Het voorkomen van materiële schade
2 Het voorkomen van
materiële schade
Het voorkomen van materiële schade
LET OP!
Door het gebruik van de plint, laden
of apparaatdeuren als zitvlak of op-
stapje kan het apparaat beschadigd
raken.
Niet op de plint, laden of deuren
▶
staat of leunen.
Door verontreinigingen met olie of vet
kunnen kunststofdelen en deurafdich-
tingen poreus worden.
Houd kunststofdelen en deuraf-
▶
dichtingen olie- en vetvrij.
Delen in het apparaat van metaal of
met een metalen uiterlijk kunnen alu-
minium bevatten. Bij contact met
zuurhoudende levensmiddelen corro-
deert en verkleurt het aluminium.
Levensmiddelen uitsluitend verpakt
▶
in het apparaat bewaren.
Wanneer u uitrustingsdelen en acces-
soires in de vaatwasser reinigt, kun-
nen deze vervormen of verkleuren.
Nooit uitrustingsdelen en accessoi-
▶
res in de vaatwasser reinigen.
Milieubescherming en besparing
3 Milieubescherming en
besparing
Milieubescherming en besparing
3.1 Afvoeren van de verpak-
king
De verpakkingsmaterialen zijn milieu-
vriendelijk en kunnen worden herge-
bruikt.
De afzonderlijke componenten op
▶
soort gescheiden afvoeren.
Het voorkomen van materiële schade nl
3.2 Energie besparen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, ver-
bruikt uw apparaat minder stroom.
Keuze van de opstellingslocatie
Stel het apparaat niet bloot aan di-
¡
rect zonlicht.
Plaats het apparaat zo ver moge-
¡
lijk van radiatoren, fornuis en ande-
re warmtebronnen:
– Houd 30 mm afstand aan tot
elektrische- of gasfornuizen.
– Houd 300 mm afstand aan tot
olie- en kolenfornuizen.
De externe ventilatieopeningen
¡
nooit afdekken of blokkeren.
Energie besparen bij het gebruik.
Opmerking: De plaatsing van de uit-
rustingsonderdelen heeft geen in-
vloed op het energieverbruik van het
apparaat.
Open het apparaat slechts kort en
¡
sluit het zorgvuldig.
De binnenste ventilatieopeningen
¡
of de externe ventilatieopeningen
nooit afdekken of blokkeren.
Transporteer gekoelde levensmid-
¡
delen in een koeltas en leg ze snel
in het apparaat.
Warm voedsel en dranken eerst la-
¡
ten afkoelen, daarna in het appa-
raat plaatsen.
Leg om de koude van de diep-
¡
vriesproducten te benutten, deze
ter ontdooiing in het koelvak.
Laat altijd wat ruimte tussen de le-
¡
vensmiddelen en de achterwand.
51