Inhoudsopgave
Advertenties
7. Installatie
7.1. Algemene informatie
Een correcte installatie is van primair belang. De
aanwijzingen van de fabrikant moeten aandachtig
bestudeerd en opgevolgd worden. Er wordt
aangeraden handschoenen te gebruiken tijdens de
installatie.
7.2. Voorwaarden voor de installatie en
de werking
De volgende normen moeten goed in beschouwing genomen
worden tijdens de installatie en het bedrijf:
– IEC 62271-1/DIN VDE 0101
– VDE 0105: Werking van elektrische installaties
– DIN VDE 0141: Aardingsystemen voor installaties met
nominale spanning hoger dan 1 kV.
– Alle ongelukkenpreventienormen die in de respectievelijke
landen van kracht zijn.
7.2.1. Normale omstandigheden
Aanbevelingen van de normenIEC 62271-1 en 62271-100 in
acht nemen. In het bijzonder:
Omgevingstemperatuur
Maximaal
Maximaal gemiddelde over 24 uur
Minimaal (volgens de klasse - 5),
apparaten voor binnengebruik
Vochtigheid
De gemiddelde waarde van de relatieve vochtigheid, gemeten over een
periode langer dan 24 uur, mag de 95% niet overschrijden
De gemiddelde waarde van de waterdampdruk, gemeten over een periode
langer dan 24 uur, mag de 2,2 kPa niet overschrijden.
De gemiddelde waarde van de relatieve vochtigheid, gemeten over een
periode langer dan 1 maand, mag de 90% niet overschrijden
De gemiddelde waarde van de waterdampdruk, gemeten over een periode
langer dan 1 maand, mag de 1,8 kPa niet overschrijden.
Hoogte
< 1000 m boven de zeespiegel.
+ 40 °C
+ 35 °C
– 5°
7.2.2. Bijzondere omstandigheden
Installatie hoger dan 1000 m boven de zeespiegel
Mogelijk binnen de grenzen toegestaan door de afname van de
diëlektrische sterkte van de lucht.
Hogere omgevingstemperatuur
Afname van de nominale stroom
De warmte afvoer begunstigen met passende extra ventilatie.
Klimaat
Teneinde de kans op corrosie of andere schade te vermijden in gebieden:
– met grote vochtigheid, en/of
– met snelle en grote temperatuurschommelingen, passende maatregelen
treffen (bijvoorbeeld door elektrische verwarmingsinstallaties te
gebruiken) om condensvorming te voorkomen.
Voor bijzondere installatievereisten of andere
bedrijfsomstandigheden contact opnemen met ABB.
De plaatsen waar vermogenskabels of kabels van
hulpcircuits langs lopen moeten beschermd worden
tegen de toegang van eventuele dieren die schade
zouden kunnen aanrichten.
7.2.3. Uitschakelkarakteristieken
In de volgende grafieken wordt het aantal toegelaten sluit-
open cycli (N) van de vacuümbuis aangegeven, in functie van
het uitschakelvermogen (Ia).
Legenda (Fig. 8...)
N. Aantal toegelaten sluit-open cycli voor de vacuümbuizen.
Ia
Uitschakelvermogen van de vacuümbuizen.
51
51
Advertenties
Inhoudsopgave
