3.
Algemene veiligheidsinstructies
GEVAAR!
Levensgevaar door het niet opvolgen van de
documentatie!
Neem alle veiligheidsinstructies in dit document in acht.
Garantie
De garantie op goede werking en veiligheid geldt alleen
wanneer de waarschuwingen en veiligheidsinstructies in deze
bedieningshandleiding worden opgevolgd.
Voor persoonlijk letsel of schade aan eigendommen
veroorzaakt door het niet in acht nemen van de
waarschuwingen en veiligheidsinstructies is de fabrikant niet
aansprakelijk.
Voor schade veroorzaakt door het gebruik van niet-
goedgekeurde onderdelen en accessoires, is elke
aansprakelijkheid en garantie door de fabrikant uitgesloten.
Juist gebruik
De CS 310-besturing is uitsluitend bestemd voor de
aansturing van deursystemen door aandrijvingen met
mechanische eindschakelaars of een elektronisch (AWG)
eindpositiesysteem.
Doelgroep
Alleen bevoegde en gediplomeerde elektromonteurs mogen
de besturing aansluiten, programmeren en onderhouden.
Bevoegde en geschoolde elektromonteurs voldoen aan de
volgende eisen:
− Kennis van de algemene en specifieke veiligheids- en
ongevallenpreventie voorschriften,
− Kennis van de relevante elektrische voorschriften,
− Training in het gebruik en onderhoud van geschikte
veiligheidsuitrusting,
− ze zijn in staat om gevaren in samenhang met elektriciteit
te onderkennen.
Instructies bij montage en aansluiting
− De besturing is volgens aansluitingswijze X geplaatst.
− Voorafgaande aan werkzaamheden aan de elektriciteit,
moet het systeem worden losgekoppeld van de
stroomvoorziening. Tijdens de werkzaamheden moet ook
worden gezorgd dat de stroomvoorziening onderbroken
blijft.
− De plaatselijke veiligheidsbepalingen moeten worden
opgevolgd.
− Veranderingen aan en vervanging van de stroomkabel
moeten met de fabrikant worden afgestemd.
Instructies voor het gebruik
− Onbevoegde personen (vooral kinderen) niet met vaste
gemonteerde regel- of besturingsapparatuur laten spelen.
− Afstandsbedieningen buiten het bereik van kinderen
houden.
Keuringsprincipes en voorschriften
Bij aansluiting, programmering en onderhoud moeten de
volgende voorschriften in acht worden genomen (zonder
aanspraak op volledigheid):
Bouwproductnormen
− EN 13241-1 (Producten zonder brand- of rookwerende
eigenschappen)
− EN 12445 (Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren -
Beproevingsmethoden)
− EN 12453 (Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren -
Eisen)
− EN 12978 (Veiligheidsvoorzieningen voor
automatisch werkende deuren en hekken - Eisen en
beproevingsmethoden)
EMC
− EN 55014-1 (Emissienorm huishoudelijke apparaten)
− EN 61000-3-2 (Limietwaarden - Limietwaarden voor de
emissie van harmonische stromen)
− EN 610000-3-3 (Limietwaarden voor spanningswisselingen,
spanningsschommelingen)
− DIN EN 61000-6-2 (Elektromagnetische compatibiliteit
(EMC) - Deel 6-2: Algemene normen - Immuniteit voor
industriële omgevingen)
− EN 61000-6-3 (Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
- Deel 6-3: Algemene normen - Emissienormen voor
huishoudelijke, handels- en lichtindustriële omgevingen)
Deurbesturing CS 310 / Rev.G 1.54 – 3
NL