Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gras Maaien Met De Machine; Regeneratie Van Het Dieselpartikelfilter - Toro Reelmaster 7000-D Gebruikershandleiding

Tractie-eenheid met vierwielaandrijving
Verberg thumbnails Zie ook voor Reelmaster 7000-D:
Inhoudsopgave

Advertenties

1.
Rij de machine langzaam naar een ruim, tamelijk
open terrein.
2.
Laat het maaidekken neer, zet de motor af en
stel de parkeerrem in werking.
3.
Neem plaats op de bestuurdersstoel en trap het
tractiepedaal in.
4.
Probeer de motor te starten.
Opmerking:
De motor mag niet starten. Als
de motor gaat draaien, is er een defect in het
interlocksysteem dat moet worden verholpen
voordat u de machine gaat gebruiken.
5.
Neem plaats op de bestuurdersstoel en start
de motor.
6.
Kom overeind uit de bestuurdersstoel en schakel
de aftakasschakelaar op Aan.
Opmerking:
De aftakas mag niet in werking
komen. Als dit wel gebeurt, is er een defect in
het interlocksysteem dat moet worden verholpen
voordat u de machine gaat gebruiken.
7.
Neem plaats op de bestuurdersstoel, stel de
parkeerrem in werking en start de motor.
8.
Zet het tractiepedaal uit de neutraalstand.
Opmerking:
De motor moet afslaan. Als
de motor niet afslaat, is er een defect in het
interlocksysteem dat moet worden verholpen
voordat u de machine gaat gebruiken.
Gras maaien met de
machine
Opmerking:
Het maaien van gras op een snelheid
waarop de motor wordt belast draagt bij aan de
regeneratie van het DPF.
1.
Breng de machine naar het werkterrein en stel
deze buiten het maaigebied op om de eerste
baan te maaien.
2.
Verzeker dat de aftakasschakelaar op
/
DISABLE
UITGESCHAKELD
3.
Duw de hendel van de maaisnelheidbegrenzer
naar voren.
4.
Druk op de gashendel-snelheidsschakelaar om
het motortoerental op
stellen.
5.
Laat de maai-eenheden neer op de grond met
de joystick.
6.
Druk de aftakasschakelaar in om de
maai-eenheden klaar te maken voor gebruik.
7.
Til de maai-eenheden van de grond met de
joystick.
staat.
in te
STATIONAIR
HOOG
8.
Rij de machine naar het maaigebied en laat de
maai-eenheden zakken.
Opmerking:
snelheid waarop de motor wordt belast draagt
bij aan de regeneratie van het DPF.
9.
Na met maaien van een baan heft u de
maai-eenheden met de joystick.
10.
Maak een druppelvormige bocht om de machine
snel voor de volgende baan uit te lijnen.
Regeneratie van het
dieselpartikelfilter
Het dieselpartikelfilter (DPF) is een onderdeel van het
uitlaatsysteem. De oxidatie-katalysator van het DPF
vermindert de hoeveelheid schadelijke gassen en het
roetfilter vangt het roet in de uitlaatgassen op.
Bij de regeneratie van het DPF wordt het roet in het
filter verbrand door de hitte van de uitlaatgassen.
Hierbij wordt het roet omgezet tot as en worden
de kanalen van het filter schoongemaakt zodat
de gefilterde uitlaatgassen door het DPF kunnen
stromen.
De computer van de motor bepaalt de mate van
roetopbouw door de tegendruk van het DPF te meten.
Een te hoge tegendruk betekent dat het roet in het
filter niet verbrand wordt tijdens het normale bedrijf
van de motor. Hou rekening met het volgende om
roetopbouw in het DPF te voorkomen:
Passieve regeneratie wordt continu uitgevoerd
zolang de motor loopt. Laat de motor indien
mogelijk met vol toerental lopen tijdens de
regeneratie van het DPF.
Als de tegendruk te hoog wordt zal de
motorcomputer via het InfoCenter aangeven als er
aanvullende processen (ondersteunde en reset
regeneratie) worden uitgevoerd.
Laat deze processen volledig afronden voordat
u de motor afzet.
Hou bij het gebruik en onderhoud van uw machine
rekening met de werking van het DPF. Een belaste
motor bij een stationair – hoog toerental produceert
meestal uitlaatgassen die heet genoeg zijn voor de
regeneratie van het DPF.
Belangrijk:
Minimaliseer de tijd dat de motor
stationair loopt, of dat u de machine op een laag
toerental laat lopen, om de opbouw van roet in het
filter te beperken.
37
Het maaien van gras op een

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

03780

Inhoudsopgave