6.3. Openen en sluiten van de
vermogenschakelaar
De vermogenschakelaar kan handmatig of elektrisch bediend
worden (fig. 6 - fig. 7).
a1) Handmatige opspanning van de sluitveer bij VD4
vermogenschakelaars voor UniGear schakelborden en
PowerCube eenheden (fig. 7a)
Opspanhendel (2) herhaaldelijk activeren (maximale draaihoek
van de hendel ongeveer 90°) totdat het gele signaal (7)
verschijnt.
De maximale krachten die gewoonlijk op de hendel toegepast
kunnen worden zijn <150 N voor EL1 commando, <200 N
voor EL2 commando en <250 N voor EL3 commando.
Voor vermogenschakelaars met uitschakelvermogen van
50 kA, zijn commando's voorzien van het type EL1 Twin en
EL2 Twin. Voor de handmatige opspanning moet de hendel (1)
volledig aangebracht worden zoals aangegeven in fig. 7c. Zo
is de maximaal toe te passen kracht < 200 N.
Voor het type commando wordt er verwezen naar het
identificatieplaatje van fig. 1.
a2) Handmatige opspanning van de sluitveer voor
uittrekbare VD4 vermogenschakelaars voor UniGear
schakelbord voorzien van systeem om de sluitveer
met de hand draaiend op te spannen (zie fig. 6b ter
voorbeeld)
Draai aan de opspanhendel (2) (ongeveer 12 omwentelingen)
totdat het gele signaal (7) verschijnt. De maximale kracht die
gewoonlijk toegepast kan worden is < 150 N voor het com-
mando EL1 en < 230 N voor het commando EL3.
Deze manoeuvre kan zowel met open als met gesloten deur
verricht worden en met uitgetrokken of aangebrachte vermo-
genschakelaar.
LET OP (fig. 6b): Steek de hendel waarmee de sluitveer (2b)
met de hand opgespannen wordt in zijn plaats (2a); draai
de hendel in de richting van de klok (ongeveer 12 omwen-
telingen) tot het gele signaal (7) verschijnt ten teken dat de
opspanning voltooid is; als de opspanning voltooid is, maakt
de hendel een halve omwenteling onbelast, dan blokkeert de
hendel door een onverwachte verhoging van de belasting; niet
forceren of proberen de veer verder op te spannen omdat dan
het systeem kan beschadigen.
VD4 vermogenschakelaars voor schakelborden ZS8.4 (fig. 6b)
a3) Handmatige opspanning van de sluitveer voor
vermogenschakelaars VD4/ZS8 (fig. 7b)
Draai aan de opspanhendel (2) totdat het gele signaal (7)
verschijnt. De maximale kracht die gewoonlijk toegepast kan
worden is < 150 N voor het commando EL1 en < 230 N voor
het commando EL3.
Deze manoeuvre kan zowel met open als met gesloten deur
verricht worden en met uitgetrokken of aangebrachte vermo-
genschakelaar.
LET OP (fig. 6b): Steek de hendel waarmee de sluitveer (2b)
met de hand opgespannen wordt in zijn plaats (2a); draai
de hendel in de richting van de klok (ongeveer 12 omwen-
telingen) tot het gele signaal (7) verschijnt ten teken dat de
opspanning voltooid is; als de opspanning voltooid is, maakt
48
48
de hendel een halve omwenteling onbelast, dan blokkeert de
hendel door een onverwachte verhoging van de belasting; niet
forceren of proberen de veer verder op te spannen omdat dan
het systeem kan beschadigen.
b) Elektrisch opspannen van de veer
Op aanvraag kan de vermogenschakelaar voor het elektrisch
opspannen met de volgende accessoires worden uitgerust:
– motorreductor voor de automatische opspanning van de
sluitveer.
– sluitingslosser
– openingslosser
De motorreductor spant na iedere sluiting automatisch de
veer weer op totdat het gele signaal (7) verschijnt.
Als tijdens het opspannen de stroom uitvalt, dan stopt de
motorreductor en hervat het opspannen van de veer wanneer
de stroom er weer is.
De mogelijkheid bestaat evenwel altijd de veer met de hand
verder op te spannen.
c) Sluiten van de vermogenschakelaar
Dit kan alleen met volledig opgespannen sluitveer gebeuren.
Voor het handmatig sluiten, de drukknop (5 - fig. 6a)
indrukken.
Als er een sluitingslosser aanwezig is kan deze handeling
ook op afstand worden verricht door middel van een speciaal
besturingscircuit. Het sluiten wordt aangegeven door de
signaalinrichting (6 - fig. 6b).
d) Openen van de vermogenschakelaar
Voor het handmatig openen, de drukknop (4 - fig. 6a)
indrukken.
Als er een openingslosser aanwezig is kan deze handeling
ook op afstand worden verricht door middel van een speciaal
besturingscircuit. Het openen wordt aangegeven door de
signaalinrichting (6 - fig. 6b).