3. Opslag
Als er een opslagperiode voorzien wordt, dan zorgt onze
werkplaats (op aanvraag) voor een geschikte verpakking voor
de gespecificeerde opslagomstandigheden
Bij de ontvangst moet het apparaat zorgvuldig uitgepakt en
gecontroleerd worden zoals beschreven onder Controle bij de
ontvangst (hfst. 2).
Als een onmiddellijke installatie niet mogelijk is, dan moet de
verpakking weer met het oorspronkelijke materiaal hersteld
worden.
Plaats dan in de verpakking speciale hygroscopische stoffen,
minstens een standaard zakje per apparaat.
Als de oorspronkelijke verpakking niet meer voorhanden is
en het apparaat niet onmiddellijk geïnstalleerd kan worden,
dan moet het opgeslagen worden in een overdekte, goed
geventileerde, droge, niet stoffige, niet corrosieve omgeving,
niet in de buurt van makkelijk ontvlambaar materiaal en bij een
temperatuur tussen de -5 °C en +40 °C.
Vermijd in ieder geval dat er iets per ongeluk tegen aan kan
stoten en plaats het apparaat zodanig dat de structuur niet
belast wordt.
5 5