1. Veiligheidsfilter
5.
Reinig de opening van de vuiluitlaat in het
afneembare deksel.
6.
Verwijder de rubberen uitlaatklep van het deksel,
maak de holte schoon en plaats de uitlaatklep.
7.
Monteer het deksel met de rubberen uitlaatklep
naar beneden gericht, in een stand tussen
ongeveer 5 tot 7 uur, gezien vanaf het uiteinde.
8.
Stel de indicator
rood is.
Motorolie verversen
Olie specificaties
Gebruik hoogwaardige motorolie met een laag
asgehalte, die aan de volgende specificaties voldoet:
•
API service categorie CJ-4 of hoger
•
ACEA service categorie E6
•
JASO service categorie DH-2
Belangrijk:
Het gebruik van motorolie die niet
voldoet aan API CJ-4 of hoger, ACEA E6, of JASO
DH-2 kan leiden tot verstopping van het DPF of
motorschade.
Gebruik motorolie met de volgende viscositeit:
•
Voorkeursolie: SAE 15W-40 (hoger dan -18 °C)
•
Alternatieve olie: SAE 10W-30 of 5W-30 (voor alle
temperaturen)
Toro Premium motorolie is verkrijgbaar bij uw erkende
Toro distributeur, met een viscositeit van 15W-40
of 10W-30. Zie de onderdelencatalogus voor de
onderdeelnummers.
Het motoroliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Het carter van de motor is in de fabriek gevuld met
olie; het oliepeil moet echter worden gecontroleerd
Figuur 75
(Figuur
72) opnieuw in als deze
voor- en nadat de motor voor de eerste keer wordt
gestart.
Belangrijk:
Controleer het motoroliepeil
dagelijks. Als de niveau van de motorolie hoger
is dan de Vol-markering op de peilstok kan de olie
verdund zijn met brandstof,
in dat geval moet de olie vervangen worden.
De beste tijd om de motorolie te controleren is
wanneer de motor koud is voordat deze is gestart voor
de dag. Als hij al heeft gedraaid, moet u de olie eerst
g011505
terug laten lopen gedurende tenminste 10 minuten
voordat u controleert. Als het olieniveau op of onder
de Bijvul-markering 'Add' op de peilstok staat, vul dan
olie bij om het olieniveau bij de Vol-markering 'Full' te
brengen. Giet niet te veel olie in de motor.
Belangrijk:
Zorg ervoor dat het oliepeil tussen de
merktekens voor het minimum en het maximum
op de peilstok staat, de motor kan beschadigd
worden indien deze te veel of te weinig olie bevat.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
2.
Maak de sluitingen van de motorkap los en open
de kap.
3.
Verwijder de peilstok uit de buis, veeg deze
schoon en plaats de peilstok weer in de buis.
Haal de peilstok er weer uit.
Het oliepeil moet zich in de veilige zone
bevinden
1. Peilstok
4.
Als het oliepeil zich onder de veilige zone
bevindt, verwijdert u de vuldop
en vult u bij met olie totdat het oliepeil de
vol-markering bereikt.
Belangrijk:
57
(Figuur
76).
Figuur 76
2. Olievuldop
Giet niet te veel olie in de motor.
g020435
(Figuur
76)