware en software
"Toetsenblokken"
in
hoofdstuk 3
Beveiliging
voor informatie
12–7