Basisbediening
De bedieningsmodus Basisbediening kan worden geselecteerd door te drukken op de toets Mode (Modus).
Auto
In de modus Auto stelt de airconditioner de temperatuur en ventilatorsnelheid automatisch in om koele omstandigheden te
bewaren.
f Als de binnentemperatuur te hoog is, wordt een krachtige koele luchtstroom gegenereerd. Wanneer de
f
binnentemperatuur eenmaal laag genoeg is, wordt een zachte luchtstroom gegenereerd.
Koelen
In de veelgebruikte modus Koelen kunt u de temperatuur, ventilatorsnelheid en richting van de luchtstroom vrijelijk instellen.
f Wanneer u de modus Verwarmen selecteert terwijl de modus Koelen is ingeschakeld, wordt de modus Koelen
f
geannuleerd.
Drogen
In de modus Drogen functioneert de airconditioner als een luchtontvochtiger door vocht te verwijderen uit de binnenlucht.
De modus Drogen zorgt ervan dat de lucht ook op een regenachtige dag verfrissend blijft.
Ventilator
In de modus Ventilator wordt een luchtstroom gegenereerd net als bij een ventilator om u een verkoelende omgeving te
bieden.
Verwarmen (MR-EH00/MR-EH00U)
In de modus Verwarmen kunt u uw kamer verwarmen wanneer het buiten koud is.
f De ventilator wordt mogelijk niet onmiddellijk gestart, om te voorkomen dat een koude luchtstroom wordt gegenereerd.
f
f In de modus Verwarmen kan een ontdooiing worden uitgevoerd om ijsvorming op de buiteneenheid te verwijderen.
f
(Tijdens het verwijderen van ijsvorming met de ontdooibewerking in de modus Verwarmen wordt stoom gegenereerd
door de buiteneenheid.)
f Wanneer u de airconditioner uitschakelen na gebruik als verwarming, blijft de ventilator enige tijd draaien om de
f
binnenunit af te koelen.
f Wanneer u de modus Koelen selecteert terwijl de modus Verwarmen is ingeschakeld, wordt de modus Verwarmen
f
geannuleerd.
• Wanneer de buitentemperatuur laag en de luchtvochtigheid hoog is, kan de verwarmingscapaciteit van
de buiteneenheid in de modus Verwarmen teruglopen door ijsvorming op de warmtewisselaar in de
OPMERKING
buiteneenheid. De ontdooibewerking verwijderd het ijs dat zich op de warmtewisselaar van de buiteneenheid
heeft gevormd voor 5-12 minuten. Tijdens de ontdooibewerking genereert de binneneenheid geen
luchtstroom om te voorkomen dat een koude luchtstroom wordt afgegeven.
❋ ❋ De tijd tussen opeenvolgende ontdooibewerkingen kan worden verkort, afhankelijk van de hoeveelheid ijs die
wordt gevormd op de buiteneenheid.
❋ ❋ De tijd tussen opeenvolgende ontdooibewerkingen kan ook worden verkort door het
luchtvochtigheidsniveau bij regen of sneeuw.
Nederlands-15