4.2
Moederbord CS 310
(met opgestoken LCD-monitor)
Verklaring:
X1:
Klemmenstrip netaansluiting
X2:
Klemmenstrip motor
X3:
Klemmenstrip commando-apparaten
X4:
Klemmenstrip veiligheidselementen
X5:
Klemmenstrip relais
X6:
Aansluitstrip voor interne AAN-UIT-schakelaar
X7:
Aansluitstrip voor interne 3-voudige drukknop
X8:
Aansluitstrip
(Onder de LCD-monitor)
X9:
Aansluitstrip voor radio-ontvanger
X10:
Aansluitstrip voor weekschakelklok
X11:
Aansluitstrip voor digitaal eindpositiesysteem
X12:
Aansluitstrip voor externe radio-ontvanger
X13:
Aansluitstrip voor 3-voudige CS-drukknop
X14:
Interface RS 485
- Aansluiting CSI-drukknop
- Aansluiting RS 485-scherm
X15:
Klemmenstrip voor mechanisch eindpositiesysteem
X16:
Aansluitstrip BUS-systeem (MS BUS)
X17:
Aansluitstrip BUS-systeem (MS BUS)
X18:
Interface frequentie-omvormer
X19:
Voeding externe apparaten
230V / 50 Hz zekering via F1 (1 A traag)
X20:
Aansluitstrip voor transmissiesysteem
H4:
Gebruiksklaar
Gaat branden bij voedingsspanning.
H6:
Toestandsindicatie
brandt bij activering van de veiligheidsvoorzieningen
of bij fouten
S1:
Programmeertoets (+)
(Onder de LCD-monitor)
S2:
Programmeertoets (–)
(Onder de LCD-monitor)
S3:
Programmeertoets (P)
(Onder de LCD-monitor)
X5
X20
1
2
3
4
S1
5
6
S2
X8
7
8
S3
1
2
3
4
5
6
7
X15
8
X14
X10
X11
X18
B2
B1
W
V
U
X2
X19
A
400 V
A
Uitgang 230 V.
Stroomvoorziening voor externe apparaten.
Geen voeding voor de besturing zelf.
„5.3 Voeding externe apparaten (enkel bij aansluiting
Ô
400 V / 3-fasig)"
B
De positie van de overbruggingsstekker moeten
worden aangepast aan de voedingsspanning en de
motorspanning.
Deurbesturing CS 310 / Rev.G 1.54 – 5
NL
X9
12
11
X4
10
9
8
7
6
5
4
3
2
H6
1
X3
H4
10
9
8
X17
X12
7
6
X16
X6
5
4
3
X7
X13
2
1
F1
X19
L
N
N
X1
L3
L2
L1
X19
L
N
B
B
230 V