Programmering
8.4
RESET
Via de RESET-functie kan de besturingsparameter worden
teruggezet naar de vooraf geselecteerde fabrieksinstellingen.
Ô „10.2 Gebruiksmodus invoer"
Parameter Fabrieksinstelling
Selectie van de parameter waar bij een reset naar moet
worden teruggezet.
Er kunnen verschillende soorten reset worden uitgevoerd
waarbij meer of minder instellingen worden teruggezet.
Ô „10.2 Gebruiksmodus invoer"
Parameter RESET
Gedeeltelijke reset 1:
Alle parameterinstellingen worden teruggezet, met
uitzondering van de instellingen voor de frequentie-omvormer
(alleen voor CS310 FU).
Gedeeltelijke reset 2:
Alle parameterinstellingen worden teruggezet, met
uitzondering van de instellingen voor de eindposities en het
erkende eindpositiesysteem.
Volledige reset:
Alles wordt naar de fabrieksinstellingen teruggezet.
Ô „8.5 RESET van de besturing met LCD-monitor"
Ô „8.6 RESET van de besturing zonder LCD-monitor"
20 – Deurbesturing CS 310 / Rev.G 1.54
8.5
RESET van de besturing met LCD-monitor
Schakel over naar de gebruiksmodus INVOER
Druk op de toets (P) tot INVOER verschijnt.
Druk langer dan 2 seconden op de toetsen (+) en (-) om de
invoer te activeren.
RESET van de besturing
Druk op de toetsen (+/–) totdat de parameter RESET
verschijnt.
De waarde staat op „OFF".
Druk op de toets (+) tot MOD4 verschijnt.
Druk op de toets (P) om de RESET te starten.
De initialisatiefase wordt doorlopen en alle aangesloten
veiligheidscomponenten, evenals het eindpositiesysteem,
worden automatisch geprogrammeerd.
Overschakeling naar de gebruiksmodus Afstelling
Ô „7.4 Instelling van de elektronische eindpositie via de
LCD-monitor"
Verandering in de automatische modus
Druk op de toets (P) tot AUTOMATISCH verschijnt.
8.6
RESET van de besturing zonder LCD-
monitor
Onderbreek de voedingsspanning.
Druk tegelijk op de printplaattoetsen (P), en (–) en houd ze
ingedrukt.
Schakel de voedingsspanning weer in.
Druk tegelijk op de printplaattoetsen (P) en (–) en houd ze
ingedrukt totdat het rode ledje (H6) snel knippert.
Laat de printplaattoetsen (P) en (–) los.
Daarna wordt de initialisatiefase doorlopen
(ca. 60 seconden).
Tijdens de initialisatie is noch de programmering, noch de
bediening van het systeem mogelijk.
Na een plaatsgevonden initialisatie worden de eindposities
gewist en alle parameters naar de fabrieksinstelling
teruggezet.