Problemen oplossen
U wordt verwezen naar onderstaande tabel in het geval van problemen met de
airconditioner. Dit bespaart u tijd en onnodige kosten.
PROBLEEM
De airconditioner
werkt helemaal niet.
De temperatuur
insteller werkt niet.
Er komt geen Koude/
Warme lucht uit de
airconditioner.
De
luchtstroominstelling
werkt niet.
OPLOSSING
• Controleer dat het apparaat aan staat en herstart de airconditioner.
• Zet de stroomonderbreker aan en herstart de airconditioner.
• Zorg ervoor dat de Isolator is ingeschakeld.
• Controleer dat de Off Timer niet is ingesteld. Herstart de
airconditioner door de Power (Aan/Uit) knop in te drukken.
• Controleer dat de Fan (Ventilator)/Fast (Snel)modus niet is
geselecteerd. In deze modus is de gewenste temperatuur
automatisch ingesteld en kunt u de temperatuur niet bedienen.
• Controleer dat de ingestelde temperatuur niet hoger (in de
Koelmodus)/lager (in de Verwarmingsmodus) is dan de huidige
temperatuur. Druk de Temp (Temperatuur) + of - knop op de
afstandsbediening in, om de ingestelde temperatuur te wijzigen.
• Controleer dat het luchtfilter niet geblokkeerd is door viezigheid.
Wanneer het luchtfilter te veel stof bevat, kan de koel/
verwarmingscapaciteit verminderen. Maak deze regelmatig schoon.
• Controleer dat de buitenunit niet bedekt is door een obstakel of
vlakbij een obstakel is geïnstalleerd. Haal eventueel het deksel van
de airconditioner en verwijder het obstakel.
• Controleer dat de airconditioner niet in de ontdooimodus
staat. Wanneer er in de winter ijs wordt gevormd of de
buitentemperatuur te laag is, dan draait de airconditioner
automatisch in de ontdooimodus. In de ontdooimodus, stopt de
binnenventilator met draaien en komt de warme lucht niet vrij.
• Als deuren of ramen openstaan, kan dit leiden tot slechte koel- of
verwarmingsprestaties.
Sluit de deuren en ramen.
• Controleer dat de airconditioner werd aangezet, onmiddellijk na
het stoppen van het koel-/verwarmingsproces. In dit geval,zal
een ventilator draaien om de compressor van de buitenunit te
beschermen.
• Controleer dat de leidinglengte niet te lang is. Als de leidinglengte
de maximaal toegestane lengte overschrijdt, kan de koel- en
verwarmingsprestatie verminderen.
• Controleer dat de
koelmodus kunt u de luchtstroomrichting niet afstellen. (U kunt
de luchtstroomrichting afstellen wanneer de
in de verwarmingsmodus staat)
Nederlands-29
modus geselecteerd is. In de
-modus